Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015
CiteertitelParkeerbelastingverordening 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Parkeerbelastingverordening 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 225

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201526-01-2016nieuwe regeling

18-12-2014

Gemeenteblad 29-12-2014

2014-418

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de: “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015”

Artikel 1. Definities en Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein;

  • b.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • c.

    houder: diegene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, en hetgeen wat in het maatschappelijk en economisch verkeer geaccepteerde methoden zijn om aan de betaalplicht te kunnen voldoen;

  • f.

    parkeerzones: gebied waarbinnen een daartoe vastgesteld tarief geldt voor het betaald parkeren;

  • g.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in art. 1 onder 1a van het RVV 1990.

  • h.

    vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 2010

  • i.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

    1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

    2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Vrijstelling

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig in de parkeerzones wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart, bedoeld in het eerste lid, met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

Artikel 5. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2.

    de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren;

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via een telefoon of op een andere in het maatschappelijk en economisch verkeer geaccepteerde methode om achteraf aan de betaalplicht te kunnen voldoen;

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet worden betaald binnen de termijn die op de opgestuurde beschikking en acceptgiro is vermeld.

Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 59,00.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 13. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De “Parkeerbelastingverordening 2014”, vastgesteld door de raad op 8oktober 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015;

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Parkeerbelastingverordening 2015'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Parkeerbelastingverordening 2015

Behorende bij en deel uitmakende van de Parkeerbelastingverordening 2015, zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2014.

1. Begripsomschrijvingen

In deze tabel wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur

  • b.

    maand: een kalendermaand

  • c.

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

2. Parkeerzones

Als betaald parkeergebieden als bedoeld in artikel 2 van de Parkeerbelastingverordening 2015 gelden de volgende parkeerzones:

B1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De trambaan tussen de Noordstedeweg en de Weerdstede, de Kortestede, de Schildstede en de Noordstedeweg.

B2:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De Weerdstede, de Noordstedeweg, de gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag), de middenberm van de Zuidstedeweg, de oostelijke berm van A.C. Verhoefweg, de trambaan tussen de Noordstedeweg en de Weerdstede.

D1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De middenberm van de Zuidstedeweg vanaf het Zuidstedeviaduct tot en met de Appelvink, de berm ten zuiden van de Wijkerslootweg tot aan de westelijke grens van het perceel Goudvink huisnummer 27, de Goudvink ter hoogte van huisnummers 20-24, grens tussen de percelen Kwikstaart huisnummer 12 en Goudvink huisnummer 26, oostelijke grens van de percelen Kwikstaart huisnummers 12-10, de Winterkoning, de as van het water langs de Groene Steeg gelegen tussen de Winterkoning (ter hoogte van huisnummer 1) en de voetgangersbrug tussen de Groenling en de Nachtegaal, de Nachtegaal parkeerterrein tussen huisnummers 1-21 even en huisnummers 2-20 oneven, voetpad langs het water tot aan de Bergfluiter, de as van het water langs de Groene Steeg vanaf de Bergfluiter tot aan de Randijk, de Randijk tot aan de Tjiftjaf, de as van het water gelegen tussen de Bosfazant en de Barmsijs, de Duikeendtunnel, de as van het water gelegen tussen de Waterhoen/Sneeuwgans en de Goudpluviersingel, de as van het water langs de Meerkoetsingel tot aan de voetgangersbrug over de gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag) en de gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag) vanaf de voetgangersbrug naar het Natuurkwartier tot aan het Zuidstedeviaduct. Het terrein van het Sint Antonius Ziekenhuis (AZN) maakt geen deel uit van het betaald parkeergebied.

D2:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag) tussen de Meerkoetsingel (ter hoogte van huisnummer 11) en de Geinbrug, de noordelijke berm van de Roerdomplaan tussen de Geinbrug en de Zwarte Stern (ter hoogte van huisnummer 12), de as van het water gelegen aan de oostzijde van de Zwanensingel tot aan de as van het water gelegen tussen de Sneeuwgans en de Goudpluviersingel en de as van het water langs de Meerkoetsingel tot aan de voetgangersbrug over de gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag).

M1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De gekanaliseerde Hollandse IJssel (Doorslag), de Vreeswijksestraatweg, de as van de Binnenwal en de middenberm van de Zuidstedeweg.

M2:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De Vreeswijksestraatweg, de Langelaan, de middenberm van de Zuidstedeweg en de as van de Binnenwal

M3:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De Vreeswijksestraatweg, de westelijke berm van de Plettenburgerbaan, de middenberm van de Zuidstedeweg en de Langelaan.

W1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

De Noordstedeweg, de A.C. Verhoefweg tussen de Noordstedeweg en de Van Dongenlaan, de Van Dongenlaan, de noordelijke grens van de percelen Nanningalaan huisnummers 46-26 (even), de westelijke grens van de percelen Bendienlaan huisnummers 28-2 (even), de zuidelijke grens van de percelen Richterslaan huisnummers 183-161 (oneven), de westelijke grens van de percelen Mendes da Costalaan huisnummers 88-84 (even), de noordelijke grens van het perceel Mendes da Costalaan huisnummer 84, het kruispunt Mendes da Costalaan / Richterslaan, de oostelijke berm van de Mendes da Costalaan huisnummers 84-106 (even), de Breitnerlaan (zuidzijde), de as van het water gelegen aan de oostzijde van de Breitnerlaan, de Richterslaan tussen het voorgenoemde water en de Sluyterslaan, het kruispunt Sluyterlaan / Hildo Kropstraat, de Hildo Kropstraat huisnummers 24-20 (even en oneven), de Kruyderlaan huisnummers 2-130 (even) tot aan de Noordstedeweg.

 

De onder bovengenoemde zones genoemde wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen vallen in het geheel binnen het zonegebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten of tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.

 

3. Tarieven bij parkeerapparatuur

Het tarief voor parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Parkeerbelastingverordening 2015 bedraagt:

 

Tabel 1: tarieven bij parkeerapparatuur

Parkeer- zone(s)

Tijds-eenheid

Normaal

tarief

Bezoekers-

parkeerpas Bewoners

Bezoekers-parkeerpas Zakelijk

Voordeel-tarief

B1

Uur

€ 3,00

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

 

Dag

€ 21,00

€ 3,50

€ 10,00

n.v.t.

B2

Uur

€ 3,00

€ 0,50

n.v.t.

€ 2,00

 

Dag

€ 21,00

€ 3,50

€ 10,00

n.v.t.

D1

Uur

€ 1,80

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

 

Dag

€ 8,90

€ 2,60

€ 5,95

n.v.t.

M1, W1

Uur

€ 1,60

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

 

Dag

€ 8,30

€ 2,60

€ 5,60

n.v.t.

D2, M2

Uur

€ 1,00

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

 

Dag

€ 4,50

€ 2,45

€ 3,00

n.v.t.

M3

1e 90 min

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

€ 0,20

 

Uur

€ 1,00

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

 

Dag

€ 4,50

€ 2,45

€ 3,00

n.v.t.

 

- De kleinste betaaleenheid bedraagt € 0,10.

- In parkeerzone B2 ten westen van de trambaan geldt op zaterdagen het voordeeltarief.

- In parkeerzone M3 geldt op alle dagen de eerste 90 minuten het voordeeltarief.

 

4. Tarieven van parkeervergunningen

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Parkeerbelastingverordening 2015 bedraagt voor de B2 zone;

 

  • 1.

    Voor een parkeervergunning Bewoners zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub a van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 58,00.

  • 2.

    Voor een parkeervergunning Zakelijk zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub b van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 240,00.

  • 3.

    Voor de Werkparkeervergunning voor de B2 zone zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub c van de Parkeerverordening 2015, zie tabel 2.

 

Tabel 2: tarieven Werkparkeervergunning B2 zone

Duur

 

tarief

1 dag

 

€ 8,00

1 week

€ 24,00

1 maand

€ 66,00

kwartaal

€ 134,00

Jaar

€ 406,00

 

  • 4.

    Voor een parkeervergunning Detailhandel en Horeca zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub d van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 240,00.

  • 5.

    Voor een parkeervergunning Scholen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub e van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 240,00;

  • 6.

    Voor een parkeervergunning Zorg zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub f van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 240,00;

  • 7.

    Voor een parkeervergunning Mantelzorg zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub g van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 58,00;

  • 8.

    Voor een parkeervergunning Marktkooplieden zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub h van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 60,00.

  • 9.

    Voor een parkeervergunning Autodate zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub i van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 240,00.

  • 10.

    Voor een parkeervergunning Kantoorgarages zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub j van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 0,00.

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Parkeerbelastingverordening 2015 bedraagt voor de overige parkeerzones;

 

  • 11.

    Voor een parkeervergunning Bewoners zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub a van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 58,00.

  • 12.

    Voor een parkeervergunning Zakelijk zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub b van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 124,00.

  • 13.

    Voor de Werkparkeervergunning voor alle overige parkeerzones zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub c van de Parkeerverordening 2015, zie tabel 3.

 

 

Tabel 3: tarieven Werkparkeervergunning overige parkeerzones

Duur

 tarief

 

1 dag

 € 8,00

8,00

1 week

€ 24,00

1 maand

€ 66,00

kwartaal

€ 134,00

Jaar

€ 406,00

 

  • 14.

    Voor een parkeervergunning Detailhandel en Horeca zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub d van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 124,00.

  • 15.

    Voor een parkeervergunning Scholen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub e van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 124,00;

  • 16.

    Voor een parkeervergunning Zorg zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub f van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 124,00;

  • 17.

    Voor een parkeervergunning Mantelzorg zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub g van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 58,00;

  • 18

    Voor een parkeervergunning Marktkooplieden zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub h van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 30,00.

  • 19.

    Voor een parkeervergunning Autodate zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub i van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 124,00.

    20. Voor een parkeervergunning Kantoorgarages zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub j van de Parkeerverordening 2015, per jaar: € 0,00.

 

 

5. Berekening tarieven bij wijzigingen gedurende het jaar.

Indien de belastingplicht ter zake van de vergunningen als bedoeld onder punt 4 van deze tarieventabel wordt beëindigd in de loop van het jaar, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.

de griffier,