Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Reglement Provinciale Commissie Landelijk Gebied - Reconstructie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingReglement Provinciale Commissie Landelijk Gebied - Reconstructie
CiteertitelReglement Provinciale Commissie Landelijk Gebied - Reconstructie
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 16-7-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2009-71

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Reconstructiewet concentratiegebieden,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2009nieuwe regeling

28-01-2009

Besluit van Provinciale Staten d.d. 28 januari 2009, kenmerk PS/2008/995

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement Provinciale Commissie Landelijk Gebied - Reconstructie

 

 

Algemene toelichting

De Reconstructiewet concentratiegebieden (Staatsblad 2002, 115) bepaalt dat Provinciale Staten voor elk concentratiegebied een Reconstructiecommissie instellen. In de commissie hebben overheden en organisaties zitting die nauw betrokken zijn bij uitvoering van het plan. De Reconstructiecommissie adviseert over de verbetering van de ruimtelijke structuur van de zogenaamde concentratiegebieden van intensieve veehouderijen.

De grondslag voor de instelling van de Reconstructiecommissie ligt in artikel 6 van de Reconstructiewet.

De artikelen 80 tot en met 83 Provinciewet bevatten bepalingen over het instellen van commissies. De Reconstructiecommissie is een commissie conform artikel 82 van de Provinciewet.

De Reconstructiewet geeft provincies veel vrijheid bij de instelling van de Reconstructiecommissie. Vaststaat dat er een Reconstructiecommissie ingesteld dient te worden en dat een aantal geledingen daarin vertegenwoordigd moeten zijn. De overige invulling is aan Provinciale Staten. Provinciale Staten hebben taken, samenstelling en de werkwijze in dit reglement geregeld.

Wettelijke eisen Reconstructiecommissie

De Reconstructiewet bepaalt in de artikelen 6, 7 en 8 het volgende over Reconstructiecommissies:

  • een Reconstructiecommissie wordt door Provinciale Staten ingesteld;

  • een Reconstructiecommissie is een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Provinciewet;

  • uit een zestal geledingen heeft ten minste één lid zitting in de Reconstructiecommissie. Het gaat daarbij om gemeenten, waterschappen, landbouw, natuur/landschap, milieu en recreatie;

  • de ministers van VROM en LNV voegen elk een adviseur aan de Reconstructiecommissie toe. Gedeputeerde Staten voegen op voordracht van het Kadaster een adviseur toe. De Dienst Landelijk Gebied staat de Reconstructiecommissie bij in de vervulling van de aan haar opgedragen taken;

  • Provinciale Staten voeren alvorens te beslissen over de samenstelling van de Reconstructiecommissie overleg met gemeenten en waterschappen over hun vertegenwoordiging in de commissie (in de praktijk zal dit overleg door Gedeputeerde Staten worden gevoerd);

  • Gedeputeerde Staten zenden bericht van de samenstelling, taken en bevoegdheden van de Reconstructiecommissie aan de ministers van VROM en LNV en aan de gemeente- en waterschapsbesturen.

De Reconstructiewet geeft geen uitsluitsel over het doel van het instellen van een reconstructiecommissie of over haar taken en bevoegdheden. Volgens de toelichting bij de Reconstructiewet  kunnen provincies zelf beslissen over de taken en bevoegdheden van de reconstructiecommissie.

Bij besluit van 28 januari 2009 hebben Provinciale Staten van Overijssel besloten de Reconstructiecommissie opnieuw in te stellen als Provinciale Commissie Landelijk Gebied, onderdeel Reconstructie (PCLG-R), waarbij de taakstelling is gewijzigd en voor het reglement is aangesloten bij het Reglement van de Provinciale Commissie Landelijk Gebied (PCLG).

Inhoud

Artikel 1. Algemeen

1

Dit reglement is van toepassing op de door Provinciale Staten van Overijssel op 28 januari 2009 ingestelde Provinciale Commissie Landelijk Gebied, onderdeel Reconstructie.

Artikel 2. Definities

  • In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de Provinciale Commissie Landelijk Gebied, onderdeel Reconstructie, in Overijssel (PCLG-R);

  • b.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel.

Artikel 3. Taak

2

De commissie heeft als taak het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies aan Gedeputeerde Staten over aangelegenheden die de reconstructie betreffen, zoals herziening, inhoud en uitvoering van het Reconstructieplan Salland-Twente.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    In de commissie zijn de volgende organisaties c.q. sectoren bestuurlijk vertegenwoordigd met één lid:

    • a.

      Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

    • b.

      betrokken waterschappen (Overijssels Dijkgraven Overleg);

    • c.

      Land- en Tuinbouw Organisatie Noord;

    • d.

      Overijssels Agrarisch Jongeren Kontakt;

    • e.

      Natuur en Milieu Overijssel;

    • f.

      Staatsbosbeheer;

    • g.

      Landschap Overijssel;

    • h.

      Natuurmonumenten;

    • i.

      Overijssels Particulier Grondbezit;

    • j.

      Provinciale Raad voor Recreatie & Toerisme;

    • k.

      Natuurlijk Platteland Oost;

    • l.

      Sector Economie;

    • m.

      Sector Sociaal.

  • 2.

    Op voorstel van de commissie kunnen Gedeputeerde Staten andere organisaties uitnodigen een lid voor te dragen.

  • 3.

    Voor elk van de in lid 1 genoemde vertegenwoordigers kan een plaatsvervanger worden voorgedragen.

  • 4.

    De leden, alsmede hun plaatsvervangers, bedoeld in het eerste lid worden benoemd door Gedeputeerde Staten. De benoeming geldt voor de periode dat zij hun functies bij de betreffende organisaties vervullen.

  • 5.

    De leden van de commissie, bedoeld in het eerste lid en hun plaatsvervangers worden, behoudens tussentijds door Gedeputeerde Staten verleend ontslag, benoemd voor een periode van vier jaren, na afloop waarvan zij kunnen worden herbenoemd. Tussentijdse benoemingen geschieden voor het nog resterende deel van de zittingsperiode.

  • 6.

    Aan de commissie wordt als adviseur toegevoegd de accountmanager van de Dienst Landelijk Gebied in de provincie Overijssel, die tevens namens het Kadaster als adviseur optreedt. De accountmanager is ambtshalve adviseur en kan zich doen vertegenwoordigen.

  • 7.

    Aan de commissie worden als adviseurs toegevoegd een vertegenwoordiger van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een vertegenwoordiger van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Beide vertegenwoordigers zijn ambtshalve adviseur en kunnen zich doen vertegenwoordigen.

  • 8.

    De commissie is vrij om naast de in de leden 7 en 8 genoemde adviseurs andere deskundigen of belanghebbenden als adviseur in haar vergadering uit te nodigen.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1.

    De onafhankelijk voorzitter van de commissie wordt door Gedeputeerde Staten benoemd. De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 2.

    De commissie wijst uit de leden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 6. Secretaris

  • 1.

    Gedeputeerde Staten voegen aan de commissie een secretaris toe.

  • 2.

    De secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda van de vergaderingen op en draagt zorg voor een zoveel mogelijk schriftelijke voorbereiding van de te behandelen onderwerpen.

  • 3.

    De secretaris legt in het verslag vast hetgeen in de vergadering is behandeld. Dit verslag maakt deel uit van de bij de agenda van de eerstvolgende vergadering behorende stukken.

  • 4.

    De secretaris van de commissie draagt zorg voor archiefvorming. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor nadere instructies geven.

  • 5.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de uitnodigingen en agenda’s van vergaderingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 6.

    Het is de secretaris toegestaan brieven en documenten te ondertekenen namens de commissie, voor zover dit past binnen de taakstelling van de commissie en zolang het gaat om feitelijke afhandeling van de taken van de commissie.

Artikel 7. Schorsing en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een lid van de commissie schorsen na overleg met in ieder geval de voorzitter van de commissie.

  • 2.

    De periode van schorsing bedraagt maximaal 6 maanden. Is na verloop van die tijd door Gedeputeerde Staten geen beslissing genomen omtrent de opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a.

      het ontbinden van de commissie;

    • b.

      het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;

    • c.

      het niet langer vertegenwoordigen van de organisatie c.q. sector als genoemd in artikel 4, lid 1;

    • d.

      overlijden;

    • e.

      ontslag op eigen verzoek;

    • f.

      ontslag door Gedeputeerde Staten.

Artikel 8. Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee leden van de commissie hem daartoe schriftelijk en met opgave van redenen hebben verzocht.

  • 2.

    De commissie vergadert gelijktijdig met de Provinciale Commissie voor het Landelijk Gebied.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen de voorzitter verzoeken een vergadering bijeen te roepen.

  • 4.

    Een gedeputeerde heeft toegang tot de vergaderingen van de commissie en kan aan de beraadslaging deelnemen.

  • 5.

    Een gedeputeerde kan door de voorzitter worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de commissie.

  • 6.

    Ieder lid van de commissie kan schriftelijk gemotiveerd via de secretaris voorstellen tot agendapunten indienen.

Artikel 9. Openbaarheid

8

De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

Artikel 10. Werkwijze

  • 1.

    De commissie kan alleen advies uitbrengen indien meer dan de helft van de in artikel 4, lid 1, genoemde stemgerechtigde leden aanwezig is.

  • 2.

    De adviezen van de commissie worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 3.

    Op verzoek van de leden, alsmede hun plaatsvervangers, die ter vergadering een standpunt hebben ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, wordt dat standpunt in het advies vermeld.

  • 4.

    De adviezen van de commissie worden schriftelijk en ondertekend door de secretaris uitgebracht.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende de werkwijze van de commissie.


1

[Toelichting: De provincie Overijssel heeft één commissie ingesteld voor de drie deelgebieden van het reconstructiegebied. De provincie heeft immers gekozen voor een integrale aanpak van de ruimtelijke problematiek van intensieve veehouderij. ]

2

[Toelichting: De commissie draagt inhoudelijke oplossingen aan over gebiedsoverstijgende onderwerpen.

Zij adviseert Gedeputeerde Staten en zorgt voor maatschappelijk draagvlak voor de reconstructie. Er zijn geen bestuursbevoegdheden aan de commissie overgedragen.

Provinciale Staten stellen het Reconstructieplan vast. Gedeputeerde Staten stellen het ontwerp op en voeren het plan uit. In deze planuitvoering - waarin het Reconstructieplan zich momenteel bevindt - legt de Reconstructiewet veel taken bij Gedeputeerde Staten neer. In de taakuitoefening is daarom opgenomen dat de commissie aan Gedeputeerde Staten adviseert. ]

3

[Toelichting: De partijen die bij de uitvoering van het plan het meest zijn betrokken, hebben zitting in de commissie. De leden van de commissie dienen een inhoudelijk mandaat te hebben om te kunnen onderhandelen namens hun organisatie of deelgebied. Gedeputeerde Staten zullen immers de commissie vragen inhoudelijke oplossingen aan te dragen voor gebiedsoverstijgende onderwerpen.

De commissie is vrij om deskundigen of belanghebbenden in haar vergadering uit te nodigen.

De volgende adviseurs zijn aan de commissie toegevoegd:

  • 1

    een adviseur namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • 2

    een adviseur namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • 3

    een adviseur namens de Dienst Landelijk Gebied en de Dienst voor het Kadaster.

De adviseurs hebben geen stemrecht. Zowel de leden van de commissie als de adviseurs kunnen één of meerdere plaatsvervangers aanwijzen.

Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter en de leden. De organisaties die een lid of adviseur mogen voordragen kunnen ook een plaatsvervanger aanwijzen. Gedeputeerde Staten kunnen met verschillende organisaties overleggen over de keuze van een lid. Geacht wordt dat de voorgedragen leden een zo breed mogelijke steun van de achterban genieten. ]

4

[Toelichting: De rol van de voorzitter wordt vervuld door een onafhankelijk persoon. De voorzitter is geen lid van de commissie. Door deze twee maatregelen wordt de zelfstandige positie van de commissie richting Gedeputeerde Staten benadrukt en wordt bij de adviserende taak van de omissie recht gedaan aan een zuivere taakopvatting.]

5

[Toelichting: De secretaris zorgt voor de communicatie met de ambtelijke organisatie en met Gedeputeerde Staten. Hij is eveneens aanspreekpunt voor de commissieleden.]

6

[Toelichting: Met artikel 7 is geregeld dat Gedeputeerde Staten formeel geen lid hoeven te ontslaan als bijvoorbeeld hij of zij vertrekt bij een organisatie of zelf het lidmaatschap wil neerleggen. Ter beëindiging van het lidmaatschap dient het lid hiertoe wel een schriftelijk verzoek in bij de voorzitter van de commissie. De voorzitter zal het verzoek honoreren.]

7

[Toelichting: De commissie volgt de voortgang van het reconstructieproces met een zekere regelmaat om Gedeputeerde Staten ook ongevraagd van advies te kunnen voorzien. Er zal door de voorzitter getracht worden een regelmatige vergaderfrequentie te realiseren, waarmee de kwaliteitsbewaking wordt gewaarborgd.

Indien de commissie vergadert, dan wordt dit door de voorzitter gelijktijdig gepland met een vergadering van de Provinciale Commissie voor het Landelijk Gebied, omdat er een grote mate van overlap zit in beide taakvelden (landelijk gebied). Beide commissies bestaan ook uit dezelfde vertegenwoordigers, waardoor er makkelijk geschakeld kan worden tussen beide commissies.

Een lid van Gedeputeerde Staten kan geen lid zijn van de commissie doch enkel als adviseur of belanghebbende aan de vergadering deelnemen. Met de in de leden 3 en 4 genoemde gedeputeerde is met name de gedeputeerde die tevens portefeuillehouder Landelijk ebied is, bedoeld. Deze gedeputeerde dient te worden gezien als vanzelfsprekend partner van de commissie en moet zelf kunnen bepalen om al dan niet aanwezig te zijn bij de vergaderingen en daaraan deel te nemen. Daarnaast kan de voorzitter deze of een andere gedeputeerde uitnodigen als hij het van belang acht dat de gedeputeerde bij de vergadering aanwezig is en mee vergadert. Gedeputeerde Staten kunnen de voorzitter verzoeken door hen aangedragen punten op de agenda te zetten. Het is aan de voorzitter of dit punt op de agenda komt of niet (zie hiertoe artikel 3, lid 5 van dit reglement). De agenda en de stukken dienen de leden ruim van te voren te hebben ontvangen voor een goede voorbereiding. ]

8

[Toelichting: Er is voor gekozen om de vergaderingen van de Reconstructiecommissie niet in de openbaarheid plaats te laten vinden. De commissie is een adviescommissie met daarin vertegenwoordigd de belangrijkste vertegenwoordigers vanuit het landelijk gebied. Er vindt geen besluitvorming aangaande provinciaal beleid in de commissie plaats.]

9

[Toelichting: Om tot eenduidige besluitvorming te komen is een quorum vereist van meer dan de helft van de ingestelde leden. De reden hiervoor is om - zowel binnen de commissie als richting Gedeputeerde Staten - een zo breed mogelijk draagvlak te creëren voor de te nemen besluiten tot advisering.

Het is mogelijk dat één of meer leden van de commissie een minderheidsstandpunt willen innemen. Van belang is wel dat zij dat standpunt bij het opstellen van het advies in de commissie hebben gebracht en dat dit ter discussie heeft gestaan. Daarom is bepaald dat alleen leden die ter vergadering een standpunt hebben ingebracht, een minderheidsstandpunt bij het advies kunnen laten voegen. ]