Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Nunspeet 2015 |
Citeertitel | Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Nunspeet 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Tegenprestatie participatiewet |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-11-2014 | R.3636 |
De raad van de gemeente Nunspeet;
gelezen het voorstel het college van burgemeester en wethouders van 28-10-2014;
gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, artikel 9, lid 1, onderdeel c van de Participatiewet, artikel 37, lid 1f van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 37, lid 1f van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
gezien het advies van de commissie Maatschappij en Middelen op (datum);
overwegende dat het noodzakelijk is regels op te stellen voor de tegenprestatie;
besluit: vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Nunspeet
In het beleidsverslag Participatiewet wat het college periodiek aan de gemeenteraad zendt, wordt verslag gedaan over de doeltreffendheid van het beleid.
Artikel 4. Het opdragen van een tegenprestatie
Er wordt geen tegenprestatie opgelegd als een belanghebbende activiteiten met betrekking tot de inschakeling in de arbeid of nuttige maatschappelijke activiteiten verricht en deze activiteiten de capaciteiten en het vermogen van belanghebbende te boven gaan of een vergelijkbare omvang hebben als bedoeld in artikel 5. Hieronder wordt verstaan:
In artikel 9 van de Participatiewet, artikel 37 van de IOAW en artikel 37 van de IOAZ is de mogelijkheid opgenomen om een tegenprestatie te vragen van uitkeringsgerechtigden. In de Kadernota Participatiewet heeft de gemeenteraad kaders vastgesteld met betrekking tot de tegenprestatie en die zijn in deze verordening uitgewerkt. Deze toelichting is geen artikelsgewijze toelichting, de artikelen spreken voor zich, maar een toelichting op het beleid wat in de verordening tot uitdrukking is gebracht.
Bij de tegenprestatie gaat het om naar vermogen iets nuttigs terug doen voor de maatschappij bij het ontvangen van een uitkering. De volgende regels zijn van toepassing op de tegenprestatie:
3 De tegenprestatie ten opzichte van andere participatie-instrumenten
2 Re-integratie: Het doel van re-integratie is om een uitkeringsgerechtigde weer aan een baan te helpen en mocht dit een stap te ver zijn, te laten klimmen op de re-integratieladder. Dit kan door allerlei re-integratie instrumenten zoals opleidingen, cursussen, stages, leer-werktrajecten ed. Men kan bij- en omscholen, werkervaring opdoen of bijhouden, maar ook gewoon werknemersvaardigheden aanleren. Bij voorkeur worden hierbij reguliere werkzaamheden gezocht omdat dit de beste aansluiting is bij een normale baan. Maar ook additionele werkzaamheden zijn mogelijk. Bij reguliere werkzaamheden is er een beperking in de tijdsduur omdat er anders verdringing van regulier werk plaats vind.
Klusjesmannen, gastvrouwen, loketmedewerkers en koffiedames in een zorgcentrum voor ouderen kunnen daar aan het werk zijn als werknemer maar ook in het kader van een re-integratietraject, participatieplaats, vrijwilligerswerk of de tegenprestatie. De verantwoordelijkheden, verplichtingen, beloningen, opleidingsmogelijkheden en juridische grondslag verschillen terwijl het werk hetzelfde kan zijn.
Betaalde arbeid heeft vanzelfsprekend de eerste voorkeur, ook al is het een baan in deeltijd.
Daarna moet er volop ingezet worden op re-integratie. Als een betaalde baan niet mogelijk is en er wordt geen of een beperkt re-integratietraject ingezet, dan kan verwacht worden dat iemand maatschappelijk nuttige activiteiten verricht in de vorm van een tegenprestatie waarbij rekening gehouden wordt met vrijwilligerswerk en mantelzorg.
4.1 Re-integratietraject versus tegenprestatie
Als een uitkeringsgerechtigde arbeidsgeschikt is, dan is in bijna alle situaties een re-integratietraject aan de orde. Een re-integratietraject kan specifiek afgestemd worden op de persoon. Het is verankerd in wet en jurisprudentie, naleving ervan kan gemakkelijker afgedwongen worden dan bij de tegenprestatie. De tegenprestatie mag niet primair gebruikt worden voor re-integratie. Als eerste moet de gemeente daarom haar kostbare tijd, geld en energie steken in succesrijke re-integratieactiviteiten.
4.2 Tegenprestatie versus vrijwilligerswerk
De tegenprestatie is niet primair bedoeld als re-integratie-instrument en ook niet om iemand uit de uitkering te krijgen al kunnen en mogen deze effecten er wel zijn. Volgens de wetgever is de tegenprestatie bedoeld om maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten zodat er draagvlak ontstaat in de samenleving om uitkeringen te verstrekken en mag er secundair een re-integratiedoel zijn. In het vrijwilligerswerk worden ook maatschappelijk nuttige activiteiten gedaan en in die zin zijn ze gelijk. Het verschil is dat vrijwilligerswerk ook echt vrijwillig is, dat een kostenvergoeding tot een bepaalde hoogte wordt vrijgelaten en dat er geen beperking in tijd en duur is. En iemand die iets vrijwillig doet is veel gemotiveerder en hierdoor gemakkelijker en goedkoper te begeleiden dan iemand die verplicht is tot een tegenprestatie, alleen kan de gemeente vrijwilligerswerk niet verplicht stellen. De doelstelling van de tegenprestatie kan dus goedkoper en efficiënter bereikt worden als uitkeringsgerechtigden gestimuleerd worden naar vermogen vrijwilligerswerk te doen. Doet iemand dan bijvoorbeeld al voldoende vrijwilligerswerk of mantelzorg, dan hoeft er geen tegenprestatie opgelegd te worden.