Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | AFVALSTOFFENVERORDENING |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2009 | 01-04-2009 | 21-06-2012 | Onbekend | 21-01-2010 Moerdijkse Bode | 217758 |
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 21 januari 2010,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009,
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 10.23 van de Wet Milieubeheer,
vast te stellen de volgende verordening:
AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Hoofdstuk 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.
4.Aan paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
1.Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke
afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:
onder d tot en met k genoemde categorieën huishoudelijke afvalstoffen ook de volgende categorieën huishoudelijk afval worden aangeboden:
Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld.
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een i inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
HOOFDSTUK 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen
dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
1. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid,
anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden, met uitzondering van luiers die ook met het
restafval mogen worden aangeboden;
2.Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2
aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.
3.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën
4.Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke
afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij
algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor
die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
krachtens dit artikel is bepaald.
Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
dan krachtens het eerste lid is bepaald.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
HOOFDSTUK 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de
daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
3.Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens
artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden
4.Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te
bieden in strijd met deze regels.
Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 17 Achterlaten van straatafval
1.Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de
van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke
2.Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van
gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke
Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit
artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die
inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
1.Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een
inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties
die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of
ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Artikel 7Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 8Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 9Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 10Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 11Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 14Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 15Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 16Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 17Achterlaten van straatafval
Artikel 18Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 19Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 20Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 21Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Artikel 22Verbod opslag van afvalstoffen
Artikel 23Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Deze verordening wordt aangehaald als “Afvalstoffenverordening gemeente Moerdijk”.
Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 21 januari 2010,