Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Sandwich- en driehoeksbordenbeleid |
Citeertitel | Nota Sandwich- en driehoeksbordenbeleid gemeente De Ronde Venen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Publicatiedatum, datum ondertekening en datum inwerkingtreding zijn niet exact te achterhalen en daarom bij benadering bepaald.
Deze regeling blijft na de herindeling van 1 januari 2011 nog uiterlijk twee jaar van toepassing voor het grondgebied van de voormalige gemeente De Ronde Venen
Deze regeling is door het college per 1 januari 2013 geldend verklaard voor het grondgebied van voormalige gemeente De Ronde Venen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2007 | 19-07-2013 | Nieuwe regeling | 09-01-2007 De Ronde Vener, 17-01-2007 | Onbekend | |
18-01-2007 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 09-01-2007 De Ronde Vener, 17-01-2007 | Onbekend |
Sandwich- en driehoeksborden zijn tijdelijke reclameborden die bevestigd kunnen worden om straatmeubilair zoals lantarenpalen en bomen. Deze borden worden meestal gebruikt om een evenement publiekelijk aan te kondigen. Hierbij kan gedacht worden aan shows, tentfeesten, straatmarkten en circussen. Vanwege de onduidelijkheid over het gevoerde beleid voor sandwich- en driehoeksborden dat in de praktijk wordt gehanteerd, is er voor gekozen om het beleid op papier vast te stellen.
Voor het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden is op grond van artikel 2.1.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders. In het kader van de deregulering is het echter wenselijk om de vergunningsplicht voor het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden af te schaffen.
Een ander probleem dat speelt is de wildgroei en (visuele) vervuiling van en door deze vorm van reclame, waardoor het een gevaar vormt voor het verkeer en de kwaliteit van de bermen. Sandwich- en driehoeksborden waren oorspronkelijk bedoeld voor het aankondigen van evenementen/activiteiten. De commercie stond daarbij niet voorop. Omdat onduidelijkheid bestond over de begripsbepaling “commercialiteit”, is hier in het verleden soepel mee omgegaan. In de huidige maatschappelijke opvattingen wordt het niet als een taak van de gemeente beschouwd om commerciële bedrijven de gelegenheid te bieden om op een zeer goedkope manier handelsreclame te laten maken. Daarvoor zijn voldoende andere media beschikbaar. Dit ligt anders bij niet-commerciële organisaties en plaatselijke evenementen/activiteiten.
In het verleden is de gemeente regelmatig geconfronteerd met de vraag of aan een bepaald verzoek tot het mogen plaatsen van sandwich- en driehoeksborden nu wel of geen medewerking diende te worden verleend. In het kader van duidelijke regelgeving en behoorlijk bestuur is het daarom van belang om criteria vast te stellen waaraan een aanvraag getoetst kan worden.
Binnen dit beleid is het volgende onderscheid gemaakt:
De beleidscriteria zijn echter niet limitatief. Als in de praktijk blijkt dat er onduidelijkheden ontstaan, dan kan het beleid bijgesteld worden. Dit betekent dat in een situatie waarin het beleid niet voorziet het college kan beslissen.
3.1. Commercieel versus non-commercieel
Bij non-commerciële organisaties en activiteiten is het winststreven niet het eerste doel. Het doel van deze organisaties en de activiteit dient te worden gezocht in het nut of welzijn van (een bepaald deel van) de bevolking. Het voorstel is om dit soort aanvragen vergunningsvrij te maken en alleen te onderwerpen aan een meldingsplicht. Daar staat tegenover dat handelsreclame (zoals bedrijfs- en productreclame) van deze vorm van reclame wordt uitgesloten. Bovenstaande definiëring is op diverse manieren te interpreteren. Gevolg is dat het stellen van een grens om te bepalen of reclame binnen de criteria valt niet eenvoudig is. Daarom is hieronder een overzicht van diverse soorten non-commerciële reclame met een aantal praktijkvoorbeelden genoemd.
Onbaatzuchtige reclame is ongeveer het zelfde als ideële reclame. Deze reclames streven niet naar het verkopen van een product dus naar het streven van winst, maar naar inzameling van geld voor maatschappelijke of liefdadigheidsinstellingen. Een aantal voorbeelden hiervoor zijn de reclames van het Kankerfonds, het WNF, de Nierstichting, Hartstichting en Vluchtelingenhulp.
Ideële reclame wordt vaak uitgezonden door de overheid. Het heeft als doel invloed op je gedrag te maken. Voorbeelden hiervan zijn reclame uitingen tijdens oud en nieuw: "je bent een rund als je met vuurwerk stunt” en na de vakantieperiode: “wij gaan weer naar school”
Aankondigingen van evenementen/activiteiten door overheidsinstellingen (restcategorie)
Deze vorm van reclame is niet onder zekere categorie te brengen en is meer als restcategorie te beschouwen. Voorbeelden van aankondigingen van evenementen/activiteiten door overheidsinstellingen zijn:
Deze vormen van reclame behoren niet getoetst te worden aan de hierna te noemen toetsingscriteria en komen zonder meer in aanmerking voor het gebruik van sandwich- en driehoeksborden.
3.2. Plaatselijke evenementen/activiteiten versus niet-plaatselijke evenementen / activiteiten
Regelmatig bereiken de gemeente verzoeken om vergunningen te verlenen tot het plaatsen van sandwich- en driehoeksborden voor regionale en landelijke evenementen/activiteiten van algemene aard. Dit soort evenementen/activiteiten staan in geen enkele relatie tot de gemeente en haar inwoners. Het is daarom wenselijk om de mogelijkheid tot het voeren van evenementenreclame op driehoeks- en sandwichborden te beperken tot plaatselijke evenementen/activiteiten indien het voldoet aan een aantal criteria zoals hieronder is opgesomd.
De criteria waaraan het gebruik van sandwichborden- en driehoeksborden voor het aankondigen van plaatselijke evenementen en activiteiten voldaan dient te worden luiden als volgt:
Genoemde criteria kunnen op diverse manieren worden geïnterpreteerd. Daarom zijn een aantal praktijkvoorbeelden opgesomd, die in ieder geval in aanmerking komen voor het plaatsen van tijdelijke sandwich- driehoeksborden. Op deze manier kunnen aanvragen getoetst worden aan de algemene criteria en aan de lijst met praktijkvoorbeelden die hieronder is weergegeven:
Om een illustratie te geven van verzoeken met betrekking tot reclame op sandwich- en driehoeksborden die niet worden gehonoreerd, is hieronder een lijst met een aantal praktijkvoorbeelden opgesomd:
Als de gebruiker voldoet aan bovenstaande criteria, dan kan met in achtneming van onderstaande regels de sandwich- en driehoeksborden worden geplaatst:
In het kader van de openbare orde en handhaving kan de gemeente door de afschaffing van de vergunningsplicht niet volledig gevrijwaard worden. Het gebruik van sandwich- en driehoeksborden zal enigszins gereguleerd moeten worden om de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de bermen te waarborgen. De gebruiker zal aan de gemeente kenbaar moeten maken waar en hoeveel sandwich- driehoeksborden worden geplaatst en of deze voldoen aan de criteria. In concreto betekent dit dat de vergunningsplicht wordt omgezet in een meldingsplicht. Door middel van een zogeheten meldingsformulier meldt de gebruiker aan de gemeente dat zij/hij sandwichborden- en driehoeksborden zal plaatsen. Op dit meldingsformulier dat digitaal beschikbaar zal zijn, worden tevens de geldende regels en criteria genoemd zodat de gebruiker zijn vorm van reclame daaraan vooraf kan toetsen.
Lid twee van artikel 2.1.5.1. van de APV bevat een reeks van voorwerpen die als uitzondering gelden op het verbod zoals gesteld in lid 1 waarin het gebruik van de weg(gedeelte) anders dan overeenkomstig de publieke functie een vergunning aangevraagd moet worden. Het gebruik van een sandwich- en driehoeksbord, dat voldoet aan de eerder omschreven criteria wordt tevens aan lid twee toegevoegd.
De tekst van het artikel zal als volgt gewijzigd worden (zie vetgedrukte tekst):
1.Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te
gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
zonneschermen, voorzover ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en elk onderdeel dat zich hoger dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt en elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, zich nog meer dan 0.5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt en elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, minder dan 1.5 meter buiten de opgaande gevel reikt (nieuwe wijziging);
de voorwerpen of stoffen die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan. Degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten draagt er zorg voor dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan -in elk geval voor zonsondergang- de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is (nieuwe wijziging);
Om dit beleid te handhaven dient er gecontroleerd te worden. Dit kan op diverse manieren. Ten eerste kan er preventief worden gehandhaafd door de plaatselijke reclamebureaus op de hoogte te stellen van dit beleid. Daarnaast heeft het gemeentebestuur de bevoegdheid tot het doen wegnemen van niet toegestane reclame. De kosten die gemoeid zijn met deze bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder. In het kader van integrale handhaving zullen de handhavers van afdeling Bouw en Woningtoezicht toezicht houden op eventueel illegaal gebruik van sandwich- en driehoeksborden. Afdeling CIB is vervolgens verantwoordelijk voor het uitvoeren van de aanschrijvingen indien er een dergelijke overtreding is geconstateerd. De gemeentewet heeft beperkingen gesteld aan de toepassing van bestuursdwang. Teneinde snel en adequaat op te kunnen treden tegen verkeerd of illegaal geplaatste sandwich- en driehoeksborden, dient de besluitvormingsprocedure korter te duren door een mandaat van beschikkingsbevoegdheid aan medewerkers van afdeling CIB te verstrekken. Op deze manier kan zodra de adresgegevens van de overtreder bekend zijn ( en bij voorkeur op dezelfde dag dat de overtreding wordt geconstateerd) een aanschrijving richting de overtreder worden verzonden met het dringende verzoek de onrechtmatige toestand binnen 24 uur op te