Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONALE SAMENWERKING DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling regionale samenwerking decentralisaties in het sociale domein. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet Gemeenschappelijke Regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-05-2014 | 01-02-2014 | 27-11-2017 | Nieuwe regeling | 01-02-2014 Gemeenteblad, 8 mei 2014 | - |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland, de gemeente Oostzaan, de gemeente Landsmeer, de gemeente Edam-Volendam, de gemeente Waterland, de gemeente Zeevang, de gemeente Purmerend, de gemeente Beemster en de gemeente Zaanstad
samen te noemen ‘deelnemende gemeenten’,
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (bij brief van 15 maart 2013) en de VNG (ledenbrief van 16 januari 2013) daarom gemeenten hebben opgroepen om uitvoeringskracht te bundelen op het terrein van de decentralisaties (AWBZ, Participatie en Jeugdzorg) om aan deze hoge eisen tegemoet te kunnen komen;
de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen:
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONALE SAMENWERKING DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN
Artikel 1Reikwijdte/doelstelling samenwerking
Deze regeling heeft betrekking op samenwerking op het gebied van taken die voortvloeien uit de decentralisaties op het terrein van de AWBZ, Jeugdzorg en Participatie.
De samenwerking richt zich op overleg en afstemming tussen de deelnemende gemeenten in de meest ruime zin, waarmee een strategische en sterke(re) positie wordt gecreëerd naar derden toe.
De samenwerking richt zich verder op de gezamenlijke beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Verbetering van de kwaliteit en het benutten van schaalvoordeel bepalen de meerwaarde van de samenwerking.
De samenwerking richt zich in ieder geval op een gezamenlijke inkoop, daar waar sprake is van afname van producten tegen een bepaalde prijs, voor de onderwerpen:
Deze regeling respecteert bestaande samenwerkingsvormen van de deelnemende gemeenten maar sluit nieuwe samenwerking met anderen of aansluiting van de deelnemende gemeenten bij bestaande regelingen niet uit.
Vanuit deze regeling kan, ter realisering van de doelstellingen uit dit artikel, samenwerking worden gezocht met derden.
Teneinde de samenwerking zoals genoemd in artikel 1 nader vorm te geven zal tussen de deelnemende gemeenten één of meerdere dienstverleningsovereenkomsten worden gesloten.
In de dienstverleningsovereenkomsten worden, voor zover van toepassing, onder meer afspraken vastgelegd over:
de reikwijdte van de dienstverleningsovereenkomst
nadere uitwerking van het doel van de samenwerking
de (project)organisatie van de samenwerking
de organisatie van de bestuurlijke afstemming
de afstemming van de bestuurlijke besluitvorming
het gaan verlenen van mandaten
de hoogte van de financiële bijdragen
de inzet van personele bijdragen
de huisvesting van de (project)organisatie van de samenwerking
hoe om te gaan met vigerend (lokaal) inkoop- en aanbestedingenbeleid
op welke punten de samenwerking wordt geëvalueerd
de uitvoering van de administratieve taken
De samenwerking met derden zoals genoemd in artikel 1 lid 6 vindt plaats in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten namens de deelnemende gemeenten.
Artikel 3Toetreding, wijziging en uittreding
Andere bestuursorganen kunnen tot deze regeling toetreden met unanieme instemming van de deelnemende gemeenten.
Een wijziging van deze regeling wordt schriftelijk overeengekomen.
Voor wijziging van deze regeling is een goedkeurend besluit van alle deelnemende gemeenten noodzakelijk en toestemming van de gemeenteraden.
Een deelnemende gemeente kan besluiten uit deze regeling te treden.
Een deelnemende gemeente die uit de regeling wenst te treden maakt haar voornemen tot uittreding bekend bij de overige deelnemende gemeenten middels een aangetekend schrijven.
Een deelnemende gemeente kan uittreden door toezending aan de overige deelnemende gemeenten van een daartoe strekkend besluit en na verkregen toestemming van haar gemeenteraad.
Tenzij de deelnemende gemeenten een kortere termijn overeenkomen, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan zes maanden volgend op de datum van bekendmaking van het in het zesde lid bedoelde uittredingsbesluit.
Er bestaat bij uittreding geen recht op enige schadevergoeding.
Artikel 4Looptijd, periodieke evaluatie
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2014 en wordt aangegaan voor de duur van twee jaar.
De deelnemende gemeenten treden tijdig voor het aflopen van de regeling met elkaar in overleg over de mogelijkheid van het voortzetten van de regeling.
Minimaal één keer per jaar maar zo nodig vaker wordt bezien of op basis van nieuwe inzichten, (externe) ontwikkelingen dan wel op grond van de voortgang van de samenwerking de regeling wijziging behoefd of omgezet dient te worden in een andere rechtsvorm. Gelijktijdig wordt de samenwerking geëvalueerd.
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wet gemeenschappelijke regelingen, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.
Artikel 6Toezending regeling aan Gedeputeerde Staten
Ieder van de deelnemende gemeenten draagt op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van de regeling.
Het bestuur van de gemeente Zaanstad draagt er zorg voor dat de regeling aan Gedeputeerde Staten wordt toegezonden.
Aldus vastgesteld door:
Het college van de gemeente Wormerland,
In de vergadering van 1 februari 2014
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Oostzaan,
In de vergadering van 1 februari 2014
De secretaris, de burgemeester,
Het college van van de gemeente Landsmeer,
In de vergadering van …………..
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Edam-Volendam,
In de vergadering van ……………
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Waterland,
In de vergadering van …….
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Zeevang,
In de vergadering van …….
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Purmerend,
In de vergadering van ……
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Beemster,
In de vergadering van ……
De secretaris, de burgemeester,
Het college van de gemeente Zaanstad,
In de vergadering van ………
De secretaris, de burgemeester,