Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Raalte

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Raalte
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-12-201401-01-2016nieuwe regeling

06-11-2014

Gemeenteblad 2014, 70351

7101

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014,

gelet artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015.

(Verordening afvalstoffenheffing 2015)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    aanbieding: het aanbieden van een container ter lediging waarbij het registratiesysteem wordt geactiveerd, alsmede het aanbieden van afval per aanbieding in een verzamelcontainer, alsmede het aanbieden van afval waarbij het vuilaanbod niet individueel wordt geregistreerd.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer, alsmede voor het omruilen van containers en het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk en tuinafval.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in het hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in de hoofdstukken 1.2, en 1.3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 3. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.4 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.4 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6. Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1a. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, die worden opgelegd in het belastingjaar, waarop zij betrekking hebben, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 1b. In afwijking van het, eerste lid, letter a, moeten de aanslagen die worden opgelegd na het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 1c. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, die worden opgelegd 1 jaar na het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 1d. In afwijking van het, eerste lid, letter c, moeten de aanslagen die worden opgelegd 2 jaar of meer na het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 1e. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 6, derde lid, worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 30 dagen na dagtekening.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid, letter a en c, geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid van dit artikel moeten andere aanslagen dan die genoemd in het eerste lid letter a en c, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening afvalstoffenheffing 2014” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2014.

de griffier

drs. J.B. Zijlstra

de voorzitter,

P.A. Zoon

Tarieventabel

Tarieventabel

Behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing 2015".

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1 Maatstaf jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing.

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 70,20

1.1.2 Indien het vuilaanbod niet overeenkomstig 1.2. en 1.3 individueel wordt geregistreerd, bedraagt, ongeacht het werkelijke vuilaanbod en de wijze van huisvuil inzameling de belasting per perceel per belastingjaar € 115,20

1.2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor de lediging van containers en afvalbakken.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

1.2.1 een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 9,21

1.2.2 een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 5,63

1.2.3 een container van 40 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 2,10

1.2.4 een container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval € 2,40

1.2.5 een container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval € 1,40

1.2.6 een container van 80 liter, bestemd voor groente-, fruit en tuinafval € 0,80

1.2.7 een container van 40 liter, bestemd voor groente-, fruit en tuinafval € 0,40

1.3 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing bij het gebruik van verzamelcontainers.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

1.3.1 Overige huishoudelijke afvalstoffen, per aanbieding van maximaal 40 liter € 1,11

1.4 Overige tarieven.

1.4.1. Indien de belastingplichtige wil wisselen van containervolume, dan bedragen de kosten voor de omwisseling door ROVA van een of twee containers, per keer € 45,00

Indien de containers door belanghebbende zelf worden afgehaald € 14,58

1.4.2 Indien een nieuw ingezetene van de gemeente als belastingplichtige wordt aangemerkt, kan hij gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos een maal van container volume wisselen.

1.4.3 Indien een belastingplichtige van de gemeente, binnen de gemeente verhuist, kan hij gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing feitelijk heeft plaatsgevonden kosteloos een maal van containervolume wisselen.

1.4.4 Onverminderd het bepaalde in 1.1 t/m 1.3 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval bij een hoeveelheid van

  • -

    minder dan 1 m3 € 22,92

  • -

    meer dan 1 m3 doch minder dan 2 m3 € 35,19

  • -

    meer dan 2 m3 doch minder dan 3 m3 € 47,45

1.4.5 Onverminderd het bepaalde in 1.1 t/m 1.3 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval bij een hoeveelheid van

  • -

    minder dan 1 m3 € 14,93

  • -

    meer dan 1 m3 doch minder dan 2 m3 € 26,12

  • -

    meer dan 2 m3 doch minder dan 3 m3 € 37,31

1.4.6 Onverminderd het bepaalde in 1.1 t/m 1.3 kan op 6 momenten per jaar het grof tuinafval tegen een nihil tarief naar een Rova milieustation worden gebracht. Deze 6 momenten worden kenbaar gemaakt via de reguliere informatiekanalen.

Behoort bij het raadsbesluit van 6 november 2014 vaststelling van de "Verordening afvalstoffenheffing 2015".

Raalte, 6 november 2014,

De griffier van de gemeente Raalte,

drs. J.B. Zijlstra