Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening begrafenisrechten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | tarieven 2016 |
De datum van ingang van de heffing van tarieventabel 2016 is 1 januari 2016
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2015 | 01-01-2017 | Tarieventabel 2016 | 15-12-2015 | 1236144 | |
11-12-2014 | 30-12-2015 | Nieuwe regeling | 02-12-2014 Gemeenteblad 73154 | 1151890 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014, nr 1151890,
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet,
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2015 (Verordening begrafenisrechten 2015)
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen begrafenisrechten of andere gemeentelijke heffingen minder bedraagt dan € 75,00 dan wel meer bedraagt dan € 2.400,00 dit bedrag moet worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen begrafenisrechten of andere gemeentelijke heffingen minimaal € 75,00 of maximaal € 2.400,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien bovengenoemde aanslag(en) in maart of later in het belastingjaar word(t) en opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het desbetreffende belastingjaar overblijvende volle kalendermaanden.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de van toepassing zijnde termijnen, niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dat geval gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 2 december 2014
H.N.G. Brinkman
voorzitter
M. Timmerman
griffier
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Artikel 9 Termijnen van betaling
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders