Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2019 | 11-12-2020 | artt. 1, 15 | 17-12-2019 | ||
01-01-2015 | 24-12-2019 | Nieuwe regeling | 27-11-2014 Gemeenteblad, 08-12-2014 nr. 72211 | 0045/2014 |
Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
De raad van de gemeente De Ronde Venen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan; dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat. Indien de cliënt met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;
Hoofdstuk 2. Melding en onderzoek
Artikel 4. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Hoofdstuk 3. Beoordelen aanvraag
Artikel 8 Het maken van een afweging
Bij het beoordelen van een aanvraag voor een maatwerk voorziening, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften, persoonskenmerken en zelfredzaamheid van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat, binnen de gestelde kaders.
Artikel 9. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Bij het compenseren van beperkingen die een aanvrager ondervindt bij de maatschappelijke participatie wordt rekening gehouden met de keuzes die hij maakt in het leven. Daarbij mag verwacht worden dat een cliënt keuzes maakt die horen bij zijn individuele omstandigheden en rekening houdt met zijn beperkingen.
Het college kent, onverlet bijzondere individuele omstandigheden, in ieder geval geen maatwerk voorziening toe op grond van deze Verordening als:
tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan of niet voldeed als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan of niet voldeed of niet meer voldoet als gevolg van (gewijzigde) omstandigheden, zoals een verandering in de gezondheidssituatie van de cliënt die wel aan hem zijn toe te rekenen en de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.
Hoofdstuk 5. Nadere regels maatwerkvoorziening
De hoogte van een pgb wordt bepaald aan de hand van ten hoogste 75% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate individuele voorziening in natura, met de bevoegdheid voor het college om in individuele gevallen af te wijken tot ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate individuele voorziening in natura en is toereikend voor de aanschaf daarvan, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.
Artikel 15. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 16. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken, kan het college van de cliënt en degene die medewerking heeft verleend aan het valselijk verstrekken van informatie, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Het college is bevoegd degene aan wie krachtens deze Verordening een voorziening is verstrekt, aan een heronderzoek te onderwerpen teneinde vast te stellen of de verstrekte voorziening voldoet, of de omstandigheden die hebben geleid tot de verlening van de voorziening gewijzigd zijn en belanghebbende nog recht heeft op de voorziening, dan wel vast te stellen of zij op basis van deze Verordening, zoals deze luidt op de dag van het heronderzoek, tot een ander besluit zou zijn gekomen.
Hoofdstuk 6. Kwaliteit en veiligheid
Artikel 19. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Hoofdstuk 9. Medezeggenschap, inspraak en klachten
Artikel 22. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 10. Waardering mantelzorgers en tegemoetkoming meerkosten
Artikel 24. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Artikel 25. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college bepaalt bij nadere regeling, en in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, aan welke cliënten met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen, die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming kan worden verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Hoofdstuk 11. Overgangsrecht en slotbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze Verordening indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens een jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de behaalde resultaten voortvloeiende uit het beleidsplan Wmo. Hierbij wordt overwogen of de verordening nog volstaat, bijvoorbeeld naar aanleiding van jurisprudentie.