Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Toetsingscriteria voor ingrijpende verbeteringen aan woningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToetsingscriteria voor ingrijpende verbeteringen aan woningen
CiteertitelToetsingscriteria voor ingrijpende verbeteringen aan woningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpvolkshuisvesting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wat zijn de toetsingscriteria voor ingrijpende verbeteringen aan woningen? (beleidsregel)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2007nieuwe regeling

13-06-2007

de Peperbus, 27-06-2007

cb 2007-06.19

Tekst van de regeling

Intitulé

Toetsingscriteria voor ingrijpende verbeteringen aan woningen

 

 

TOETSINGSCRITERIA VOOR INGRIJPENDE VERBETERING AAN WONINGEN

DEEL 1. PROGRAMMA VAN EISEN:

 

00.00 ALGEMEEN

 

00.01 Het betreft onderdelen aan de hoofdbouw van een woning (excl. aan- en uitbouwen)

Betreffende de bestaande hellende daken platte daken, voorgevel, achtergevel en zijgevels

 

04.00 FUNDERING

 

04.04 Constructief

Bij meer dan 4 % scheefstand van vloeren of muren en/of scheurvorming in muren is het noodzakelijk funderingsherstel conform de rapportage van een ter zake deskundig adviesbureau uit te voeren.

 

04.70 Vochtbehandeling

Optrekkend vocht afdoende bestrijden.

Bij constatering van vochtgebreken herstel conform het advies van een ter zake deskundig adviesbureau.

 

04.80 Kruipruimte

Rottend en stinkend afval uit de kruipruimten verwijderen. Ander afval, zoals puin, verwijderen of verspreiden, zodat het leidingwerk bereikbaar blijft en een goede ventilatie onder de begane grondvloer gewaarborgd blijft.

 

13.00 VLOEREN

 

13.10 Vloerconstructie

Scheefstand van vloeren groter dan 4 % opheffen

 

13.11 Doorgeroeste (delen van) onderslagen vervangen inclusief opleggingen c.q. verankeringen.

 

13.12 Houten vloerbalken van begane grondvloeren en, indien daartoe aanleiding is i.v.m. doorzakking van de vloer of lekkage, de balkkoppen van verdiepingsvloeren in gevelmuren en t.p.v. keuken en natte cellen zonodig herstellen of vernieuwen.

 

14.00 DAKEN

 

14.10 Kapconstructies

Gebreken aan spanten, muurplaten, gordingen e.d. opheffen door herstel of vervangen van onderdelen.

 

14.20 Dakvlak

Verrot c.q. aangetast dakbeschot, panlatten en tengels vervangen.

 

14.20.10 Scheefliggende dakpannen herleggen, kapotte en geschilferde dakpannen vervangen.

Pannendakbedekking ouder dan 50 jaar, tenzij in goede staat, geheel vervangen.

 

14.20.20 Gebreken aan bitumineuze dakbedekking opheffen.

Bedekking zo nodig geheel vervangen.

 

14.30 Randafwerking

 

14.31 Zinken bekleding, ouder dan 15 jaar vervangen en mastiekbekleding, ouder dan 10 jaar vervangen, tenzij in goede staat (NB. dakrand evt. in samenhang met vervanging van bitumineuze dakbedekking herzien).

 

14.32 Losliggende vorsten en gevelpannen herleggen en indien nodig vernieuwen. Kapotte en geschilferde vorsten vervangen.

 

14.33 Verrotte c.q. aangetaste windveren en dekspanen verwijderen en indien mogelijk vervangen door gevelpannen, anders herstellen of vervangen.

 

14.35 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening dakrand) herstellen of vervangen.

 

14.40 Dakgoten

 

14.41 Vervuilde dakgoten schoon maken

 

14.42 Kapotte of verrotte onderdelen herstellen of vernieuwen. Indien nodig extra afvoer aanbrengen, dan wel afschot herstellen.

 

14.50 Dakdoorbreking

 

14.51 Dakramen, lichtkoepels en dakluiken waterdicht maken of vervangen. Lood- en zinkwerk zo nodig vernieuwen. Eventueel dakramen en lichtkoepels slopen en dichtzetten overeenkomstig bestaande constructie.

 

14.70 Dakkapellen bestaand

 

14.71 Dakkapellen, wind- en waterdicht maken en verrotte onderdelen vervangen dan wel in het geheel vervangen. Lood- en zinkwerk zo nodig vernieuwen

 

15.00 TRAPPEN

 

15.10 Buitentrappen/bordessen (steenachtig)

Kapotte onderdelen van trappen herstellen.

Losse onderdelen vastzetten.

 

16.00 GEVELS

 

16.10 Gevelwanden

 

16.11 Bij scheuren in metselwerk constructieve oorzaak

achterhalen en opheffen.

 

16.12 Scheuren in metselwerk uithakken en opnieuw voegen. Beschadigde stenen vervangen. Losse stenen en stukken metselwerk opnieuw (in) metselen in overeenstemming met de bestaande situatie.

 

16.13 Aangetast betonwerk repareren in overeenstemming met de bestaande situatie.

 

16.20 Puien/gevelwand

 

16.21 Aangetaste en/of versleten delen vervangen, dan wel onderdeel geheel vervangen

 

16.30 Randvoorzieningen

 

16.31 In het metselwerk opgenomen stalen constructiedelen indien nodig, bijv. i.v.m. het uitduwen van stenen, inspecteren op roest en zo nodig behandelen c.q. vervangen.

 

16.32 Losse stenen in rollagen en gemetselde onderdorpels vastzetten en voegen. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen.

 

16.33 Uitgesleten hardstenen dorpels en beschadigde neuten egaliseren met kunstharsmortel. Losse dorpels vastzetten. Gescheurde dorpels zo mogelijk herstellen met kunstharsmortel, anders vervangen.

 

16.40 Afwerkingen

 

16.41 Los, gescheurd of ontbrekend voeg- en pleisterwerk repareren overeenkomstig de bestaande situatie.

 

16.42 Gevelbekledingen

Kapotte of losse hardstenen gevelbekledingen herstellen en/of vastzetten.

 

16.50 Kozijnen, ramen en deuren

 

16.51 Aangetaste delen van kozijnen herstellen of vervangen. Te zeer aangetaste kozijnen in samenhang met beweegbare delen geheel vervangen.

 

16.52 Slecht sluitende, klemmende of slecht gangbare ramen goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste ramen vervangen.

 

16.53 Slecht sluitende, klemmende of slecht gangbare buitendeuren goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste en/of versleten deuren vervangen.

 

16.70 Gevelbehandeling

 

16.71 Vochtdoorslag afdoende bestrijden.

 

16. Behandeling alleen toepassen in samenhang met vervangen van al het voegwerk

 

17.00 BALKONS EN TERRASSEN

 

17.01 Overig algemeen

Ondeugdelijke bouwsels verwijderen.

 

17.02 Constructie

Constructieberekening volgens NEN 6702.

Aangetaste consoles, balken en kolommen herstellen c.q. vervangen.

 

17.03 Plaat/bodem

Constructie aangetaste platen herstellen c.q.

vervangen

 

17.03.10 Losse en/of gescheurde afwerkvloeren vervangen

 

17.03.20 Gebreken aan bitumineuze bedekking opheffen.

Bedekking zo nodig geheel vervangen.

Aangetaste zinken bedekking vervangen

 

17.30 Afwerkingen

 

17.31.10 Loodwerk controleren op gebreken en zo nodig vervangen

 

17.31.20 Aangetaste of verrotte vullingen van dilataties verwijderen en nieuwe vullingen aanbrengen.

 

17.31.30 Gebreken aan de rand herstellen. Zinken bekledingen, indien aangetast en/of ouder dan 15 jaar, vervangen en mastiekbekledingen, indien aangetast en/of ouder dan 10 jaar.

 

17.31.40 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening rand) herstellen of vervangen.

 

17.31.50 Hekwerk/borstwering

Aangetast hekwerk, gemetselde borstwering met scheurvorming en losse stenen slopen. Nieuwe hekwerk aanbrengen (evt. in samenhang met herziening draagconstructie).

 

18.00 SCHILDERWERK BUITEN

 

18.10 Schilderwerk aan te handhaven onderdelen.

 

18.10.10 Van houten onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, houtwerk schuren, stoppen, tweemaal gronden en aflakken.

 

18.10.20 Van stalen onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, staal eventuele na ontroesting en reiniging tweemaal gronden, - eenmaal met corrosiewerende verf - en aflakken.

 

18.10.30 Glad betonwerk - na reparatie - afstralen en tweemaal behandelen met 2-componenten coating.

 

18.20 Schilderwerk aan nieuw aan te brengen onderdelen.

 

18.20.10 Alle houtvlakken in aanraking met beton of metselwerk tweemaal meniën of gronden

 

18.20.20 Alle in het zicht blijvende houtvlakken driemaal behandelen met een dekkende beits of in overeenstemming met bestaande situatie tweemaal gronden en aflakken.

 

18.20.30 Van onverzinkt staal walshuid verwijderen, behandelen met zink compound en aflakken. Bij verzinkt staal eventuele beschadigingen met zink compound bijwerken.

 

19.00 GLASWERK BUITEN

 

19.00.10 Kapot glas in kozijnen, ramen en deuren vervangen . Ondeugdelijk glas-in-lood herstellen/vervangen als bestaand. Nieuw glas eventueel in samenhang met vervangen kozijnen aanbrengen. Waar mogelijk glaslatten toepassen.

Minimaal uitvoeringsniveau:

  • -

    dubbele beglazing ( U-waarde 2,8)

  • -

    aanbrengen ventilatie voorziening d.m.v. rooster of klepraam

 

45.00 VENTILATIE/ROOKGASAFVOER

 

45.20 Luchttransport

 

45.20.10 Gebreken aan zinken ontluchtingskappen herstellen/ Ondeugdelijke kappen vernieuwen. Zo nodig loodwerk herzien.

 

45.20.20 Gebreken aan ventilatiekanalen herstellen/

Indien nodig buitendak geheel vervangen.

 

45.30 Rookgasafvoeren

 

45.30.10 Nog in functie zijnde rookgasafvoerkanalen

 

45. waar nodig rookdicht herstellen

 

45.50 Schoorstenen buiten

 

45.50.10 Alle niet-functionerende schoorstenen die in slechte staat verkeren, buitendak eventueel slopen, dak aanhelen.

 

45.50.20 Gebreken aan metsel- en voegwerk herstellen.

 

45.50.30 Loodwerk zo nodig herstellen of vernieuwen.

 

45.50.40 Schoorsteenpotten zonodig vervangen

 

45.50.50 Afwaterende afwerklaag herstellen c.q. vervangen.

 

45.50.60 Indien nodig schoorsteen geheel nieuw opmetselen of vervangen door gelijkwaardige dakdoorvoer

 

54.00 HEMELWATERAFVOEREN

 

54.10 Gootbekleding

Gebreken herstellen dan wel bekleding geheel vervangen. Zinken gootbekleding, ouder dan 15 jaar, geheel vervangen.

 

54.20 Hulpstukken

Kiezelbakken, vergaarbakken en balkondoorvoeren controleren en zo nodig herstellen of vernieuwen.

 

54.40 Hemelwaterafvoer

Ondeugdelijke leidingen geheel of gedeeltelijk vervangen

 

55.00 RIOLERING

 

55.01 Ondeugdelijke grondleidingen in kelders en kruipruimtes vervangen. Bij vervangingriolering waterdicht, geluidsarm en stankvrij opleveren. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen afstoppen en een nieuw leidingverloop aanbrengen.

 

DEEL 2. PROGRAMMA VAN AANBEVELING:

 

00.00 ALGEMEEN

 

00.01 Onderdelen als genoemd in programma van eisen

Wanneer het werkzaamheden betreft t.b.v. uit-en/of aanbouwen aan de hoofdbouw waarin woonfunctie aanwezig is ( keuken, bijkeuken, toilet, douche en portaal). Onderdelen van een woning terugbrengen naar “originele uitvoering” mits deze voldoen aan bouwbesluit

 

ONDERDELEN / ELEMENTEN:

 

13.00 VLOEREN

 

13.01 Warmte-isolatie

(i.s.m. vloerafwerking en plafond )

Minimaal

uitvoeringsniveau: begane grondvloeren, incl.

vloeren boven kelders; Rc waarde

minimaal 2,5 m2 K/W.

Berekeningswijze conform NEN

1068.

 

13.02 Geluidsisolatie woningscheidend

i.s.m. vloerafwerking en plafonds

Minimaal

uitvoeringsniveau: woningscheidend

 

13.03 Brandwerendheid

Minimaal

uitvoeringsniveau: Brandwerendheid in minuten

conform het Bouwbesluit

 

13.04 Waterkerende vloer afwerkingen (douche/w.c.)

Aangebrachte vloer afwerkingen die niet voldoen aan de eisen t.a.v. constructie, waterdichtheid e.d. verwijderen. Nieuwe vloerafwerking aanbrengen.

Minimaal

uitvoeringsniveau: 1: ondervloer (bij kleine opp.)

metalen zwaluwstaartplaat en

beton;

aansluiting vloer-

wand opstorting afdichten met

een rubberfolie en kitvoeg;

afwerking: vloertegels

(eerste soort prijsklasse 0)

 

14.00 DAKEN

 

14.01 Warmte-isolatie hellend dakvlak

Minimaal

uitvoeringsniveau: bij handhaven/vervangen dakbeschot:

isolatie aan buitenzijde aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag met ventilatie voorziening ieder geval met een Rc waarde van minimaal

2,5 m2 K/W

 

14.02 Warmte-isolatie platte daken

Minimaal

uitvoeringsniveau: Zie 14.21

Dakventilatie pijpjes

verwijderen bij isolatie

aan koude zijde. Bij isolatie

aan warme zijde moet de

ventilatie van de luchtspouw

gehandhaafd blijven.

 

14.03 Brandwerendheid

Minimaal

uitvoeringsniveau: Brandwerendheid in minuten

conform het Bouwbesluit.

 

14.04 Dakterrassen

 

14.05 Warmte isolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: 1: bij handhaven dakbeschot:

isolatie aan buitenzijde

aanbrengen, indien dit niet

mogelijk is dan aan binnen-

zijde met dampremmende laag

in ieder geval met een Rc waarde

van minimaal

2,5 m2 K/W

 

14.70 Dakkapellen bestaand

 

14.70.01 Warmte isolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: 1: isolatie aan buitenzijde

aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag. Bij isolatie aan warme zijde moet de ventilatie van de luchtspouw gehandhaafd blijven.

 

14.03 Brandwerendheid

Minimaal

uitvoeringsniveau: Brandwerendheid in minuten

conform het Bouwbesluit.

 

14.70.02 Dakramen bestaand

 

14.70.03 Warmte-isolatie

Geïsoleerde dakramen toepassen met ventilatiemogelijkheid.

 

16.00 GEVELS

 

16.01 Warmte-isolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: Rc waarde minimaal 2,5 m2 K/W

Berekeningswijze conform NEN

1068.

 

16.02 Puien/kozijnen

 

16.03 Warmte-isolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: kozijnen met dubbel glas,

panelen in puien isoleren

met Rc minimaal 2,5 m2 K/W/.

 

16.04 Koude bruggen

Bij koude bruggen isolatie aanbrengen conform advies deskundig buro.

 

16.05 Gevelbehandeling

Bestaande vervuilde gevels (straatzijde) reinigen en impregneren (steenswerk), mits noodzakelijk herstel/vervangen voegwerk

 

16.06 Gevelbekleding

Bij toepassing van gevelbekleding met isolatie, aanbrengen conform advies deskundig buro of volgens voorschrift fabrikant.

 

17.00 BALKONS EN TERRASSEN/GALERIJEN

 

17.01 Warmte-isolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: Door de gevel stekende

constructies i.v.m. koude brug

isoleren zie ook 16.06

 

19.00 GLASWERK BUITEN

 

19.01 Isolatie glaswerk buiten

Minimaal

uitvoeringsniveau: Kozijnen, ramen en deuren

voorzien van dubbele beglazing (U-waarde 2,8)

 

22.00 WANDAFWERKING

 

22.01 Isolatie

Indien nodig i.v.m. geluidwering of warmte-isolatie

een voorzetwand aanbrengen.

Minimaal

uitvoeringsniveau: 1. voorzetwand bouwmuur/

woningscheidend en t.p.v.

scheidingen met trappenhuis,

bergingen en winkels;

stijl- en regelwerk met gips-

kartonplaat d = 12,5 mm

gevuld met 50 mm minerale wol

en dampremmende laag;

2.voorzetwand gevel;

2. stijl en regelwerk met

2. gipskartonplaat d = 9,5 mm

2. gevuld met isolatie en

2. dampremmende folie

2. Rc minimaal 2,5 m2 K/W.

 

24.00 PLAFONDS

 

24.01 Warmte- isolatie

In samenhang met dakconstructie

Minimale eis: RC minimaal 2,5 m2 K/W.

Berekeningswijze conform de

NEN 1068

 

25.00 TRAPPEN

 

25.01 Geluidsisolatie

Minimaal

uitvoeringsniveau: Dichte trappen, indien

woningscheidend, aan de

onderzijde voorzien van een

steenwoldeken d=40 mm tussen

treden/stootborden en

vrijdragende afwerking in.

 

25.02 Brandwerendheid

Minimaal

Uitvoeringsniveau: Brandwerendheid in minuten

conform het Bouwbesluit.

 

29.00 Politiekeurmerk Veilig Wonen

Inbraakwerendheid van de woningen:

Van belang zijn deuren en ramen, waarbij het eisenpakket voor de woningen aansluit bij de Europese normen CEN-ENV 33.0036:1993 in de bestaande VKG voorschriften.

De volgende onderdelen dienen te voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen:

  • -

    Lage daken (i.v.m. inklimbaarheid);

  • -

    Voordeur;

  • -

    Zij- en achterdeuren;

  • -

    Beweegbare ramen en ventilatie openingen;

  • -

    Beveiligingsverlichting;

  • -

    Bouwbeslag;

 

Erfafscheidingen zichtgevels aan openbare ruimte ( ter goedkeuring voorleggen per blok)

Ondeugdelijke scheidingen verwijderen. De noodzakelijke duurzame scheidingen aanbrengen.

 

45.00 VENTILATIE/ROOKGASAFVOER

 

45.10 Ventilatie

Indien niet of onvoldoende aanwezig t.b.v. keuken, badkamer en w.c. ontluchting c.q. ventilatie aanbrengen. Mate van luchtverversing conform het Bouwbesluit.

Ontluchting bovendaks. Spleten aan onderkant deuren van keuken en badkamer.

 

45.20 Rookgasafvoeren

Indien een rookgasafvoer t.b.v. geiser ontbreekt,

deze aanbrengen.

 

51.00 GASINSTALLATIES

 

51.10 De gasinstallatie conform de eisen van het energiebedrijf

 

52.00 WATERINSTALLATIES

 

52.10 Aansluiting woning

Hoofdtoevoerleidingen koud water controleren op gebreken en zo nodig herstellen of vervangen. Loden leidingen altijd vervangen door koper (opbouw). Elke woning apart afsluitbaar maken vanuit de woning.

In niet-vorstvrije ruimten leidingen isoleren.

 

52.20 Waterleiding

Warm- en koudwaterleidingen op gebreken controleren en zo nodig herzien. Loden leidingen vervangen. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen afstoppen en een nieuw leidingverloop aanbrengen.

 

52.30 Wasmachine aansluiting

Indien niet aanwezig aanbrengen.

 

55.00 RIOLERING

 

55.10 Loden c.q. ondeugdelijke leidingen vervangen; waterdicht, geluidsarm en stankvrij opleveren. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen afstoppen en een nieuwe leidingverloop aanbrengen.

 

55. Minimaal

 

55. uitvoeringsniveau: PVC voorzien van KOMO keur

 

55.20 Wasmachine aansluiting

Indien niet aanwezig aanbrengen.

 

62.00 ELEKTRA

 

62.10 De elektrische installatie conform de leveringsvoorwaarden van het energiebedrijf

 

62.20 Wasmachine aansluiting

Indien niet aanwezig aanbrengen.