Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Maasgouw 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel afvalstoffenheffing 2015 |
Deze regeling is vervangen door de Verordening afvalstoffenheffing Maasgouw 2016.
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2014.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 18-12-2014 | R14.0875 |
Raadsvergadering 18 december 2014
Verordening Afvalstoffenheffing Maasgouw 2015
De raad van de gemeente Maasgouw,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2015”
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
verzamelcontainer : een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening bij o.a. hoogbouw, appartementen en seniorenhofjes ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud van 500 liter of meer;
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor de berekening van de belasting bedoeld in onderdeel 1.4 van de tarieventabel wordt uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer, onderverdeeld naar de verschillende volumina en afvalfracties ter lediging wordt aangeboden en daarbij door de op het inzamelvoertuig aangebrachte registratieapparatuur wordt geregistreerd.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de minicontainerherkenningsapparatuur of de minicontainerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde minicontainers aan de hand van de op de minicontainers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de in het eerste lid bedoelde belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt wordt het in hoofdstuk 1, onderdeel 1.4 , van de tarieventabel genoemde aantal ledigingen bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van dit aantal als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt wordt het in hoofdstuk 1, onderdeel 1.4 , van de tarieventabel genoemde aantal ledigingen bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van dit aantal als er in dat jaar, voor het einde van de belastingplicht, volle kalendermaanden zijn verstreken.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, is de belasting bedoeld in onderdeel 1.5 van de tarieventabel verschuldigd op het moment van het ter beschikking stellen van de extra container, indien deze in de loop van het belastingjaar ter beschikking wordt gesteld. De in het tweede en derde lid bedoelde heffing naar tijdsgelang is van overeenkomstige toepassing.
Bij omwisseling van een minicontainer als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1, van de tarieventabel vinden met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.3, het tweede en derde lid overeenkomstige toepassing. Het in hoofdstuk 1, onderdeel 1.4 , van de tarieventabel genoemde aantal ledigingen wordt per minicontainer herberekend naar tijdsgelang, waarbij het vijfde en zesde lid van overeenkomstige toepassing zijn.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Maasgouw 2014” van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.