Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015
CiteertitelVerordening individuele inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp2014/08

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid en artikel 36 van de Participatiewet
  2. artikel 8, eerste lid, van de Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-201601-01-2016art. 3, art. 6 lid 1.

14-04-2016

Gemeenteblad 77, 2016

rv 30, 2016
01-01-201521-04-2016Nieuwe regeling

27-11-2014

Gemeenteblad 206, 2014

rv 107, 2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

b.

peildatum:

de datum waarop een persoon een individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

c.

referteperiode:

de 36 maanden voorafgaand aan de 1e van de maand waarin de peildatum valt;

d.

bijstandsnorm:

de op grond van paragraaf 3.2 van de Participatiewet, op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de Participatiewet, door het college vastgestelde verhoging of verlaging;

e.

alleenstaande:

de alleenstaande zoals bedoeld in artikel 4 van de Participatiewet;

f.

alleenstaande ouder:

de alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 4 van de Participatiewet;

g.

gehuwden:

de gehuwden of daarmee gelijkgestelden zoals bedoeld in artikel 3 van de Participatiewet.

Artikel 2 Doelgroep

Tot de doelgroep behoren personen als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de Participatiewet die ten tijde van de aanvraag in de gemeente Den Haag woonachtig zijn.

Artikel 3 Uitsluitingen

Niet voor de individuele inkomenstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die:

  • a)

    gedurende de referteperiode een recidive maatregel met betrekking tot arbeidsinschakeling op zijn WW, WIA of Participatiewet, IOAW/IOAZ (voorheen Wwb) uitkering heeft ontvangen;

  • b)

    gedurende de referteperiode of op de peildatum een opleiding of studie volgt als genoemd in de WSF 2000;

  • c)

    gedurende de referteperiode een onderbreking van het inkomen heeft gehad van in totaal meer dan 26 weken;

Artikel 4 Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld papieren of digitaal formulier.

Artikel 5 Langdurig laag inkomen

  • 1.

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 110 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 2.

    Voor de belanghebbende die aan een wettelijk of minnelijk schuldhulptraject deelneemt via een erkend schuldhulpverlener of bewindvoerder WSNP geldt, dat het inkomen gedurende het traject gelijkgesteld wordt met een inkomen lager dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 6 Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar:

    • a.

      € 360,00 voor een alleenstaande;

    • b.

      € 470,00 voor een alleenstaande ouder;

    • c.

      € 600,00 voor gehuwden zonder ten laste komende kinderen, zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 onderdeel e van de Participatiewet;

    • d.

      € 800,00 voor gehuwden met ten laste komende kinderen, zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 onderdeel e van de Participatiewet.

    Het te verstrekken bedrag wordt niet jaarlijks geïndexeerd.

  • 2.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.

    Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 7 Doelstelling van de toeslag

In het kalenderjaar waarin de individuele inkomenstoeslag wordt verleend, worden de middelen daarvan in aanmerking genomen bij het toekennen van bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Intrekken oude verordening

De verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Den Haag 2013 wordt per 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: de verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 27 november 2014.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.