Organisatie | De Bilt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de raadscommissies 2014 |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Met inwerkingtreding van deze regeling komt de Verordening op raadscommissies 2013 te vervallen.
artikel 82 van de Gemeentewet
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2014 | nieuwe regeling | 27-11-2014 Biltbuis 10-12-2014 | rv |
Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2. Instelling raadscommissies
1.De raad stelt de raadscommissies in.
2.De raad besluit na elke gemeenteraadsverkiezingen welke beleidsterreinen in een raadscommissie besproken worden.
3.Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de agendacommissie anders bepaalt.
4.Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
a.zich informeren over de geagendeerde voorstellen zodat het voorstel helder is;
b.zich uitspreken over een voorstel en het innemen van standpunten is optioneel. Moties of amendementen kunnen worden aangekondigd maar dat hoeft niet. c. het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte mondeling of schriftelijke inlichtingen en informatie en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerpen.
1.De leden van de raad zijn gedurende hun raadslidmaatschap lid van de
2.Elke fractie, die bij aanvang van de zitting van de raad is gevormd op grond van artikel 9, eerste lid van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, kan de raad voorstellen ten hoogste twee personen, die geen lid van de raad zijn, te benoemen tot lid van de raadscommissies. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn op deze personen van overeenkomstige toepassing.
3.De overeenkomstig het tweede lid tot lid van de raadscommissies benoemde personen kunnen door de raad, op voordracht van de fractie die hun benoeming heeft voorgesteld, worden ontslagen. Zij treden af op het ogenblik van het aftreden van de raad.
4.Van elke fractie mogen per onderwerp niet meer dan twee leden tegelijkertijd aan de vergadertafel plaats nemen, waarvan er maar één bij dat onderwerp het woord mag voeren.
1.De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden
2.De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.
3.De voorzitter is belast met:
a.het leiden van de vergadering;
c.het doen naleven van deze verordening;
d.hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
4.De voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.
5.De raad kan de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter ontslaan.
Artikel 6. Griffier en commissiesecretaris
1.De griffier voorziet in ondersteuning van iedere raadscommissie door een
Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding
1.In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats op de
tweede donderdag van de maand.
2.De vergaderingen van de raadscommissies vinden vanaf 20:00 tot 23:00 uur
in het gemeentehuis plaats, tenzij de agendacommissie anders bepaald.
3.Een raadscommissie vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
1.De voorzitter roept schriftelijk bij voorkeur veertien dagen maar ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden op onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
2.De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden digitaal beschikbaar gesteld.
3.In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden beschikbaar gesteld.
4.Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, onderwerpen van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling wijzigen.
Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 86 eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden inzage.
Paragraaf 2. Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. De presentielijst is in alfabetische volgorde. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.
Artikel 12. Spreekrecht burgers
1.Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen gezamenlijk gedurende maximaal
dertig minuten, tenzij de commissie daartoe anders beslist, het woord voeren in de commissievergadering over geagendeerde onderwerpen.
2.Het woord kan niet gevoerd worden over:
a.een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep
openstaat of heeft opengestaan;
b.benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c.een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene
wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
3.Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit zo spoedig mogelijk maar in ieder geval vijf minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiesecretaris. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
4.De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan
van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
5.De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.
De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan
insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie
plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
6.De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
7.Over onderwerpen die niet op de agenda van de commissies staan, kan voorafgaand aan de commissievergaderingen tijdens het informeel contact gesproken worden.
1.De commissiesecretaris draagt zorg voor de besluitenlijst van de vergadering.
2.Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet
verzet, wordt de besluitenlijst van de vergadering, zo spoedig mogelijk na de vergadering, openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.
a.de namen van de voorzitter, de commissiesecretaris, de ter vergadering aanwezige leden, de wethouders en overige personen die het woord gevoerd hebben;
b.een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c.het advies van de commissie aan de raad m.b.t. een onderwerp of voorstel
e.een overzicht van insprekers met, indien beschikbaar, als bijlage hun
5.De besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris
Artikel 14. Geluids- en beeldopname
1.De vergaderingen van de commissie worden digitaal in beeld en geluid
2.De beeld- en geluidopnames van een commissievergadering zijn digitaal via
de gemeentelijke website toegankelijk.
3.Het in het eerste en tweede lid vermelde is niet van toepassing op besloten
vergaderingen als bedoeld in de artikelen 22 van dit reglement.
4.Ingeval van technische calamiteiten dient de commissiesecretaris zorg te
dragen voor een schriftelijk verslag.
Artikel 15. Aantal spreektermijnen
1.De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste
twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
2.Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
3.Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over
hetzelfde onderwerp of voorstel.
4.Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
1.Er is voor een vergadering van een raadscommissie geen spreektijdenregeling.
2.De voorzitter kan, in overleg met de agendacommissie, van de artikel 16, lid 1
Artikel 17. Voorstellen van orde
1.De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een
voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
2.Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
3.Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 18. Handhaving orde; schorsing
1.Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:
a.de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze
b.een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker
zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
2.Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3.De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
4.De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.
5.Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
1.De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over
één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
2.Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen
1.De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering
aanwezige leden, de wethouders, de burgemeester, de secretaris en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.
2.Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het betreffende onderwerp of voorstel aanvang wordt genomen.
1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
2.Nadat de beraadslaging is gesloten vatde voorzitter de discussie en eventuele standpunten samen en vraagt of leden moties en amendementen willen aankondigen.
3.Nadat de beraadslaging is gesloten concludeert de voorzitter of een voorstel hamerstuk, bespreekstuk of niet behandelrijp is en of er stemverklaringen worden afgegeven.
Hoofdstuk 5. Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
1.Het verslag van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.
2.Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 22 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers
Artikel 26. Toehoorders en pers
1.De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de
voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
2.Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
3.De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 28. Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, van mobiele telefoons, andere communicatiemiddelen of andere technische middelen, zonder toestemming van de voorzitter, verboden voor zover dat gebruik inbreuk kan maken op de orde van de vergadering.
Artikel 29. Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.
1.Deze Verordening treedt in werking op 28 november 2014.
2.De Verordening op raadscommissies 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 31 oktober 2013 wordt ingetrokken.
3.Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de raadscommissies 2014’.