Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst IJmond |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdiens IJmond |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage |
Het besluit tot toetreding is door burgemeester en wethouders genomen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 28-10-2014 Gemeenteblad 70943 | 1148784 |
[*] Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst IJmond, door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) goedgekeurd op 7 april 1998, in werking getreden op 1 mei 1998 en als volgt gewijzigd:
1ste wijziging is door GS goedgekeurd op 14 maart 2002 en in werking getreden op 1 mei 2002;
2de wijziging is door GS goedgekeurd op 16 december 2003 en in werking getreden op 1 februari 2004;
3de wijziging is in werking getreden op 1 april 2013;
4de wijziging is in werking getreden op 1 januari 2014;
5de wijziging is in werking getreden op 1 januari 2015.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Hoofdstuk II Inrichting, samenstelling en werkwijze van het bestuur
Hoofdstuk III Taken en bevoegdheden
Hoofdstuk IV Directie en personeel
Hoofdstuk V Financiële bepalingen
Hoofdstuk VII Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Hoofdstuk II Inrichting, samenstelling en werkwijze van het bestuur
Een lid van het algemeen bestuur kan bij afwezigheid worden vervangen door een voor de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen door de raad uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders, en voor gemeenten Beemster, Haarlem en Purmerend en de provincie Noord-Holland door de colleges uit hun midden aangewezen plaatsvervangend lid.
Artikel 5 Zittingperiode en beëindiging lidmaatschap
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de raad onderscheidenlijk provinciale staten. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de betreffende raad onderscheidenlijk provinciale staten afloopt.
De raden van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen onderscheidenlijk de colleges van de gemeenten Beemster, Haarlem en Purmerend en van de provincie Noord-Holland kunnen een door hen aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de raad onderscheidenlijk het college niet meer bezit. Artikel 50 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die onderscheidenlijk het college dat hen heeft benoemd, schriftelijk op de hoogte. Leden van het algemeen bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het bestuur van een deelnemer dan wel door of vanwege het bestuur van de dienst aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn voor een deelnemer of de dienst.
Paragraaf 3: Dagelijks bestuur
Van de in het eerste lid bedoelde leden worden naast de voorzitter vijf leden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. Uit elk der deelnemers, met uitzondering van de deelnemers uit de gemeenten Beemster en Purmerend, wordt één lid – deel uitmakend van het college– als lid van het dagelijks bestuur aangewezen.
Artikel 11 Zittingperiode en beëindiging lidmaatschap
Het algemeen bestuur kan één of meer door hem aangewezen leden van het dagelijks bestuur ontslaan indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezitten. Artikel 50 van de Gemeentewet onderscheidenlijk artikel 50 van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De voorzitter is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur. Hij geeft het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door één of meer leden gevraagde inlichtingen. Indien het algemeen bestuur dit wenselijk acht, worden deze inlichtingen periodiek verstrekt.
Hoofdstuk III Taken en bevoegdheden
De dienst bereidt wettelijke milieutaken, milieubeleidstaken en taken met betrekking tot de fysieke omgeving van de deelnemers voor, welke zijn opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage, onderdeel I, en voert deze, met inachtneming van de eveneens in de bijlage aangeduide bevoegdheden, uit.
Voor een wijziging van de door de dienst uit te voeren taken en/of van de aan de dienst toekomende bevoegdheden, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling, is de goedkeuring van de raad, onderscheidenlijk provinciale staten van de betreffende deelnemer, alsmede unanieme instemming van zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur van de dienst vereist. Een besluit wordt eerst genomen nadat de andere deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld hieromtrent hun zienswijze te geven.
Artikel 17 Relatie deelnemers – dienst
Elke deelnemer stelt om de 4 jaar een integraal milieubeleidsplan vast waarin de ontwikkelingsrichtingen in het te voeren milieubeleid worden uiteengezet. Op basis van dit plan stelt de dienst jaarlijks voor elke deelnemer een milieuwerkprogramma op. In dit programma worden in ieder geval vastgelegd:
Artikel 19 Delegatie en mandaat door de deelnemers
De deelnemers uit de gemeente Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen dragen bij deze regeling de bevoegdheden beschreven in de bijlage, Onderdeel II, bij deze regeling aan de overeenkomstige bestuursorganen van de dienst over. De bevoegdheden die niet bij of krachtens deze regeling aan de bestuursorganen van de dienst zijn overgedragen berusten bij de deelnemers.
Het nemen van zelfstandige besluiten op verzoeken om schadevergoedingen die veroorzaakt zouden zijn binnen het kader van de uitoefening van de onder de leden 1 en 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden, is aan de deelnemers voorbehouden. Het nemen van deze besluiten wordt noch aan de bestuursorganen van de dienst overgedragen, noch opgedragen.
Het dagelijks bestuur kan besluiten dat de secretaris-directeur bevoegd is in naam en onder verantwoordelijkheid van dit bestuur de in de bijlage onderdeel II, onder a, b, en d aangeduide besluiten te nemen. Zij kan hierbij tevens bepalen dat de directeur bevoegd is tot ondermandaat aan de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame teamleiders en senioren. De verleende mandaten en ondermandaten worden aan de deelnemers bekendgemaakt.
De stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de voorzitter ondertekend. Het dagelijks bestuur kan hem toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander lid van dit bestuur, aan de secretaris-directeur of aan een of meer andere ambtenaren van de dienst.
Hoofdstuk V Financiële bepalingen
Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot:
De artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting op van baten en lasten en de investerings- en financieringstaak voor het volgende boekjaar. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting zes weken voordat zij ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten resp. provinciale staten van de provincie.
De raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten van de provincie kunnen binnen 6 weken na de datum van toezending omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin die zienswijze is vervat, bij de begroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Van de baten en lasten van de dienst wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden. Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.
De SiSa-verantwoordingsbijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen maakt onderdeel uit van de toelichting op de jaarrekening. Het dagelijks bestuur verantwoordt zich door middel van de jaarrekening over de uitvoering van de regelingen van de specifieke uitkeringen overeenkomstig het bepaalde in artikel 17a van de Financiële- verhoudingswet uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De dienst verantwoordt zich in de begroting en de jaarstukken over de in artikel 8 van de Wet financiering decentrale overheden genoemde gegevens, conform de bij of krachtens die wet gestelde normen en regels. Bij afwijkingen dan wel dreigende overschrijding van de in de Wet financiering decentrale overheden genoemde normen, wordt daarover afzonderlijk en onverwijld gerapporteerd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Als de garantstelling van één of meer deelnemers nodig is, in verband met het aangaan van geldleningen en/of rekening courantovereenkomsten, dan wordt het conceptbesluit tot het aangaan van een geldlening, een rekening-courant-overeenkomst of het uitlenen van geld, aan de desbetreffende respectievelijk aan alle deelnemers ter goedkeuring voorgelegd.
Voor het betalen van rente en aflossing van aan te gane geldleningen en in rekening-courant op te nemen gelden staan de deelnemers garant voor zover ter zake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarin de garantie is verleend.
Artikel 33 Verdeling van baten en lasten
De hoogte van de bijdragen bedoeld in het eerste lid onder a wordt voor de gemeenten Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Uitgeest, Velsen en provincie Noord-Holland per deelnemer telkens voor een periode van 3 jaar op basis van de door de dienst jaarlijks vastgelegde tijdschrijfgegevens door het algemeen bestuur vastgesteld ingaande 1 januari 2003.
In afwijking van het tweede lid dragen de gemeente Haarlem en de provincie Noord-Holland voor de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 16 tot 1 januari 2017 jaarlijks bij middels een som in een keer. De som in een keer wordt jaarlijks door het algemeen bestuur vastgesteld. De door de betreffende partijen in te brengen formatie vormt de basis voor de berekening van de som in een keer.
Vanaf 1 januari 2017 wordt de hoogte van de bijdragen voor de gemeenten Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Uitgeest, Velsen en de provincie Noord-Holland voor de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 16 per deelnemer telkens voor een periode van 3 jaar op basis van de door de dienst jaarlijks vastgelegde tijdschrijfgegevens door het algemeen bestuur vastgesteld.
In afwijking van het tweede lid dragen gemeenten Beemster en Purmerend voor de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 16 jaarlijks bij middels een som in een keer. De som in een keer wordt jaarlijks door het algemeen bestuur vastgesteld. De basis voor de berekening van de som in een keer is de minimale afname van 900 uur door gemeente Beemster en 1340 uur door gemeente Purmerend.
Hoofdstuk VII Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden bij besluit van de raad onderscheidenlijk provinciale staten en het college en de burgemeester onderscheidenlijk de commissaris van de Koning van de toetredende gemeente of provincie, nadat de raden onderscheidenlijk provinciale staten van de deelnemers met deze toetreding hebben ingestemd.
De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de raden onderscheidenlijk provinciale staten van bestaande deelnemers met de toetreding hebben ingestemd en het besluit tot toetreding is bekend gemaakt en ingeschreven in de gemeentelijke registers onderscheidenlijk het provinciale register als bedoeld in artikel 27 juncto artikel 52 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Hoofdstuk X Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 43 Wijziging wettelijke regelingen
Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen, ter bescherming van de omgeving en het milieu, werkzaamheden als bedoeld in artikel 16 en 17 gaan strekken ter uitvoering van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van deze gemeenschappelijke regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die overeenkomstig artikel 16 en 17 aan de dienst zijn opgedragen en overgedragen.