Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp Montferland 2015 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp Montferland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Jeugdwet, art. 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 30-10-2014 Gemeenteblad, 24 november 2014 | Onbekend |
De raad van de gemeente Montferland
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 [en 8.1.1, vierde lid,] van de Jeugdwet;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen:
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: 1. andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
8. Centrum Jeugd en Gezin c.q. Sociaal team (hierna CJG): een gebiedsgericht multidisciplinair team dat de hulpvraag van jeugdigen en hun ouders oppakt en afhandelt;
Artikel 2: Vormen van jeugdhulp
De volgende vormen van overige (vrij-toegankelijke) voorzieningen zijn beschikbaar: * Preventie/basiszorg, bestaande uit de functies: • informatie- en (opgroei) advies / opvoed- en opgroeiondersteuning; • signalering; • toeleiding naar vrij toegankelijke hulp • licht pedagogische hulpverlening: • coördinatie van zorg bij lichte, enkelvoudige problematiek; * Basisdiagnostiek; * Toegangsfunctie (voor individuele voorzieningen); * Meldpunt Spoedeisende Zorg; * Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK);
De volgende vormen van individuele (niet vrij toegankelijke) voorzieningen zijn beschikbaar: Specialistische hulp: * Voortgezette diagnositiek; * Begeleiding/ambulante hulp; * Crisishulp/crisisopvang; * Dag- en deeltijdbehandeling (zonder verblijf) * Pleegzorg;; * Verblijf 24-uurs zorg; * Verblijf deeltijd; * Jeugdzorg Plus; * Coördinatie van zorg bij complexere problematiek; * Jeugdbescherming; * Jeugdreclassering: * Forensische jeugdzorg * Dyslexiezorg
Artikel 3a Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Alleen als de jeugdige of zijn ouders na verwijzing, als bedoeld in het derde lid, hierom verzoeken, of als de gemeente niet instemt met het oordeel over benodigde hulpverlening van de jeugdhulpaanbieder na verwijzing, legt het college de te verlenen individuele voorziening, respectievelijk het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 6;
Artikel 3b. Toegang jeugdhulp via kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering;
Artikel 3c. Toegang jeugdhulp in spoedeisende gevallen
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening, of vraagt het college een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp bij de rechter als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.
Artikel 4 Procedure toegang jeugdhulp via gemeente
Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de procedure van en de voorwaarden voor toekenning, gebruik van het gezinsplan de wijze van beoordeling en de afwegingsfactoren bij een melding of een hulpvraag voor een individuele voorziening bij het CJG. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen.
HOOFDSTUK 3: Afweging bij en voorwaarden voor toekennen aanvraag individuele
Artikel 5a: Toekenning individuele voorzieningen
Het college kent een individuele voorziening toe voor zover volgens de procedure, op basis van artikel 4, is vastgesteld dat de jeugdige: a. op eigen kracht of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn hulpvraag kan vinden; b. geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te kunnen maken van een overige voorziening; c. geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening;
Artikel 5b: Toekenning individuele voorziening via Persoonsgebonden budget
De hoogte van het persoonsgebonden budgetvoor een voorziening wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
HOOFDSTUK 4: Overige bepalingen
Artikel 7: Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
1.Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of
onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en
omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding
kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele
2.Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een
individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:
de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor
een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, dient het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde te vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.
Artikel 8:. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; c. een redelijke toeslag voor overheadkosten; d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; e. kosten voor bijscholing van het personeel.
Artikel 11. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college overige nadere regels stellen.
Voor jeugdigen en/of hun ouders die op het moment van inwerkingtreding van de Jeugdwet en deze Verordening Jeugdhulp al een verwijzing in de zin van de Zorgverzekeringswet (Zvw) of een indicatiebesluit in de zin van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) of de Wet op de Jeugdzorg (Wjz) hebben, is het overgangsrecht van toepassing zoals bedoeld in artikel 10.1, 10.2 en 10.3 van de Jeugdwet.
Wanneer sprake is van overgangsrecht is het college er voor verantwoordelijk dat de jeugdige de jeugdhulp kan voortzetten bij dezelfde aanbieder, indien dit redelijkerwijs mogelijk is. Daarbij geldt dat deze verwijzingen en indicatiebesluiten maximaal een jaar na inwerkingtreding van de Jeugdwet blijven gelden;
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 oktober 2014.
De griffier,…………. De voorzitter,……………
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Vormen van jeugdhulp
Artikel 3a Toegang jeugdhulp via huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Artikel 3b Toegang jeugdhulp via kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering
Artikel 3c Toegang jeugdhulp in spoedeisende gevallen
Artikel 4 Procedure toegang jeugdhulp via gemeente
Hoofdstuk 3: Afweging bij en voorwaarden voor toekennen aanvraag individuele voorziening
Artikel 5a Toekenning individuele voorzieningen
Artikel 5 b Toekennen individuele voorziening via pgb
Hoofdstuk 4: Overige bepalingen
Artikel 7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Artikel 8 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering