Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belasting, heffing, bijdrage |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 24-11-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 71228 | Onbekend |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
"Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigings rechten 20 1 5 ".
HOOFDSTUK II. AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stbl. 1992, 551).
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belastingen worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij de verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de bij wege van aanslag geheven belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval de verschuldigde bedragen van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid driemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
HOOFDSTUK III. REINIGINGSRECHTEN
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij de verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de bij wege van aanslag geheven belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval de verschuldigde bedragen van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid driemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 19 Inwerkingtreding en citeerartikel
De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013” van 25 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg
behorend bij de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015".
Hoofdstuk 1: Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1 de belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1.1.1 indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 140,16
1.1.2 indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon € 215,52
1.1.3 voor iedere extra container die in gebruik is genomen € 83,28
Hoofdstuk 2: Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
2.1 het recht bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen en het
gebruik van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde
bedrijfsafvalstoffen van beperkte omvang indien:
- één container (naar keuze groen of grijs) € 140,16
- twee containers (naar keuze groen of grijs) € 215,52
- drie containers (naar keuze groen of grijs) € 420,36
- maximaal vier containers (naar keuze groen of grijs) € 620,28
Hoofdstuk 3: Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing ondergrondse inzameling
3.1 de belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
3.1.1 indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 140,16
3.1.2 indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon € 215,52
Hoofdstuk 4: Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten ondergrondse inzameling
4.1 het recht bedraagt per belastingjaar voor het kunnen storten van bedrijfsafval op een depot ten be-hoeve van ondergrondse inzameling van afvalstoffen indien:
- 0 tot en met 156 inworpen € 140,16
- 157 tot en met 312 inworpen € 215,52
- 313 tot en met 468 inworpen € 420,36
- 469 tot en met 624 inworpen € 620,28
- voor elke volgende aanvraag van 156 inworpen boven de 624 inworpen € 337,80
Bijlage behorende bij besluit van de raad der gemeente Elburg van 24 november 2014.