Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels oplaadinfrastructuur |
Citeertitel | Beleidsregels oplaadinfrastructuur |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2014 | nieuwe regeling | 09-12-2014 | A.12427 |
BeleidsregelsOplaadinfrastructuur
Elektrisch voertuigen Nunspeet
Burgemeester en wethouders van Nunspeet stellen, per 09.12.2014, vast;
particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;
Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op publieke oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte op of aan de openbare weg, waaronder ook openbare P&R-terreinen.
§Juridisch kader Dit doet zij op basis van:
Het college van burgemeester en wethouders neemt op grond van art. 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) een verkeersbesluit. Hierin bestemt het college de betreffende parkeerplaats(en) door middel van het plaatsen van de verkeersborden E4 met onderbord ‘alléén opladen elektrische voertuigen’.
Het plaatsen van een openbare laadpaal is op grond van het Besluit omgevingsrecht, bijlage II, artikel 2, lid 18 (omgevings)vergunningsvrij. Wel dient de onttrekking van een parkeervoorziening aan de openbare toegankelijkheid met een verkeersbesluit te worden bekrachtigd.
Deze beleidsregels vervangen de beleidsregel: ‘Elektrische Automobiliteit’ van 16 april 2013.
Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.Aanvraag: de bij de gemeente ingediende aanvraag voor toestemming tot het plaatsen van een
laadpaal op grond die in eigendom is van de gemeente;
b.Elektrische auto: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de
Wegenverkeerwet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door
een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een
batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een oplaadpunt;
c.Laadpaal: openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties,
waar een elektrische auto kan worden opgeladen: een laadpaal kan één of meer oplaadpunten
een openbaar toegankelijke laadpaal;
motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig
dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van
opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt.
1.degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het
parkeren in het register was ingeschreven, of
2.degene die een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf dan wel in dienst is
van een bedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van
het parkeren in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig of
een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf, of
3.degene die een contract heeft voor een auto op afroep met een erkend autoverhuurbedrijf
op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in
het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig.
Artikel 2. Aanvraag verkeersbesluit
Een aanvraag voor het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en / of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door de aanbieder van oplaadpalen en / of andere oplaadinfrastructuur namens een gebruiker.
Artikel 3. Aanvraag locatie oplaadpaal/-infrastructuur
Een aanvraag voor een locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur bevat een foto en tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal en / of infrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.
De elektrische auto van de gebruiker mag met inbegrip van de lading een lengte hebben van niet meer dan 6 meter en / of een hoogte van niet meer dan 2.40 meter, en mag geen woonwagen, kampeerwagen, kampeerauto, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig zijn dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd.
Artikel 5. Parkeergelegenheid op eigen terrein
Op een aanvraag wordt geen toestemming verleend wanneer:
a.de particuliere gebruiker over een privéparkeergelegenheid op het woonadres kan beschikken.
Aan het hebben van een privéparkeergelegenheid wordt gelijkgesteld de situatie dat men woonachtig is in gebouwen die gerealiseerd zijn inclusief een parkeergelegenheid in het gebouw.
b.de zakelijke gebruiker over een parkeergelegenheid op het zakelijke adres binnen de gemeente, zoals geregistreerd in het register van de kamer van koophandel, beschikt.
Artikel 7. Betaald parkeren / vergunninghouders / blauwe zone
In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de bestuurders van elektrische voertuigen.
Het streven is dat medewerking aan de realisatie van een oplaadpunt in gebieden waar de parkeerdruk op maatgevende momenten boven de 80% is, niet ten koste gaat van de bestaande parkeercapaciteit. In dat geval moet het mogelijk zijn een extra parkeergelegenheid te realiseren.
Aan een verzoek wordt geen medewerking verleend
is ingericht als gehandicaptenparkeerplaats, wordt deze aangemerkt als zijnde de locatie voor het opladen van het voertuig.
Artikel 9. Maximum aantal laadpalen in de gemeente Nunspeet
Er wordt toestemming verleend voor ten hoogste 24 openbare laadpalen op gemeentelijk
grondgebied. Bij het bereiken van het maximum wordt de beleidsregel geëvalueerd.
Artikel 10. Volgorde besluitvorming
De toestemming voor het plaatsen van een oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur wordt eerst van kracht en kan dus pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.
Artikel 11. Plaatsing en beheer oplaadpaal / -infrastructuur
De aanvrager van de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen ed.) zijn ook voor rekening van de beheerder.
Artikel 12. Kosten plaatsen, onderhoud, beheer en aansprakelijkheid ten gevolge van
schade door laadpaal en oplaadpunt
1.Alle kosten voor het plaatsen, onderhouden, beheren van en schade veroorzaakt door de
laadpaal en het oplaadpunt, die niet worden gedragen door degene die de laadpaal en het
oplaadpunt realiseert en beheert (bijvoorbeeld de netbeheerder of de leverancier), zijn voor rekening van de aanvrager.
2.De gemeente Nunspeet aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor kosten, onderhoud en
(vervolg)schade die het realiseren en gebruiken van de laadpaal met zich mee kan brengen.
3.De gemeente verleent alleen toestemming op een aanvraag wanneer in een overeenkomst
met de aanvrager is vastgelegd, dat alle aansprakelijkheid waaronder voor het gebruik
en onderhoud van de laadpalen en het oplaadpunt en eventuele schade hierdoor voor
Artikel 13. Inrichting en beheer parkeerplaatsen
De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.
De beheerder van de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal / -infrastructuur.
De oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van het elektrische voertuig. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt.
intentie heeft de oplaadlocatie openbaar toegankelijk te houden voor het opladen van elektrische auto’s.
3.De oplaadlocatie mag, m.u.v. de situatie zoals onder artikel 8f. geschetst, niet zijn voorzien van een
bord waaruit zou blijken dat de locatie slechts voor een of meerdere bepaalde nader aangegeven
Artikel 16. Interoperabiliteit
Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.
Artikel 17. Dubbele laadvoorziening
Er wordt alleen toestemming verleend indien de oplaadlocatie is voorzien of kan worden voorzien
van een dubbele laadvoorziening zodat er gelegenheid is voor twee elektrische auto’s tegelijk om
Om voor toestemming op een aanvraag in aanmerking te komen, dient een oplaadpunt op de
oplaadlocatie daadwerkelijk te kunnen worden gerealiseerd. In dat kader wordt tevens de (technische) haalbaarheid bezien. Daarbij is de aanwezigheid van (hoofd)kabels en leidingen en het
Artikel 19. Volgorde besluitvorming
De ontheffing / vergunning voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur wordt eerst van kracht en kan dus pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.
Indien uit de aanvraag blijkt dat er meerdere gebruikers van één elektrische auto zijn (bijvoorbeeld bij een deel auto), kan in afwijking van deze regeling toestemming worden gegeven.
Om te bewerkstelligen dat elektrisch vervoertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de oplaadpalen en / of andere oplaadinfrastructuur alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren.
De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen
De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. Gemeente Nunspeet is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de oplaadpaal en / of andere infrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart hiervoor de gemeente. De beheerder verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis.
Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrische voertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt.
Daarnaast wordt ook gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, blauwe zone en andere restricties die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden.
Artikel 25. Intrekken van verkeersbesluit
Indien de beheerder van de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan het geen in de Overeenkomst publieke laadpalen Nunspeet is overeengekomen kan het college het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken.
Het college kan het verkeersbesluit tevens intrekken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal en / of oplaadinfrastructuur. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven.
In deze gevallen heeft de beheerder het recht en de plicht de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.
Het college kan de ontheffing ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie voor een oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na afgifte van de ontheffing. Kosten zijn voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na afgifte van de ontheffing plaatsvindt.
Artikel 26. Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur
De beheerder van een oplaadpaal en / of oplaadinfrastructuur geeft jaarlijks inzicht in het feitelijke gebruik van de in de gemeente gevestigde voorzieningen.
Artikel 27. Bijzondere omstandigheden
Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente.
In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.
In dit artikel is beoogd een afbakening te maken voor de voertuigen die gebruik mogen maken
van de voorzieningen die worden getroffen in het kader van het elektrisch rijden. Niet meegenomen zijn snorfiets, scooter, bromfiets en andere tweewielige motorvoertuigen met een door de
constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km/uur. Verondersteld wordt dat in de
meeste gevallen deze voertuigen op eigen terrein kunnen worden opgeladen en er geen voorzieningen nodig zijn in de openbare ruimte. Alleen elektrische en hybride plug--in auto's mogen op
Artikel 2. Aanvraag verkeersbesluit
Het is de bedoeling dat de aanbieder van de oplaadinfrastructuur de formele aanvraag voor het verkeersbesluit indient. Wanneer een bewoner of bedrijf bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg, zal de gemeente hen doorverwijzen naar de aanbieders van oplaadinfrastructuur. De aanbieder van de oplaadinfrastructuur dient de aanvraag in bij de gemeente.
Bewoners of bedrijven kunnen niet zelf een aanvraag voor een oplaadpaal op of aan de weg en een verkeersbesluit tot het aanwijzen van de bijbehorende parkeerplaats(en) indienen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de bewoners of bedrijven dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende oplaadpaal / oplaadinfrastructuur en de bijbehorende parkeerplaats(en). Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een oplaadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt. In dat geval hoeft er geen verkeersbesluit te worden genomen om het gebruik van de parkeerplaats te regelen, want dat is in feite al gebeurd.
De aanvrager van het verkeersbesluit zal moeten aantonen dat er voldoende behoefte bestaat aan een oplaadpunt op de betreffende locatie. Hij kan dit doen door middel van een afschrift van een of meerdere verzoeken hiertoe van potentiële gebruikers (naam en adresgegevens van de gebruiker en kenteken van elektrische voertuig(en)).
Bij het bepalen van de behoefte van potentiële gebruikers zal het college meewegen of zij de beschikking hebben of kunnen hebben over een eigen parkeergelegenheid bij de woning of het bedrijf.
Artikel 7. Betaald parkeren / vergunninghouders / blauwe zone
Wanneer parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn gelegen in gebieden voor betaald parkeren, vergunninghouders, blauwe zone of een andere parkeerrestrictie, dan moeten de bestuurders van deze voertuigen zich aan de betreffende regels houden. Parkeerplaatsen in een blauwe zone kunnen eventueel ‘buiten de blauwe zone’ worden geplaatst, zodat elektrisch voertuigen ook gedurende langere tijd kunnen worden opgeladen. Hiervoor moet het betreffende verkeersbesluit worden aangepast en de blauwe streep bij deze parkeerplaatsen worden verwijderd.
De oplaadpalen/-infrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen / bedrijven van potentiële gebruikers. De voorkeur gaat uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijken, zoals langs wijkontsluitingswegen of doorgaande wegen. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan binnen woonwijken wanneer elektrisch vervoer zijn vlucht neemt.
Er is onder a. en b. gekozen voor een straal van hemelsbreed 200 meter. Het staat gemeenten uiteraard vrij om te kiezen voor lokaal maatwerk en een andere straallengte te kiezen. Daarbij kan ook onderscheid worden gemaakt tussen centrum/binnenstad (bijv. 300 meter) en woonwijken (bijv. 200 meter).
Bij het toetsen van de oplaadpalen-/infrastructuur in het straatbeeld kan de gemeente bijvoorbeeld kijken naar de kleur, kwaliteit, hoogte en omvang hiervan en naar beschermde stads- en dorpsgezichten.
Artikel 10. Volgorde besluitvorming verkeersbesluit
Tegen het verkeersbesluit staat bezwaar- en beroepsmogelijkheden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) open. Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen het verkeersbesluit, bijvoorbeeld omdat de parkeerdruk ter plaatse erg hoog is en er geen algemene parkeerplaatsen kunnen worden gemist.
De gemeente zal de parkeerplaats(en) voor het laden van elektrische voertuigen pas laten aanleggen, nadat het verkeersbesluit daartoe onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de oplaadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht.
Artikel 11. Plaatsing en beheer oplaadpaal / -infrastructuur
De aanvrager van de oplaadpaal/-infrastructuur is tevens de beheerder hiervan. Wanneer de aanvrager het beheer over de oplaadpaal/-infrastructuur wil overdragen aan een andere partij, dan zal de aanvrager óf vooraf bij de aanvraag moeten vermelden voor wie de ontheffing/vergunning wordt aangevraagd óf achteraf toestemming moeten krijgen van de gemeente om de ontheffing/vergunning over te dragen. De beheerder is verantwoordelijk voor het plaatsen, beheren, onderhouden en exploiteren van de oplaadvoorziening en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De beheerder brengt de kosten voor het opladen van de elektrische voertuigen in rekening bij de gebruikers hiervan.
Artikel 12. Kosten oplaadpunt en laadpaal, aanleg, onderhoud, beheer, risico, aansprakelijkheid
De kosten voor het plaatsen van een laadpaal en oplaadpunt, die niet worden gedragen door de
netbeheerder of leverancier, zijn voor rekening van de aanvrager. De gemeente Nunspeet legt in
een overeenkomst met de leverancier van de oplaadpalen vast, dat alle aansprakelijkheid waaronder
voor het gebruik en onderhoud van de oplaadpalen en eventuele schade bij de gebruiker
van een oplaadpaal voor rekening van de aanvrager of de leverancier van de oplaadpalen komen.
De gemeente Nunspeet aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik en eventuele
schade door een laadpaal en oplaadpunt, ook al staat deze op gemeentelijk grondgebied.
Artikel 13. Inrichting en beheer parkeerplaatsen
In de Wegenverkeerswet is geregeld dat de kosten voor het nemen van het verkeersbesluit en het plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens op de openbare weg voor rekening komen van het bevoegd gezag dat het verkeersbesluit heeft genomen. Dit is doorgaans de gemeente, tenzij het gaat om parkeerplaatsen die onderdeel uitmaken van wegen die bij het rijk, een provincie of waterschap in beheer zijn. De gemeente kan deze kosten niet doorrekenen aan de aanvrager van de oplaadinfrastructuur.
Doel is dat ook anderen gebruik kunnen maken van voorzieningen in de openbare ruimte, ook al
zijn ze op aanvraag geplaatst.
Artikel 17. Dubbele laadvoorziening
Hiermee wordt getracht de capaciteit en uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen te vergroten.
In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien het gebruik van de oplaadpaal en / of oplaadinfrastructuur dit toelaat, kan het college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heeft hiervoor twee mogelijkheden:
De aanvrager toont aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en / of andere oplaadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats.
Indien er meerdere gebruikers zijn van een elektrische auto, kunnen andere afwegingen worden
gemaakt buiten deze beleidsregel om.
Door natrekking wordt de gemeente formeel juridisch eigenaar van de oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur, wanneer deze op of aan de weg in gemeentegrond worden geplaatst. De eigendom kan wel bij de aanvrager van de oplaadinfrastructuur worden gelegd, maar dit kan alleen door verkopen van de ondergrond of het vestigen van een opstalrecht voor alle oplaadinfrastructuur. Het eerste is doorgaans niet gewenst en het tweede erg omslachtig (via notaris) en kostbaar.
Op zich is het niet onoverkomelijk dat de gemeente formeel eigenaar wordt van de oplaadinfrastructuur, zolang de aansprakelijkheid voor alle schade bij de aanvrager wordt gelegd.
Onrechtmatig gebruik van een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen ‘sec’ kan worden bestraft met een proces-verbaal (Mulder-feit). Eventueel kan het betreffende voertuig ook worden weggesleept, als de gemeente hiervoor een Wegsleepverordening heeft vastgesteld.
Wanneer de bestuurder van het betreffende voertuig tevens niet betaald heeft in een betaald parkeergebied, dan kan óók een fiscale naheffingsaanslag worden opgelegd.
Artikel 25. Intrekken verkeersbesluit
Wanneer de aanvrager zich niet aan de afspraken houdt, kan het college uiteindelijk het verkeersbesluit terug draaien. Zo’n intrekkingsprocedure moet zorgvuldig worden doorlopen. In zo’n geval zal de beheerder zijn oplaadinfrastructuur moeten verwijderen. Is deze weigerachtig dan kan de gemeente dit afdwingen via een dwangsom en/of bestuursdwang.
Vervolgens kan de gemeente bezien of er een andere aanbieder van oplaadinfrastructuur geïnteresseerd is in het plaatsen hiervan, zodat de aangewezen parkeerplaatsen in stand kunnen blijven. Is dit niet het geval, dan zal de gemeente het betreffende verkeersbesluit kunnen intrekken en de parkeerplaatsen weer voor algemeen gebruik kunnen vrij geven.
Bij wegreconstructies wordt de systematiek uit de Telecomwetgeving gevolgd. Als een wegreconstructie binnen 5 jaar na verleende toestemming plaatsvindt, betaalt de gemeente de kosten van verplaatsing van oplaadinfrastructuur. Vindt de reconstructie na meer dan 5 jaar plaats dan zijn de kosten voor rekening van de beheerder van de oplaadinfrastructuur (normaal ondernemersrisico). De kosten van het benodigde verkeersbesluit en de inrichting van de parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 26. Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur
Voor de gemeente is het in het kader van het doelmatig gebruik van de vaak schaarse parkeerruimte gewenst dat zij inzicht krijgt in het feitelijk gebruik van de oplaadinfrastructuur.
Artikel 27. Bijzondere omstandigheden
Hier is sprake van een zogenaamde ‘hardheidsclausule’ op grond waarvan het college in bepaalde uitzonderlijke en/of onvoorziene situaties kan afwijken van de beleidsregels.