Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Waalre

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Waalre
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2015
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2014 per 1 januari 2015.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 15.33 MB
  2. Gemw
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017nieuwe regeling

02-12-2014

Gemeenteblad 2014, 72555

.

Tekst van de regeling

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2015

De raad van de gemeente Waalre;

gezien het raadsbesluit tot vaststelling van de programmabegroting 2015 d.d. 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014, nr. 79;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de bepalingen van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffen Waalre 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan “onder gebruik”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al

dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een

perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een

verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

    • a.

      indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon 108,--

    • b.

      indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon 180,--.

  • 2. De in het eerste lid genoemde tarieven worden vermeerderd met:

    • a.

      108,-- voor elke extra door de gemeente te verstrekken container met een inhoud van 140 liter;

    • b.

      180,-- voor elke extra door de gemeente te verstrekken container met een inhoud van 240 liter.

  • 3.Grof huishoudelijk afval

    • a.

      Onverminderd het bepaalde in lid 1en lid 2 van dit artikel bedraagt de belasting voor het op verzoek ophalen van grof huishoudelijk afval bij een perceel: € 30,-- voor een hoeveelheid per 1 kubieke meter (m3 ).

    • b.

      Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van de in artikel 4, lid 3, sub a. genoemde eenheid van 1 m3 als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Voor de beoordeling van de belastingplicht en voor de toepassing van de maatstaf van heffing en tarief, overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, gelden de omstandigheden die op 1 januari van het belastingjaar aanwezig zijn.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in in artikel 4, lid 1 en in lid 2, wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 4, lid 3, wordt geheven bij mondelinge kennisgeving of door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige c.q. belastingschuldige.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. Het derde lid is niet van toepassing op de tarieven als bedoeld in artikel 4, lid 2, sub a en sub b.

  • 6.De belasting bedoeld in artikel 4, lid 3, is verschuldigd bij de aanvrage tot de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat -in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan 80,-- en minder is dan 2.722 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van belastingschuldige kunnen worden afgeschreven- de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke maandtermijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in artikel 7 en artikel 8, lid 1 en 2 van deze verordening moet de belasting als bedoeld in artikel 4, lid 3 (op verzoek ophalen grof huishoudelijk afval), in zijn geheel worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 2:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan welin geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing 2014” vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2015”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 december 2014.

De raad van de gemeente Waalre,

de (plv.) griffier de voorzitter,

J.A. Stokmans-van Schaik drs. Y.C.Th.J. Kortmann