- 1.
de volgende wateren aan te wijzen als wateren waar de in artikel 5.3.10 neergelegde verplichtingen gelden:
- a.
- -
de weteringen vanaf de Korenmolenweg langs Donkereind, Demmerik, Herenweg (Vinkeveen) en Achterbos tot aan de Botholsedijk;
- -
de weteringen ten westen van Donkereind en de Demmerik tot aan de Wilgenlaan;
- -
de weteringen gelegen tussen Demmerik (vanaf de Wilgenlaan), Herenweg (Vinkeveen) en de Ringvaart;
- -
de weteringen gelegen langs en ten westen van Bozenhoven, Dorpsstraat (Mijdrecht) en Hofland tot aan restaurant Liefkenshoek;
- -
de weteringen gelegen in het zogenaamde Oranjekwartier;
- -
de weteringen gelegen tussen de Burgemeester Padmosweg en de Herenweg (Wilnis);
- -
de weteringen langs de noordzijde van de Herenweg (Wilnis);
- -
de weteringen tussen de Heinoomsvaart en de Dorpsstraat (Wilnis);
- -
de weteringen welke langs en aan weerszijden van de Oudhuijzerweg zijn gelegen tot aan de Uitweg;
- -
de weteringen gelegen binnen de bebouwde kom van Amstelhoek, gelegen tussen de voormalige spoorbaan, provincialeweg N201 en het Amstel-Drechtkanaal, alsmede de weteringen binnen de Mennonietenbuurt tot aan de weg Kromme Mijdrecht;
- b.
alle binnensloten die op de onder a genoemde weteringen uitkomen, voorzover deze zijn gelegen op een afstand van maximaal 50 meter van de desbetreffende wetering, waarbij deze afstand wordt gemeten langs de betrokken binnensloot;
- 2.
te bepalen dat de onder I genoemde wateren op een diepte moeten worden gehouden van minimaal 60 centimeter;
- 3.
te bepalen dat dit besluit met ingang van 1 januari 1991 in werking treedt.
Mijdrecht 21 december 1990
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,