Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing Verordening rioolheffing 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing Verordening rioolheffing 2015
CiteertitelVerordening rioolheffing 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 288a Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-201826-11-2019artikel 7

13-11-2018

gmb-2018-249271

18INT00299
24-11-201723-11-2018artikel 7

07-11-2016

Gemeenteblad 2017, 204966

17VR050
18-11-201624-11-2017artikel 1, 7

08-11-2016

Gemeenteblad 2016, 160456

16VR062
24-11-201518-11-2016art. 7

11-11-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 23-11-2015

15VR048
09-12-201424-11-2015nieuwe regeling

13-11-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 08-12-2014

VR 55/2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing Verordening rioolheffing 2015 

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 (kenmerk: BVBEL nr. 14INT00395)

 

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet

 

gelezen het advies van de raadscommissie van 4 november 2014;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 

 

Begripsomschrijvingen

 

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigen beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater grondwater of oppervlaktewater.

Aard van de belasting

 

Artikel 2

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemel-water, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Belastbaar feit en belastingplicht

 

Artikel 3
  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riole­ring.

  • 2.

    Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belas­tingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Zelfstandige gedeelten

 

Artikel 4

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzon­derlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Maatstaf van heffing

 

Artikel 5

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Belastingjaar

 

Artikel 6

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Tarieven

 

Artikel 7

De belasting bedraagt per perceel per jaar € 250,00.

Wijze van heffing

 

Artikel 8

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Ontstaan van de belastingschuld

 

Artikel 9

De belasting is ver­schuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Termijnen van betaling

 

Artikel 10
  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de rioolheffing worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbe­drag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Het minimum termijnbedrag bij automatische incasso bedraagt € 15,00.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Vrijstelling

 

Artikel 11

De rioolheffing wordt niet geheven voor:

  • a.

    gebouwde eigendommen, die uitsluitend zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten, uitgaande van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag;

  • b.

    de op begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria aanwezige onroerende zaken met hun gebouwde aanhorigheden, met uitzondering van woningen;

  • c.

    ongebouwde eigendommen;

  • d.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • e.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • f.

    rioleringswerken en onroerende zaken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • g.

    gebouwde eigendommen, voor zover de totale oppervlakte van de verdiepingen tezamen, van buitenmuur tot buitenmuur aan de binnenzijde gemeten, in totaal niet uitgaat boven de twintig vierkante meter dan wel vijftig kubieke meter;

  • h.

    eigendommen in aanbouw.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

 

Artikel 12

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Kwijtschelding

 

Artikel 13

Bij de invordering van de rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Overgangsrecht

 

Artikel 14

De "Verordening rioolheffing 2014" vastge­steld bij raadsbe­sluit van 14 november 2013, wordt inge­trok­ken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de periode waarvoor zij heeft gegolden.

Inwerkingtreding

 

Artikel 15
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Citeertitel

 

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing 2015".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 13 november 2014

de griffier, de voorzitter,

J. Gordijn, C.H.J. Lamers