Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordeningvergoeding adviescommissies college en de burgemeester 2014 |
Citeertitel | Verordening Verordening vergoeding adviescommissies college en burgemeester 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | getekend raadsbesluit |
Deze regeling vervangt de Verordening vergoeding adviescommissies college en burgemeester 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2014 | nieuwe regeling | 24-11-2014 | zaaknr. 2014-09-00883, doc.nr. 2014.0.088.620 |
Bijlage behorende bij de Verordening, regelende de vergoeding voor commissieleden en voorzitters van de adviescommissies ten behoeve van het college en de burgemeester
Dit artikel is bedoeld om eenduidig aan te geven wat wordt verstaan onder de in de regeling en bijlage gehanteerde begrippen.
Uitgangspunt is de regeling van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dit besluit hanteert in zijn algemeenheid voor een gemeente, afhankelijk van de omvang van de gemeente Arnhem, een maximum vergoeding in de vorm van presentiegeld. Voor Arnhem is dat sinds 1 januari 2013 € 117,94. Bij Ministeriële regeling kan dit bedrag geïndexeerd worden. De gemeente is bevoegd om een lager bedrag te hanteren.
Het strikt toepassen van de ministeriële regeling kan ertoe leiden dat voor bepaalde specialistische commissiewerkzaamheden geen commissieleden zijn te vinden. Laatst genoemde regeling biedt daarom de mogelijkheid om af te wijken van de ministeriële regeling.
Om voor deze afwijkingen toch een objectieve basis te hanteren is aansluiting gezocht bij vergoedingsregelingen voor de betreffende branche en voor de rechter- plaatsvervanger.
De basis voor dit alles is gelegd in dit artikel van de verordening. De uitwerking daarvan is ter wille van de leesbaarheid in de bijlage, die deel uitmaakt van dit besluit, vastgelegd. Waar in de vorige verordening alle bestaande adviescommissies met naam werden genoemd, zijn nu uitsluitend de uitzonderingsgevallen opgenomen in de bijlage. Voor de andere adviescommissies wordt de vergoeding zoals bedoeld in de Ministeriële regeling gehanteerd. Er is dan ook geen reden om die commissies apart te benoemen. Voor nieuw in te stellen adviescommissies geldt deze norm eveneens, tenzij sprake is van een onderbouwde motivatie waarom afgeweken wordt van het tarief. Is hiervan sprake, dan zal de verordening gewijzigd moeten worden, opdat die commissie met afwijkend tarief in de bijlage opgenomen kan worden.
Deze artikelen regelen de overgang van de oude naar de nieuwe regeling, het tijdstip van inwerkingtreding en de citeertitel.
In de bijlage behorende bij de verordening zijn de afwijkende tarieven voor bepaalde adviescommissies genoemd.