Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een rioolheffing Sittard-Geleen 2015 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Sittard-Geleen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
incl. correctie art 10; deze is bekendgemaakt in Gemeenteblad nr 80094 dd 23 dec. 2014
artikel 228 a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regelgeving | 18-12-2014 Electronisch Gemeenteblad week 50 - 10 december 2014 | 2014/103 en 2014/126 |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
In geval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 genoemd perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
De belasting wordt niet geheven van:
a. eigendommen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige eigendommen die dienen als woning;
b. eigendommen voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige eigendommen die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs.
e. bebouwde eigendommen voor zover de totale vloeroppervlakte niet meer is dan 20 m² en van die eigendommen alleen indirecte lozing van hemelwater plaatsvindt;
f. eigendommen die zijn bestemd tot begraafplaats of urnentuin met hun gebouwde aanhorigheden, een en ander met uitzondering van delen van zodanige eigendommen die dienen als woning.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, letter b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag van deze aanslag, meer is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
Artikel 11a Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.