Organisatie | Horst aan de Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Werktijdenregeling gemeente Horst aan de Maas |
Citeertitel | Werktijdenregeling Horst aan de Maas |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
CAR-UWO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2014 | Nieuwe regeling | 01-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 27-11-2014 | Onbekend |
Artikel 3 Werk- en openingtijden
De openingstijd voor publiek is van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur naast avondopenstellingen tot 20.00. Gedurende de openstellingen voor publiek is er sprake van adequate bezetting van de voor de dienstverlening verantwoordelijke vakafdeling. Hiernaast wordt tijdens deze openstellingen ondersteuning door I&A en Facilitair gewaarborgd.
De standaardregeling voor de werktijden als bedoeld in artikel 4:2 CAR-UWO is van toepassing op alle medewerkers van de Gemeente Horst aan de Maas met uitzondering van de functie(s) genoemd in artikel 5.
De bijzondere regeling voor de werktijden als bedoeld in artikel 4:2 CAR-UWO is van toepassing op de volgende functiefamilies en medewerkers:
- Vakinhoudelijk medewerkers E: Zwemonderwijzers + onderhoudsmedewerker zwembad + kassier/administratief Medewerker zwembad
- Technisch uitvoerend C: Onderhoudsmedewerker zwembad
- Medewerker Dienstverlening C; kassier/ administratief medewerker zwembad
- Alle medewerkers met uitzondering van de administratief ondersteunende functies: Vakinhoudelijk C, Administratief secretarieel B en C, Medewerker dienstverlening B en de Management E functie.
- Technisch uitvoerend medewerker C: Conciërges Gasthoes
- Technisch uitvoerend medewerker A en C: Conciërges gymzalen en toneelmeester Cultureel Centrum
De medewerker ontvangt voor overwerk een vergoeding als bedoeld in artikel 3:2 CAR-UWO. Op werktijden genoemd in artikel 3 die van toepassing zijn op de medewerkers in de bijzondere regeling is geen sprake van overwerk tenzij een medewerker een dienstopdracht krijgt om meer uren te werken dan de feitelijk vastgestelde arbeidsduur per week.
Een medewerker heeft geen aanspraak op een toelage wegens onregelmatige dienst of - overwerk wanneer de medewerker zelf kiest voor een werktijd waarvoor volgens artikel 3:2 en 3:3 van de CAR/UWO een onregelmatigheid- of een overwerktoelage geldt. Dit geldt ook wanneer de medewerker langer dan de feitelijke arbeidsduur per dag werkt maar daarvoor geen expliciete opdracht van de manager heeft ontvangen.
Medewerkers stellen in overleg met de manager en de overige medewerkers binnen de afdeling en rekening houdend met de eisen van bedrijfsvoering (o.a. voldoende bezetting, aangewezen brugdagen, etc.) , een jaarrooster op. Deze planning bestaat uit de te werken uren per jaar en afspraken over de feitelijke arbeidsduur per maand, de arbeidsduur per dag en de werktijd.
Artikel 7 Buitendagvenstervergoeding
Medewerkers die in de standaardregeling vallen, kunnen recht hebben op een buitendagvenstervergoeding conform artikel 3:8 van de CAR-UWO. In 2 gevallen heeft de medewerker recht op deze buitendagvenstervergoeding:
a. De medewerker krijgt een dienstopdracht om buiten het dagvenster te werken. De buitendagvenstervergoeding wordt uitbetaald en de gewerkte uren buiten het dagvenster in tijd gecompenseerd.
b. De medewerker wordt aangewezen voor een beschikbaarheidsdienst (CAR-UWO artikel 2:C en bezoldigingsregeling gemeente Horst aan de Maas artikel 16).
Voor de uren dat hij tijdens deze dienst daadwerkelijk buiten het dagvenster werkt, krijgt de medewerker een buitendagvenstervergoeding uitbetaald. De uren die binnen of buiten het dagvenster worden gewerkt dienen op een ander moment te worden gecompenseerd.
Artikel 8 Ziekte en buitengewoon verlof
Bij ziekte en bijzonder verlof gelden de uren zoals ingevuld op het jaarrooster.
Artikel 9 Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Als een medewerker volgens zijn vastgestelde persoonlijke ontwikkelingsplan of aanvulling daarop een opleiding, studie, cursus, werkbijeenkomst, congres, beurs of dergelijke moet bezoeken, dan is de Uitvoeringsregeling opleiding- en studiefaciliteiten van toepassing.
Iedere medewerker registreert de gewerkte uren in het voorgeschreven format en systeem. In bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken, dit ter beoordeling van de leidinggevende.
Artikel 12 Gebruik van de regeling
De manager is verantwoordelijk voor een juiste toepassing van deze regeling.
Horst aan de Maas, 1 november 2014.
Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,
namens dezen,
De gemeentesecretaris,
Drs. J. van der Noordt MMO
Artikelgewijze toelichting Werktijdenregeling Horst aan de Maas
Er wordt gerekend in termen van te werken uren. Een voltijder heeft een volledige betrekking met een arbeidsduur van 1836 uur per jaar. Het netto aantal te werken uren wordt berekend door het aantal werkdagen te verminderen met het aantal, niet jaarlijks op zaterdag of zondag vallende feestdagen per jaar, gecorrigeerd met de kans dat zij periodiek op een zaterdag of een zondag vallen. Voor deeltijders wordt het aantal te werken uren naar rato van de formele arbeidsduur per week berekend. Het gaat gemiddeld om 5 6/7 dag per jaar.
De in aanmerking genomen feestdagen zijn Nieuwjaarsdag (gemiddeld 5/7 dag), 2e paasdag (7/7), Koningsdag (5/7), Hemelvaartsdag (7/7), 2e Pinksterdag (7/7) en de beide Kerstdagen (10/7).
De berekening is dan als volgt: 365,25 dagen x 5/7 – 5 6/7 = 255 dagen. 255 x 7,2 uur (=36 uur:5) = 1836 uren. Voor parttimers geldt dit naar rato. De berekeningsbasis vormt de formele arbeidsduur per week.
De gemeente Horst aan de Maas heeft carnavalsmaandag- en dinsdag (14,4 uren), en de laatste werkmiddag van het jaar (3,6 uren) als vrije dagen aangewezen. Daarnaast geldt een vrije dag bij deelname aan het jaarlijkse uitstapje van de personeelsvereniging (7,2 uur) en de afdelingsactiviteit (3,6 uur).Mocht er in een bepaald jaar geen uitstapje van de personeelsvereniging plaatsvinden, dan wordt in overleg met de Ondernemingsraad, een andere dag aangewezen. Voor parttimers geldt dit naar rato.
Jaarlijks bestaat de mogelijkheid om het gemeentehuis gedurende vier dagen collectief te sluiten (zogenaamde brugdagen). Op deze dagen kunnen geen werkuren ingepland worden. De vrijdag na Hemelvaart is reeds aangewezen als brugdag. De overige drie dagen zullen in overleg met de OR worden vastgesteld.
Op 5 en 24 december is de openingstijd tot 16.00 uur. Te werken uren kunnen dan tot maximaal 16.00 uur worden ingepland.
Deze regeling geldt voor alle medewerkers vallende onder artikel 1, lid 1.
Artikel 3 Werk- en openingstijden
Het dagvenster waarbinnen medewerkers werkzaamheden kunnen verrichten is zowel landelijk (CAR-UWO) als lokaal vastgesteld op maandag tot en met vrijdag tussen 7:00 en 22.00. Op deze manier is het mogelijk dat medewerkers flexibeler kunnen werken waardoor er een betere balans tussen de werktaken en zorgtaken mogelijk is. Voor het jaarrooster en gewerkte urenregistratie wordt een digitaal tijdregistratiesysteem gebruikt.
De openingstijden van het gemeentekantoor zijn vastgesteld op maandag tot en met donderdag tussen 07.00 en 19.00 uur en op vrijdag tussen 07.00 en 17.00 uur.
Voor medewerkers die bijzondere taken verrichten zoals de gladheidbestrijding, beschikbaarheid bij rampen of anderszins bijzondere taken verrichten gelden aparte regelingen die vallen onder de bepalingen van de CAR/UWO of een lokaal vastgestelde regeling. Daarnaast gelden er voor een aantal werkeenheden afwijkende werk- en openingstijden.
Op het moment dat deze afwijkende werk- en openingstijden leiden tot onregelmatige werktijden heeft de medewerker die is ingedeeld in de bijzondere regeling, op grond van de CAR, recht heeft op een vergoeding indien de werktijd is vastgesteld op:
– maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur;
– zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur;
– zondag tussen 00.00 en 24.00 uur.
De hoogte van de vergoeding en voor welke functieschalen deze toelage geldt, is vastgesteld in de “Bezoldigingsregeling”, gemeente Horst aan de Maas.
Voor de buitendienst IBOR is het mogelijk om volgens een tropenregeling te werken. De voorwaarde hierbij is dat het minimaal drie dagen achtereen 28 graden of meer is. De werktijden zijn dan van 07.00 tot 13.00 uur. De te weinig gewerkte tijd dient op een ander moment ingehaald te worden. Besluitvorming ligt bij de leidinggevende.
In de standaardregeling loopt het dagvenster van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur. Dit is de norm en geldt voor alle ambtenaren die zelf (een zekere mate van) vrijheid of zeggenschap hebben over hun werktijden of roosterindeling.
De bijzondere werktijdenregeling geldt voor medewerkers die geen of heel geringe zeggenschap hebben over hun werktijden; hun werktijden worden eenzijdig vastgesteld door het college. Het gaat in deze situatie hoofdzakelijk om medewerkers die in een rooster werken en geacht worden op vaste tijden hun werk te verrichten.
Binnen de bijzondere regeling is een overwerkvergoeding enkel van toepassing wanneer een medewerker in opdracht van de manager werkzaamheden verricht buiten de verplicht gestelde of overeengekomen feitelijke arbeidsduur per week. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan en de uren kunnen niet in tijd worden gecompenseerd dan komen deze uren voor uitbetaling in aanmerking.
Zijn voor de medewerker werkroosters vastgesteld die volgens artikel 3:3 van de CAR/UWO als onregelmatige uren zijn aan te merken dan ontvangt de medewerker een toelage onregelmatige dienst. Als een medewerker, in overleg met zijn manager, zelf kiest voor een werktijd die valt binnen de uren waarvoor een overwerk- of onregelmatigheidstoelage geldt, dan heeft de medewerker geen recht op een dergelijke vergoeding. Dit geldt ook wanneer de medewerker langer werkt dan de feitelijke arbeidsduur per dag maar daarvoor geen expliciete opdracht van de manager heeft ontvangen.
Medewerkers van het cluster IBOR buitendienst op wie de bijzondere regeling van de werktijden van toepassing is, werken volgens vastgestelde werktijden. De werktijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 7.30 tot 12.00 uur en van 12.30 tot 16.00 uur. De onregelmatigheidstoelage is voor deze medewerkers bij deze tijdspanne niet van toepassing. Deze uren hebben geen onregelmatig karakter.
Medewerkers die binnen de standaardregeling vallen komen niet in aanmerking voor een toelage onregelmatige dienst.
Indien bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst leidt tot daadwerkelijke inzet dan dienen de gewerkte uren in principe in tijd te worden gecompenseerd. Medewerkers die onder de bijzondere regeling werkzaamheden verrichten kunnen afhankelijk van het tijdstip van de inzet recht hebben op een overwerkvergoeding conform artikel 3:2 CAR-UWO en artikel 7 van de Werktijdenregeling Horst aan de Maas. De vergoeding avondvergadering is met de invoering van deze werktijdenregeling komen te vervallen. Een avondvergadering kan in tijd voor tijd worden gecompenseerd. Indien de vergadering buiten de vastgestelde werktijden valt kan een buitendagvenster vergoeding of een overwerkvergoeding aan de orde zijn (afhankelijk van of de standaard- of bijzondere regeling op de medewerker van toepassing is).
De medewerker komt met zijn manager en in overleg met de overige medewerkers binnen de werkeenheid een jaarrooster overeen. Daarbij worden de te werken uren per maand verdeeld over het jaar. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de feitelijke arbeidsduur per week, de arbeidsduur per dag en de werktijd. Maandelijks kan in overleg met de manager, en passend binnen de afspraken over bezetting, etc., verlof ingepland worden.
Er kan gekozen worden voor een vast werkpatroon of een flexibel werkpatroon.
Bij het maken van afspraken over een vast werkpatroon wordt gekozen voor een vaste verdeling van het aantal te werken uren per week verdeeld over de werkdagen. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker en de eisen van bedrijfsvoering.
Als fulltimer kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een rooster van 4 x 9 uren of de ene week 5 x 8 uren en de andere week 4 x 8 uren. Als een bepaald werkpatroon niet mogelijk is zal de manager dit gemotiveerd bevestigen. De CAR-UWO geeft aan dat er maximaal 50 uren per week gewerkt mogen worden, met een maximum van 11 uren per dag. Dit past binnen de regels van de Arbeidstijdenwet.
Er kan ook gekozen worden voor een flexibel werkpatroon. In dit geval kan de medewerker een wisselend aantal uren per dag werken binnen het kader van de werktijdbepalingen in de CAR/UWO. Dit betekent dat maximaal 11 uur per dag gewerkt kan worden en met een maximum van 50 uur per week. Alle afspraken over arbeidsduur en werktijden worden in het jaarrooster vastgelegd.
Werkeenheden binnen een afdeling stellen, om het minimale niveau van dienstverlening te kunnen garanderen, een minimale bezetting vast. Voor welke werkeenheden dat nodig is wordt door de manager bepaald. Mogelijk is daarbij onderscheid te maken tussen een minimum standaardbezetting, een bezetting tijdens pieken en dalen in het werkaanbod of een minimum bezetting voor specifieke dagen of werktijden. Op deze dagen geldt dan een minimum bezetting waarbij de telefonische bereikbaarheid, de primaire informatievoorziening en de minimale dienstverlening doorgang kunnen vinden.
Artikel 7 Buitendagvenstervergoeding
Het dagvenster voor de werktijden geldt als standaardnorm van maandag tot en met vrijdag van 07.00-22.00 uur. Als er werkzaamheden buiten dit dagvenster moeten worden verricht kan de medewerker recht hebben op een buitendagvenstervergoeding. Dit is het geval van een dienstopdracht, niet indien de medewerker zelf kiest voor het verrichten van werkzaamheden buiten het dagvenster.
Enkel medewerkers op wie de standaardregeling van de werktijden van toepassing is kunnen afhankelijk van het tijdstip van de gewerkte uren recht hebben op een buitendagvenstervergoeding conform artikel 3:8 van de CAR-UWO.
De buitendagvenstervergoeding is een financiële vergoeding. Dat is per gewerkt uur een percentage van het uurloon:
Uren die buiten het dagvenster worden gewerkt dienen in tijd gecompenseerd te worden, is dit niet mogelijk dan komen deze uren, naast de buitendagvenstervergoeding, voor uitbetaling in aanmerking. Dit geldt ook voor daadwerkelijk gewerkte uren in het kader van de bereikbaarheid -en beschikbaarheidsdienst.
Medewerkers op wie de bijzondere regeling van de werktijden van toepassing is hebben geen recht op een buitendagvenstervergoeding.
Artikel 8 Ziekte en buitengewoon verlof
Bij ziekte en buitengewoon verlof vindt verrekening plaats volgens de geplande uren. Als bijvoorbeeld is gekozen voor 4 x 9 uur werken op maandag tot en met donderdag en betrokken medewerker is op vrijdag ziek, vindt er geen registratie van ziekte-uren plaats.
Dat geldt ook als een medewerker op de roostervrije dag buitengewoon verlof zou genieten, bij bijvoorbeeld op grond van de Wet Arbeid en Zorg, of iets dergelijks.
Artikel 9 Persoonlijk Ontwikkelingsplan
De medewerker die een opleiding volgt of uitvoering geeft aan het opleidingsplan volgt dit in principe in eigen tijd. In de Uitvoeringsregeling opleiding- en studiefaciliteiten is vastgesteld op welke manier de vergoeding van de kosten plaatsvindt.
Ook is daarin vastgelegd op welke manier de manager en de desbetreffende medewerker afspraken kunnen maken over eventuele compensatie in tijd. Dit zijn afspraken “op maat”. Het kan dus zijn dat twee medewerkers dezelfde studie volgen, maar dat er verschillende afspraken zijn gemaakt over compensatie in tijd. Voor een voltijder is de maximale vergoeding in tijd 7,2 uur per dag en voor een deeltijder geldt dit naar rato.
Artikel 10 consulten en dergelijke
Dit artikel spreekt voor zich. De bezoeken als genoemd in het eerste lid worden als eigen vrije tijd aangemerkt. Alleen als er sprake is van een langduriger traject kunnen deze meerdere bezoeken als werktijd worden aangemerkt, dit ter beoordeling van de manager. Als een medewerker in een bepaald behandeltraject is en bijvoorbeeld meerdere specialisten moet bezoeken worden deze meegeteld voor de bepaling of er sprake is van vijf keer bezoek per aaneengesloten periode van twaalf maanden.
Op verzoek van de medewerker kan in bijzondere situaties worden afgeweken van bovenstaande. Of er sprake is van een bijzondere situatie is ter beoordeling van de manager.
Voor dit artikel geldt geen ingangsdatum met terugwerkende kracht.