Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening haven- en kadegelden2015 |
Citeertitel | Verordening haven- en kadegelden 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | archief |
Regeling vervangt Verordening haven - en kadegeld 2014 vastgesteld bij raadsbesluit van 12-11-2013.
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 11-11-2014 Altena Nieuws, 04-12-2014 | 50065 |
Verordening haven- en kadegelden 2015
Artikel 1 - Aard van de heffing, belastbaar feit
Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren (Biesboschhaven en Beatrixhaven) of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;
2. meetbrief: het document als bedoeld in het metingbesluit Binnenvaartuigen 1978 juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);
3. vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;
4. zeeschip: een vaartuig dat te boek staat in het Zeeschepenregister, alsmede de schepen die noch in dit register, noch in het Binnenschepenregister te boek staan en blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor drijven of varen op zee zijn bestemd;
5. passagiersschip: een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
6. sleepboot/duwboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;
7. vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het vangen van vis;
8. pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;
9. werkstation: een drijvende of vaste inrichting die ingericht is of gebruikt wordt om werkzaamheden uit te voeren aan een vaartuig in de in artikel 1 bedoelde havens;
10. casco/nieuwbouwschip: vaartuig zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 waarvan nog niet officieel is vastgesteld wat de tonnenmaat van het vaartuig zal worden;
11. laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;
12. ton: een massa van 1.000 kilogram;
13. gross ton (GT): een massa van 1.016 kilogram;
14. gebruik van de haven: het in artikel 1 bedoelde gebruik van voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, zoals deze zijn aangegeven op de bij de verordening behorende kaart;
15. havenmeester: de havenmeester van de gemeente Werkendam of diens plaatsvervanger;
16. termijn: een in de tarieventabellen genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven en of kade plaatsvindt;
a een aaneengesloten tijdvak van 48 uren en;
b een aaneengesloten tijdvak beginnende op vrijdag om 17.00 uur en eindigende op maandag om 9.00 uur;
18. 7 dagen: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;
19. 14 dagen een aaneengesloten tijdvak van 14 dagen;
20. maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd en/of degene die gebruik maakt van de kade- en havenwerken waaronder begrepen de verlader en de reparateur. De aanslag kan worden tenaamgesteld van degene die daartoe een schriftelijk een verzoek indient onder voorwaarde dat voldoende zekerheid wordt gegeven over de betaling van de aanslag.
De belasting wordt geheven over de aaneengesloten verblijfsduur in één kalenderjaar dan wel, indien vooraf aangifte is gedaan van een al dan niet wisselend verblijf over een periode van een week of meer, de desbetreffende abonnementsperiode. Een tariefwijziging gaat in, direct na afloop van de betreffende in de tarieventabel genoemde termijn.
Indien de verblijfsduur niet gelijk is aan één van de in de tarieventabellen genoemde termijnen wordt het verschuldigde bedrag berekend door het bedrag van de naastliggende kortere termijn te verhogen met de belasting over het resterende gedeelte van de verblijfsduur. Indien ook het resterende gedeelte van de verblijfsduur niet gelijk is aan een van de in de tarieventabellen genoemde termijnen vindt op dat gedeelte het bepaalde in de vorige volzin op overeenkomstige wijze plaats en zo vervolgens. Indien een gedeelte van een termijn resteert wordt dit voor een gehele termijn gerekend.
Indien het op deze wijze berekende bedrag hoger is dan het belastingbedrag verschuldigd over de naasthogere termijn is het naasthogere belastingbedrag verschuldigd.
Voor de toepassing van de tarieven:
wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen 1, 2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt; dan wel de bedoelde meetbrief nog niet is opgesteld. Indien achteraf blijkt dat de werkelijke tonnage meer dan 100 ton afwijkt van het werkelijke tonnage vindt verrekening plaats;
begint bij voortgezet verblijf in de haven respectievelijk gebruik van de kade na afloop van de termijn waarvoor binnenhaven– respectievelijk kadegeld is geheven dan wel van de abonnementsperiode een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven respectievelijk van de kade opnieuw een aanvang;
Artikel 11 - Verschuldigdheid en aangifte
Onverwijld na binnenkomst van de haven dient de belastingplichtige zich via het VHF 12 kanaal of telefonisch via het 06 telefoonnummer zoals vermeld op het bord zoals dat geplaatst is op de havendam aan de ingang van de haven te melden. De belastingplichtige is bij die melding verplicht om (eventueel via de voice mail) de naam van het betreffende schip, het europanummer, de naam van de schipper met zijn of haar telefoonnummer, het tijdstip van binnenvaren en de vermoedelijke ligtijd te vermelden. Tevens dient vermeld te worden of gebruik wordt gemaakt van een abonnement en voor welke termijn dat abonnement wordt genomen.
De tarieven in deze verordening genoemd zijn exclusief omzetbelasting tenzij dit expliciet gemeld wordt.
Artikel 14 - Restitutie en overschrijving
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.
Artikel 15 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven en kadegeld.
Artikel 16 - Inwerkingtreding, citeertitel
1. De Verordening haven - en kadegeld 2014 vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening haven- en kadegelden 2015.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Werkendam van 11 november 2014
behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2015
c.Het tarief onder a., b, e, f, g, en h wordt per keer (per dag) dat wordt geladen of gelost verhoogd met | ||||||||
Onder 1 dag wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren.
Onder 2 dagen wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 48 uren en een aaneengesloten tijdvak beginnende op vrijdag om 17.00 uur en eindigende op maandag om 9.00 uur.
Onder een week wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen.
Onder twee weken wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 14 dagen
Onder een maand wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen.
Onder een kwartaal wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 90 dagen.
Onder een jaar wordt verstaan: een kalenderjaar.
Een termijn vangt aan op het aanvangstijdstip van het gebruik van de haven en, zo dit niet gemeld is, op de eerste dag van de termijn om 0.00 uur.
De aanduiding n.v.t. betekent dat de betreffende termijn niet van toepassing is voor het betreffende soort vaartuig.
Wanneer de toepassing van de tarieventabel havens leidt tot een lager bedrag aan havengeld dan
€ 13,50 wordt de aanslag vastgesteld op € 13,50.
behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2015
Tarieven met ingang van 1 januari 2015
f.Inworp van huishoudelijk afval in een ondergrondse afvalcontainer in het havengebied van Werkendam |
Onder 1 dag wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende om 0.00 uur.
Onder een week wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen
Onder een maand wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen.
Voor het gebruik van de loswal wordt, wanneer de toepassing van de tarieventabel kaden leidt tot een lager bedrag aan kadegeld dan € 5,00, de aanslag vastgesteld op € 5,00.
Wanneer voor de afname van stoom en water geen inworp van munten plaatsvindt en de toepassing van de tarieventabel kaden voor het gebruik van stroom en water leidt tot een lager bedrag aan kadegeld dan € 5,00 wordt de aanslag vastgesteld op € 5,00.