Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening reinigingsheffingen Grave 2016 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen Grave 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2017 | 01-01-2019 | Wijziging artikel 5, lid 2 en artikel 8, lid 3 | 07-02-2017 | Onbekend | |
01-01-2016 | 01-02-2017 | Nieuwe regeling | 10-11-2015 | Onbekend |
Gemeente Grave - “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2016”
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 september 2015.
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
“VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHT 2016”
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.“gebruik maken” in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing:
gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer
een gebouwde onroerende zaak – of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan – geen perceel zijnde.
afvalstoffen afkomstig van bedrijven, kantoren en instellingen, welke door geringe omvang of hoeveelheid gelijk te stellen zijn met huishoudelijk afval en als zodanig mede in aanmerking komen voor het periodieke inzamelen.
HOOFDSTUK II Afvalstoffenheffing
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Belastingplichtig voor het reinigingsrecht is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
HOOFDSTUK IV Aanvullende bepalingen
In afwijking in zoverre van het in het eerste lid bepaalde worden de belasting, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en het recht, bedoeld in artikel 8, derde lid, geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel nota of andere schriftuur.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 35,00 of minder dan € 4.000,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moet worden betaald in elf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 12 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting en rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5, eerste lid, en het recht bedoeld in artikel 8, eerste lid, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.
Artikel 13 Nadere regels college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de Reinigingsheffingen.
De “Verordening reinigingsheffingen Grave 2015 ” vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.