Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van woonschepenrechten (Verordening woonschepenrechten 2015) |
Citeertitel | Verordening woonschepenrechten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2019 | 01-01-2021 | artikel 5 | 12-11-2019 | 19VR059 | |
23-11-2018 | 26-11-2019 | artikel 5 | 13-11-2018 | 18INT00299 | |
24-11-2017 | 23-11-2018 | artikel 5 | 07-11-2017 | 17VR050 | |
18-11-2016 | 24-11-2017 | artikel 5 | 08-11-2016 | 16VR062 | |
24-11-2015 | 18-11-2016 | art. 5 | 11-11-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 23-11-2015 | 15VR048 | |
09-12-2014 | 24-11-2015 | nieuwe regeling | 13-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 08-12-2014 | VR 55/2014 |
De raad van de gemeente Schiedam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 (kenmerk: BVBEL nr. 14INT00395);
gelet artikel 229 van de Gemeentewet;
gelezen het advies van de raadscommissie van 4 november 2014 ;
Verordening op de heffing en invordering van woonschepenrechten 2015
De rechten worden geheven van de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner voor de toepassing van dit artikel moet worden aangemerkt, wordt bepaald naar omstandigheden.
Voor het hebben van een ligplaats met een woonschip is verschuldigd per m2 ingenomen wateroppervlakte:
per week € 0,177 met een minimum van € 10,62 per woonschip;
per maand € 0,708 met een minimum van € 42,48 per woonschip;
per jaar € 8,496 met een minimum van € 509,76 per woonschip.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien de belastingplichtige met zijn woonschip uit de gemeente vertrekt voor het verstrijken van de termijn, waarvoor de rechten zijn betaald, wordt teruggave verleend van het te veel betaalde, indien de belastingplichtige daartoe een aanvraag doet. De teruggave wordt berekend naar het aantal weken, dat na het vertrek in de maand of het jaar, waarvoor de rechten zijn betaald, overblijft. Het bedrag van de teruggave is gelijk aan het verschil tussen het betaalde bedrag en het bedrag, dat zou zijn betaald, indien het weektarief was toegepast.
De rechten worden niet geheven voor het hebben van een ligplaats met een woonschip krachtens een privaatrechtelijke overeenkomst.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zes gelijke tweemaandelijkse termijnen; de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand als vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, echter indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de woonschepenrechten.
De "Verordening woonschepenrechten 2014" vastgesteld bij raadsbesluit van 14 november 2013, vervalt met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.