Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

nadere regels subsidie ouderbijdrage voor- en vroegschoolse educatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingnadere regels subsidie ouderbijdrage voor- en vroegschoolse educatie
Citeertitelnadere regels subsidie ouderbijdrage voor- en vroegschoolse educatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149 en 156
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-01-2014Wijziging

17-12-2013

Gemeenteblad 2014, nr. 6

onbekend
01-08-201301-01-201328-01-2014Wijziging

16-07-2013

Gemeenteblad 2013, nr. 78

BC13015337
18-01-201328-01-2014Nieuwe regeling

17-01-2013

Gemeenteblad 2013, nr. 4

EJ12023994

Tekst van de regeling

Intitulé

nadere regels subsidie ouderbijdrage voor- en vroegschoolse educatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet,

Besluit:

Vast te stellen de nadere regels subsidie ouderbijdrage voor- en vroegschoolse educatie

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;

  • b.

    bestuur: het bestuur van een VVE gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • c.

    gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang die zowel aan de geldende wettelijke eisen als aan de overige, in Eindhoven van toepassing zijnde VVE -criteria voldoet;

  • d.

    ouder: persoon met ouderlijk gezag

  • e.

    VVE-plaats: een kindplaats met een omvang van tenminste 2 dagdelen (5,5 uur) per week op een gecertificeerde voorschoolse voorziening waar het kind een programma voor vroeg- en voorschoolse educatie krijgt aangeboden;

  • f.

    indicatie: Een door het consultatiebureau afgegeven verklaring waarbij wordt aangegeven dat sprake is van taalachterstand opgelopen als gevolg van onvoldoende blootstelling aan de Nederlandse taal;

  • g.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar dat een VVE-plaats heeft op een in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen opgenomen, gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • h.

    doelgroep: peuters in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar;

  • i.

    procesbeschrijving: de Procesbeschrijving betalingsproblemen ouderbijdrage VVE

  • j.

    landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen: een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen in Nederland;

  • j.

    subsidie: een bedrag wat via het bestuur beschikbaar wordt gesteld aan de ouders waarbij eventuele vergoedingen via de belastingdienst verrekend worden. Indien geen fiscale compensatie mogelijk is wordt een eigen bijdrage via het bestuur verrekend.

Artikel 2 Doel

Met deze nadere regels wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen een VVE gecertificeerde voorschoolse voorziening te laten bezoeken.

Artikel 3 Subsidie aanvrager

  • 1.

    Voor subsidie komt in aanmerking de ouder van een peuter;

  • 2.

    De subsidie voor de ouder wordt aangevraagd door het bestuur waaronder de VVE-voorziening valt.

Artikel 4 Aanvraag- en belistermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 6 ASV wordt de aanvraag voor de subsidie 2013 en 2014 uiterlijk voor1 april of voor 1 oktober ingediend;

  • 2.

    In afwijking van artikel 6 ASV wordt de beslistermijn op de aanvraag bepaald op 30 juni of 31 december.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie ouderbijdrage

  • 1.

    De bijdrage bestaat uit een subsidie per geplaatste en door het consultatiebureau toegeleide peuter;

  • 2.

    De subsidie wordt betaald aan de bestuurder van de VVE gecertificeerde voorschoolse voorziening.

  • 3.

    Deze verrekent de subsidie met de door ouders te betalen, inkomensafhankelijke eigen bijdrage en de evt. door hen te ontvangen op de basisuurprijs van € 6,70 gebaseerde kinderopvangtoeslag.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie kan jaarlijks door het College vastgesteld worden.

  • 5.

    Het huidige, maximale, subsidiebedrag bedraagt €9,- per geplaatste peuter per uur tot 11 uur per week.

Artikel 6 Subsidieduur

  • 1.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter een VVE-plaats bezet;

  • 2.

    De mogelijkheid subsidie te verkrijgen gaat in op 1 januari 2013;

  • 3.

    De subsidie eindigt met ingang van de datum waarop de betreffende peuter om welke reden dan ook, de voorschoolse voorziening verlaat;

  • 4.

    In ieder geval eindigt de subsidie uiterlijk op 31 december 2015.

Artikel 7 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag bevat informatie over de geplaatste en door het consultatiebureau toegeleide peuters waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • 2.

    Een onderverdeling naar categorieën (WKO, niet-WKO, geïndiceerd, niet-geïndiceerd);

  • 3.

    De locaties waar de betreffende peuters zijn geplaatst;

  • 4.

    De met de betreffende locaties samenwerkende Spil-/onderwijspartner;

  • 5.

    Een onderbouwde berekening van de aan te vragen subsidie;

  • 6.

    Per geplaatste peuter mag alleen het aantal VVE-uren worden gedeclareerd.

Artikel 8 Verplichtingen

  • 1.

    Het bestuur bepaalt aan de hand van door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, welke ouders in aanmerking komen voor de subsidie;

  • 2.

    Het bestuur brengt de subsidie in mindering op het door ouders van de peuters te betalen uurtarief voor gebruik van de VVE-plaats;

  • 3.

    De gemeente voert steekproefsgewijs controles op de door ouders verstrekte inkomensgegevens uit;

  • 4.

    Het bestuur rapporteert maandelijks cumulatief per geplaatste peuter:

    • -

      WKO/niet-WKO;

    • -

      Geïndiceerd of niet-geïndiceerd;

    • -

      Inkomenstoets;

    • -

      BSN nummer;

    • -

      Geboortedatum;

    • -

      Startdatum;

    • -

      Einddatum (indien relevant);

    • -

      Locatie Spil;

    • -

      Naam organisatie kinderopvang;

    • -

      Leeftijdsgroep (2 tot 2,5 jaar en/of 2,5 tot 4 jaar);

    • -

      Doorleiding door consultatiebureau (ja/nee).

  • 5.

    Met ingang van 1 januari 2014 rapporteert het bestuur per kwartaal.

Artikel 8a Betalingsachterstand

  • 1.

    Een ouder komt in aanmerking voor een subsidie voor betalingsachterstand indien deze achterstand dreigt te leiden tot schorsing van de peuter.

  • 2.

    De subsidie wordt betaald aan het bestuur op basis van facturen met een verklaring over de toegepaste procesbeschrijving.

  • 3.

    De subsidie wordt verstrekt onder de volgende verplichtingen:

  • a.

    Het volledig doorlopen hebben van de procesbeschrijving (bijlage A)

  • b.

    De ouder accepteert begeleiding bij het op orde krijgen van de financiële huishouding.

  • c.

    De ouder neemt deel aan die, door de gecertificeerde voorschoolse voorziening georganiseerde activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de actieve ouderbetrokkenheid.

  • 4.

    Het subsidieplafond voor betalingsachterstanden is vastgesteld op 200.000,-- Euro voor 2013 en 2014 in totaal.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

In aanvulling op de ASV m.b.t. de bevoorschotting worden:subsidies tot € 5.000,-- 100% bevoorschot in 1 termijn.

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    Uiterlijk voor 1 mei van het jaar volgend op de periode waarin de subsidie is ontvangen rapporteert het bestuur over het totaal van de hiervoor vermelde maandelijks verkregen gegevens;

  • 2.

    In afwijking van de ASV wordt voor subsidies tot € 5.000,-- een inhoudelijke verantwoording gevraagd;

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk besteedde uren per peuter.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 12 Geldigheidsduur nadere regels

Deze nadere regels gelden tot en met 31 december 2015

Eindhoven, 17 december 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 27 januari 2014.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.

 

 

TOELICHTING

Algemeen deel

De sinds 1 augustus 2010 geldende Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) regelt dat de gemeente alle kinderen die dat nodig hebben voorschoolse educatie aanbiedt.

Om deze voorschoolse educatie voor iedereen financieel bereikbaar te maken, het doelgroepbereik te vergroten en de integratie te bevorderen, komt de gemeente Eindhoven ouders van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een subsidiebijdrage tegemoet. Door de ouders te financieren en hen zelf te laten kiezen voor een erkende voorschoolse voorziening, wordt (omkleed met een systeem van toeleiding, monitoring en verrekening) ongeoorloofde staatssteun voorkomen en de marktwerking bevorderd.

In de Awb staat dat de subsidieverstrekking gebaseerd moet zijn op een wettelijk voorschrift in verband met rechtszekerheid en een doelmatige besteding van overheidsuitgaven.

Staatssteun: De Europese regelgeving ten aanzien van staatssteun is niet van toepassing omdat de subsidie aan burgers wordt verstrekt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt dat in de nadere regels wordt gehanteerd.

1d: Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie is een nadere uitwerking van artikel 1.50b Wko.. Het door de LEA op 4 april 2012 vastgestelde kwaliteitskader VVE 2012-2015 voor Eindhoven wordt in 3 fasen opgebouwd, zodat in 2015 voldaan kan worden aan de dan definitief geldende eisen voor certificering.

 

d. ouder: persoon met ouderlijk gezag

De regeling geeft nu ook verzorger, voogd of adoptief ouder de gelegenheid een subsidie aan te vragen en te ontvangen mits sprake is van ouderlijk gezag.

 

Artikel 2 Doel

De subsidie wordt als subsidie van de ouderbijdrage gegeven aan de houder (dat wil zeggen het bestuur van de houder) die de subsidie verrekent met de ouderbijdrage van de ouders.

Aan het voor geïndiceerde kinderen bestemde derde en vierde dagdeel zijn voor de ouders in kwestie, in lijn met het door de gemeenteraad in 2010 genomen besluit, geen kosten verbonden. Voor de dagdelen 1 en 2 wordt een subsidie gegeven aan de ouders van zowel geïndiceerde als niet-geïndiceerde kinderen.

De subsidie past in het gemeentelijk streven om VVE voor iedereen financieel bereikbaar te maken en een 100% bereik van de voor VVE-geïndiceerde kinderen te realiseren. De subsidie draagt ertoe bij dat kinderen zonder ontwikkelingsachterstand in groep 3 van het basisonderwijs kunnen beginnen.

Artikel 3 tweede lid

In verband met de definiëring van het begrip ouder is dit artikellid aangepast.

 

Artikel 4 aanvraag en beslistermijn

Onder bepaalde omstandigheden kan een bestuursorgaan de beslistermijn verlengen, namelijk als het de aanvrager verzoekt om de aanvraag aan te vullen door meer informatie te verschaffen, als de aanvrager schriftelijk instemt met het uitstel, als de vertraging de schuld is van de aanvrager of als er sprake is van overmachtsituaties. Als het niet lukt de termijn te halen moet de gemeente de aanvrager in de meeste gevallen meedelen dat de beslistermijn is opgeschort en binnen welke termijn alsnog een beslissing zal worden genomen. Dit betekent echter niet dat de termijn wordt verlengd. Wil de gemeente dus het zekere voor het onzekere nemen, dan is het verstandig dat zij gebruik maakt van de mogelijkheid om de aanvrager schriftelijk te laten instemmen met onvoorzien uitstel.

In dit geval is gekozen voor een beslistermijn van vier weken vanwege de relatieve eenvoud van de aanvraag.

Op de website van de gemeente wordt een aanvraagformulier geplaatst dat door de houders gebruikt kan Het aanvraagformulier is bij deze nadere regels gevoegd en door het college vastgesteld. Het bevat slechts die vragen die strikt noodzakelijk zijn voor de behandeling van de aanvraag.

 

Uit de praktijk blijkt dat instellingen ook tussentijds willen kunnen instappen.

 

Artikel 5 Hoogte van de subsidie ouderbijdrage

Er is sprake van een horizontale groep bestaande uit 2,5 tot 4 jarigen. Het VVE-programma voor niet geïndiceerde kinderen omvat 5,5 uur en het VVE-programma voor geïndiceerde kinderen omvat 11 uur. Er wordt gewerkt met een landelijk erkend VVE-programma. Een VVE-groep telt maximaal 15 kinderen. De beroepskracht-kind ratio bedraagt 1: 8.

De houder van de voorschoolse voorziening maakt bovendien bindende afspraken met de Spil-partners over:

  • -

    horizontaal samengestelde groepen (2,5 tot 4 jarigen) die een daadwerkelijke afspiegeling vormen van de wijk waar de voorschoolse voorziening is gevestigd;

  • -

    het terugdringen van ontwikkelingsachterstand, waardoor geïndiceerde kinderen zonder of met slechts beperkte achterstand in groep 1 van het basisonderwijs kunnen starten;

  • -

    verhoging van het mondelinge taal-, lees- en schrijfvaardigheidniveau van de pedagogisch medewerkers (niveau 3F/2F;

  • -

    actieve ouderbetrokkenheid;

  • -

    gerichte ondersteuning van Hbo’ers in de voorschool.

De hoogte van de gemeentelijke subsidie wordt bepaald door de relatie tussen het gezamenlijke ouderinkomen, de eventuele kinderopvangtoeslag en de mogelijke indicering door het consultatiebureau. Alle ouders van Eindhovense peuters van 2,5 tot 4 jaar komen in aanmerking.

Artikel 7 Bij aanvraag in te dienen gegevens

Er worden geen nadere gegevens van de houder zelf gevraagd.

In de eerste plaats omdat de houders via opname in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen aantoonbaar voldoen aan de kwaliteitseisen

En in de tweede plaats omdat de houders alleen doorgeefluik zijn van de subsidie in de ouderbijdrage.

Op deze wijze zijn het subsidiebedrag en de lasten die met de subsidieverstrekking gepaard gaan proportioneel.

De ouders komen alleen voor vergoeding in aanmerking als zij hun kinderen plaatsen op een VVE- gecertificeerde instelling. Het consultatiebureau in Eindhoven (de Stichting Zuidzorg) hanteert een lijst waarop de gecertificeerde instellingen staan. Ouders zijn vrij in hun keuze voor een instelling en locatie.

Artikel 8a  

Om misbruik te voorkomen en om te stimuleren dat ouders de rekeningen gaan betalen en blijven betalen is besloten tot een tijdelijke voorziening (alleen voor 2013 en 2014). Daarnaast zijn strenge voorwaarden in dit artikel opgenomen zoals het volledig doorlopen hebben van de procesbeschrijving. Het toezicht op de nakoming van de verplichtingen van de ouder zal vooral door de gecertificeerde voorschoolse voorziening gedaan worden.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

De houder is verplicht te melden op grond van de ASV indien er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de hoogte van het verleende bedrag. In dit geval is te denken aan een meer dan gemiddelde toename of afname van VVE-plaatsen. De gemeente kan, indien nodig, door een wijziging van de verleningsbeschikking het bevoorschottingsritme en de hoogte van de voorschotten aanpassen. Na vaststelling van de subsidie wordt het resterende bedrag uitgekeerd aan de subsidieontvanger. Het resterende bedrag is het vastgestelde subsidiebedrag verminderd met de verleende voorschotten.

tge/EJ12023994