Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Barneveld |
Citeertitel | Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Barneveld |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Verordening jeugdhulp Gemeente Barneveld, artikelen 2 derde lid en 12 vijfde lid
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 16-11-2016 | nieuwe regeling | 19-09-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-68692.html, 27-11-2014 | Onbekend. |
Artikel 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Barneveld bepaalt welke vormen (zeven interventieniveaus) van algemene voorzieningen en gemeentelijke vangnetvoorzieningen aanwezig zijn. De volgende voorzieningen maken onderdeel uit van de verschillende interventieniveaus:
2. Voorwaarden persoonsgebonden budget (pgb) besteden aan het sociaal netwerk
In de Wmo 2015 (art. 2.3.6 lid 2) en Jeugdwet (art. 8.1.1 lid 3) worden drie voorwaarden beschreven waar personen aan moeten voldoen, willen zij aanspraak kunnen maken op een pgb. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, indien:
de jeugdige en/of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Gemeente Barneveld dient zelf invulling te geven aan de toetsingscriteria die zij hanteren voor de eerste en de derde voorwaarde. In het beleidskader en de verordening Jeugdhulp (artikel 12) is door de raad vastgesteld dat een pgb bij voorkeur niet wordt besteed bij leden van het sociale netwerk, tenzij dit aantoonbaar tot een betere kosten/kwaliteit-verhouding leidt. Onder verwijzing naar artikel 12 lid 5 van de verordening Jeugdhulp, zijn de volgende criteria opgesteld:
De voorgenoemde criteria kunnen worden getoetst aan het door de jeugdigen en/of zijn ouders schriftelijk ingediend persoolijk plan.