Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke
| |
| leefomgeving/omgevingsvergunning | |
| | |
Titel 2 | Begripsomschrijvingen | Tarieven |
Hoofdstuk 1 | | 2015 |
| | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan
onder: | |
| | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van
technische installatiewerken 2012 (UAV 2012),
voorhet uit te voeren werk, of voor zover deze
ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de
omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel
onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economische verkeer zou moeten worden
betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de
aanvraag betrekking heeft. | |
|
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| | |
2.1.1.2. | Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV
2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover
deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten,
exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten
verstaan: de prijs die aan een derde in het
economische verkeer zou moeten worden betaald voor
het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de
aanvraag betrekking heeft. | |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| | |
2.1.1.3. | Sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV
2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover
deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de
omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten
verstaan: de prijs die aan een derde in het
economische verkeer zou moeten worden betaald voor
het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag
betrekking heeft. | |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
2.1.1..4. | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | |
| | |
2.1.2. | De in deze titel voorkomende begrippen die in de
Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als
bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
| |
| | |
2.1.3. | De in deze titel voorkomende begrippen die niet
nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking
hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader
in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt,
hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk
voorschrift bedoeld. | |
| |
| |
| | |
Titel 2 | Vooroverleg/beoordelen
conceptaanvraag | Tarieven |
Hoofdstuk 2 | | 2015 |
| | |
2.2. | geen leges worden geheven voor vooroverleg in
verband met het verkrijgen van een indicatie of een
voorgenomen project in het kader van de Wabo
vergunbaar is. | |
| |
| |
| | |
Titel 2 | Omgevingsvergunning | Tarieven |
Hoofdstuk 3 | | 2015 |
| | |
2.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop
de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| | |
2.3.1. | Bouwactiviteiten | |
| | |
2.3.1.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel
2.1., eerste lid, | |
| onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 190,15 |
| vermeerderd met 2% van de bouwkosten | |
| | |
2.3.1.2 | Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning betrekking heeft op het bouwen in
afwijking van een eerder ingediend bouwplan,
waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar
waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor
de oorspronkelijke vergunning geheven leges
gebaseerd op artikel 2.3.1.1. verrekend met het
bedrag dat verschuldigd is door toepassing van de
tarieven, als bedoeld in de hiervoor genoemde
onderdelen met dien verstande dat zij niet minder
zullen bedragen dan het in het betreffende onderdeel
genoemde vaste bedrag. Er vindt geen restitutie plaats van (een gedeelte
van) de voor de primaire vergunning betaalde leges. Dit onderdeel is niet van toepassing indien de
afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden
beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. | |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| | |
| |
| | |
2.3.1.3 | Indien de aanvraag om een vergunning na de indiening
er van | |
| wordt ingetrokken en deze op dat moment nog niet in
behandeling | |
| is genomen, zijn geen leges verschuldigd. | |
| | |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1.
bedraagt het | |
| tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor
de in dat onder- | |
| deel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt
beoordeeld: | |
| | |
2.3.1.4.1. | voor de beoordeling van een milieukundig
bodemrapport: | |
| | |
2.3.1.4.1.1. | bij een bouwkavel tot 500 m² | € 248,10 |
2.3.1.4.1.2. | bij een bouwkavel van 500 m² tot 5.000 m² | € 738,65 |
2.3.1.4.1.3. | bij een bouwkavel groter dan 5.000 m² | € 1.480,40 |
| | |
2.3.1.4.2 | voor de beoordeling van een archeologisch
bodemrapport: | |
| | |
2.3.1.4.2.1. | bij een bouwkavel tot 500 m² | € 248,10 |
2.3.1.4.2.2. | bij een bouwkavel van 500 m² tot 5.000 m² | € 738,65 |
2.3.1.4.2.3. | bij een bouwkavel groter dan 5.000 m ² | € 1.480,40 |
| | |
2.3.1.5. | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Indien de afgifte van een noodzakelijke vergunning
betrek- | |
| king heeft op een zonder vergunning (illegaal) al
aangevangen | |
| bouw of gerealiseerd bouwwerk, wordt het
minimumbedrag en | |
| het legespercentage verhoogd met 10% met een maximum
van €1.000,00 | |
| | |
2.3.1.6. | Indien voor een bouwwerk een gedoogbeschikking wordt
| |
| afgegeven, waarmee (soms tijdelijk) wordt toegestaan
dat het | |
| bouwwerk in stand mag worden gehouden, zijn
overeenkomstig | |
| voorgaande onderdelen dezelfde leges verschuldigd
als wanneer | |
| een omgevingsvergunning zou zijn verleend, als
bedoeld in onderdeel 2.3.1.5. | |
| | |
2.3.1.7. | Indien aan de gedoogbeschikking een weigering van de
| |
| vergunning voor hetzelfde bouwwerk is voorafgegaan,
dan | |
| worden de in dat kader verschuldigde leges in
mindering | |
| gebracht op de in onderdeel 2.3.1.6. bedoelde
leges. | |
| | |
2.3.2. | Aanlegactiviteiten | |
| | |
2.3.2.1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een | |
| aanvraag om een vergunning voor een
aanlegactiviteit, als | |
| bedoeld in artikel 2,1, eerste lid , onder b van de
Wabo | € 100,75 |
| | |
| | |
| Beoordeling bodemrapport | |
| | |
2.3.2.2. | Onderdeel 2.3.1.4. vindt overeenkomstige toepassing
met | |
| betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1. bedoelde
aanvraag. | |
| | |
2.3.3. | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens
sprake is van | |
| een bouw of aanlegactiviteit | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op een activiteit, als bedoeld in artikel
2.1., eerste lid, onder | |
| c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouw of
aanleg- | |
| activiteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid,
onder a, | |
| onderscheidelijk b van de Wabo, bedraagt het
tarief, | |
| onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en
2.3.2. : | |
| | |
2.3.3.1. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo (binnenplanse afwijking) : 1% van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.1.1. | met een minimumbedrag van | € 250,35 |
2.3.3.1.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.2. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van
de Wabo (buitenplanse kleine afwijking) : 1% van de
bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.2.1. | met een minimumbedrag van | € 361,10 |
2.3.3.2.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.3. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo (buitenplanse | |
| afwijking): 1% van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.3.1. | met een minimumbedrag van | € 1.203,85 |
2.3.3.3.2. | met een maximumbedrag van | € 12.043,10 |
| | |
2.3.3.4. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
(tijdelijke afwijking) : 1% van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.4.1. | met een minimumbedrag van | € 601,80 |
2.3.3.4.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.5. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
(afwijking van exploitatie-plan) : 1% van de bouw- of aanlegkosten. | |
| | |
2.3.3.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, | |
| de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens | |
| artikel 4.1., derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel | |
| 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast | |
| (afwijking van provinciale regelgeving) wordt
overeenkomstig in onderdeel 2.3.3.1. t/m 2.3.3.5.
genoemde tarief verhoogd met | |
| 1 % van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.6.1. | met een minimumbedrag van | € 601,80 |
2.3.3.6.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de | |
| activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens | |
| artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel | |
| 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast | |
| (afwijking van nationale regelgeving) wordt
overeenkomstig in onderdeel 2.3.3.1.t/m 2.3.5.5.
genoemde tarief verhoogd met 1% van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.7.1. | met een minimumbedrag van | € 601,80 |
2.3.3.7.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.8. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
(afwijking van voorbereidingsbesluit) : 1% van de bouw- of aanlegkosten : | |
| | |
2.3.3.8.1. | met een minimumbedrag van | € 601,80 |
2.3.3.8.2. | met een maximumbedrag van | € 6.021,40 |
| | |
2.3.3.9. | Onverminderd het bepaalde in het volgende onderdeel
wordt, | |
| indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan
waarvoor | |
| een hogere grenswaarde voor de geluidbelasting moet
worden | |
| vastgesteld, als bedoeld in de artikelen 83 e.v. van
de Wet | |
| geluidshinder, het overeenkomstig in onderdeel
2.3.3.1. t/m | |
| 2.3.3.8. berekende bedrag verhoogd met | € 589,40 |
| | |
2.3.3.10. | Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.3.1
t/m | |
| 2.3.3.9. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft
op een bouw- | |
| plan waarvoor een hogere grenswaarde voor de
geluidsbelas- | |
| ting moet worden vastgesteld, als bedoeld in artikel
83 e.v. van | |
| de Wet geluidshinder en in verband daarmee de
gemeente | |
| gegevens aanlevert van de geluidsbelasting op de
gevels van | |
| het bouwplan en ook de aanvraag moet worden
gepubliceerd, | |
| bedraagt het tarief : | € 641,55 |
| | |
2.3.4. | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van | |
| een bouwactiviteit | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1.,
eerste lid, onder | |
| c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouw of | |
| aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste
lid, onder a, | |
| onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
| | |
2.3.4.1. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo | |
| (binnenplanse afwijking): | € 250,35 |
| | |
2.3.4.2. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van
de Wabo | |
| (buitenplanse kleine afwijking): | € 361,10 |
| | |
2.3.4.3. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo | |
| (buitenplanse afwijking): | € 1.203,85 |
| | |
2.3.4.4. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
(tijdelijke afwijking): | € 601,80 |
| | |
2.3.4.5. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
| |
| (afwijking van het exploitatieplan): | € 601,80 |
| | |
2.3.4.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, | |
| de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens | |
| artikel 4.1., derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel | |
| 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast | |
| (afwijking van provinciale regelgeving): | € 601,80 |
| | |
2.3.4.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de | |
| activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens | |
| artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel | |
| 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast | |
| (afwijking van nationale regelgeving): | € 601,80 |
2.3.4.8. | indien de aanvraag een verzoek betreft om toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
| |
| (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 601,80 |
| | |
2.3.5. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot | |
| de brandveiligheid | |
| | |
2.3.5.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1
eerste lid, onder | |
| d, van de Wabo bedraagt het tarief | € 249,45 |
| | |
2.3.5.1.1.1. | vermeerderd met een toeslag: | |
| | |
| voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte: | |
| Categorie Aantal m² Toeslag
(euro's) | |
| 1 0 t/m 100 € 249,45 | |
| 2 101 t/m 500 € 117,75 + € 1,30 per m² | |
| 3 501 t/m 2.000 € 564,70 + € 0,50 per m² | |
| 4 2.001 t/m 5.000 € 1.409,80 + € 0,15 per m² | |
| 5 5.001 t/m 50.000 € 1.937,00 + € 0,03 per m² | |
| 6 meer dan 50.000 € 3.086,50 + € 0,015 per m² | |
| | |
2.3.5.1.2. | Indien de aanvraag om een vergunning, als bedoeld
onder | |
| 2.3.5.1.1. betrekking heeft op een vergunning tot
wijziging dan | |
| wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het
legestarief | |
| indien het betreft: | |
| | |
2.3.5.1.2.1. | een uitbreiding van de inrichting, met dien
verstande dat de | |
| uitbreiding ten minste 10% van de oorspronkelijke
gebruiksopper- | |
| vlakte beslaat het legestarief in onderdeel
2.3.5.1.1. met dien | |
| verstande dat de toeslag, zoals genoemd in onderdeel
| |
| 2.3.5.1.1.1., uitsluitend wordt berekend over de
oppervlakte van | |
| de uitbreiding. | |
| | |
2.3.5.1.2.2. | een herindeling, een interne verbouwing, een
bouwkundige | |
| aanpassing of een gewijzigd gebruik van de gehele
inrichting | |
| dan wel een deel van de inrichting, met dien
verstande dat deze | |
| herindeling ten minste 10% van de
gebruiksoppervlakte beslaat | |
| 50% van het legestarief zoals vermeld in onderdeel
2.3.5.1.1., | |
| met dien verstande dat de toeslag, zoals genoemd in
onderdeel | |
| 2.3.5.1.1.1., uitsluitend wordt berekend over de
oppervlakte van | |
| de herindeling etc.. | |
| | |
2.3.6. | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde | |
| stads- of dorpsgezichten | |
| | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het slopen van een bouwwerk in het
gemeentelijke beschermd dorpsgezicht bedoeld in
artikel 2.2., eerste lid, onder c, van de Wabo,
waarvoor op grond van het gemeentelijk
bestemmingsplan een vergunning of ontheffing is
vereist, bedraagt het tarief : | € 100,75 |
2.3.6.2 | Aanvraag wijziging monument Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen, verstoren,
verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een
monument of het herstellen, gebruiken of laten
gebruiken van een monument op een wijze waardoor het
wordt ontsierd of in gevaar gebracht, als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder f van de Wabo of
artikel 2.2, onder b van die wet, bedraagt het
tarief : vermeerderd met 1% van de bouwkosten | € 99,35 |
| | |
2.3.7. | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of
in | |
| beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| | |
2.3.7.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
2.3.7.1.1. | heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het
tarief : In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheers-verordening, monument of
voorbereidingsbesluit is bepaald, als bedoeld in
artikel 2.1., eerste lid onder g van de Wabo : | € 100,75 |
| | |
2.3.8. | Aanleggen of veranderen van een weg | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het aanleggen van een weg of verandering
brengen in | |
| de wijze van de aanleg van een weg waarvoor op grond
van een | |
| bepaling in een provinciale verordening of art.
2.1.5.2 van de | |
| Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing | |
| is vereist, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid,
onderdeel d, | |
| van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 483,45 |
| | |
2.3.9. | Uitweg/inrit | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het maken, hebben, veranderen of het
veranderen van | |
| het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een
bepaling | |
| in een provinciale verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, onder e van de Wabo | |
| bedraagt het tarief | € 278,45 |
| | |
2.3.10. | Kappen | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand,
waarvoor | |
| op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of | |
| artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke
verordening een | |
| vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in
artikel 2.2., | |
| eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 20,00 |
| | |
2.3.11. | Opslag van roerende zaken | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| Heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald
gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief : | |
| | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan
van roerende | |
| zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j,
van de Wabo: | € 207,15 |
| | |
2.3.11.2. | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar,
beperkt | |
| gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak
toestaan of | |
| gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen,
als | |
| bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de
Wabo: | € 207,15 |
| | |
2.3.12. | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuur- | |
| beschermingswet 1998 | |
| | |
2.3.12.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied
die | |
| schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurweten- | |
| schappelijke betekenis of voor de dieren of planten,
als bedoeld | |
| in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
| bedraagt het tarief: | € 164,45 |
| | |
2.3.12.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het realiseren van projecten of andere
handelingen met | |
| gevolgen voor habitats en soorten in een door de
Minister van | |
| landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen
gebied, als | |
| bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermings- | |
| wet 1998 bedraagt het tarief: | € 164,45 |
| | |
2.3.13. | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel
75, derde | |
| lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt | |
| het tarief: | € 164,45 |
| | |
2.3.14. | Andere activiteiten | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking | |
| heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling | |
| dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld | |
| en die activiteit of handeling: | |
| | |
2.3.14.1. | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aange- | |
| wezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de | |
| fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, | |
| onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 100,75 |
| | |
2.3.14.2. | behoort tot een bij provinciale verordening,
gemeentelijke | |
| verordening of waterschapsverordening aangewezen
categorie | |
| activiteiten die van invloed kunnen zijn op de
fysieke leef- | |
| omgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid,
van de Wabo, | |
| bedraagt het tarief: | € 100,75 |
| | |
2.3.14.2.1. | als het een gemeentelijke verordening betreft: | |
| het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor
de | |
| betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is
als de | |
| activiteit zou worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning; | |
| | |
2.3.14.2.2. | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft: | |
| het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling
nemen | |
| van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
| |
| aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die | |
| door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
| Indien een begroting, als bedoeld in de eerste
volzin is uitge- | |
| bracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op
de | |
| vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan
de | |
| aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze | |
| vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.15. | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek | |
| in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel
2,5, eerste lid | |
| van de Wabo, bedraagt het tarief : | |
| | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een | |
| beschikking met betrekking tot de eerste fase: | |
| het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit | |
| hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de | |
| eerste fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.15.2. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een | |
| beschikking met betrekking tot de tweede fase: | |
| het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit | |
| hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de | |
| tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16. | Advies | |
| | |
2.3.16.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van | |
| dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een
daartoe bij algemene | |
| maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke
verordening | |
| aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet | |
| uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de
beschikking | |
| op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als
bedoeld in | |
| artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: | |
| | |
| het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling
nemen | |
| van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan
de | |
| aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die | |
| door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
| | |
2.3.16.2. | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is
uitgebracht, wordt | |
| een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag | |
| na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is | |
| gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk | |
| is ingetrokken. | |
| | |
2.3.17. | Verklaring van geen bedenkingen | |
| | |
2.3.17.1. | Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van
geen | |
| bedenkingen moet afgeven: | |
| het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling
nemen | |
| van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan
de | |
| aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die | |
| door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
| | |
2.3.17.2. | Indien een begroting, als bedoeld in 2.3.17.1.1., is
uitgebracht, | |
| wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werk- | |
| dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager
ter kennis | |
| is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag | |
| schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Titel 2 | Teruggaaf | Tarieven |
Hoofdstuk 4 | | 2015 |
| | |
2.4.1. | Teruggaaf als gevolg van intrekking of
weigering van een | |
| aanvraag van een omgevingsvergunning voor
bouw- | |
| activiteiten. | |
| | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning | |
| voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat
uit bouw-, | |
| activiteiten, als bedoeld in onderdeel 2.3.1,
intrekt terwijl deze | |
| reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de
leges. | |
| | |
2.4.1.1. | Indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in
behandeling nemen | |
| ervan doch vóór het verlenen van de vergunning,
wordt op verzoek | |
| teruggaaf van 50 % van de op grond van die
onderdelen voor | |
| de betreffende activiteit verschuldigde leges
verleend. | |
| | |
2.4.1.2. | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend,
wordt op | |
| verzoek teruggaaf van 40% van de verschuldigde leges
verleend | |
| met een minimaal verschuldigd bedrag van: | |
| | |
2.4.1.2.1. | voor aanvragen ingevolge hoofdstuk 3., onderdeel
2.3.1.1. : | € 190,15 |
| | |
2.4.2. | Teruggaaf als gevolg van intrekking of
weigering van een aanvraag van een
omgevingsvergunning voor het afwijken van een
bestemmingsplan, een exploitatieplan of
voorbereidingsbesluit Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit het afwijken van een
bestemmingsplan, een exploitatieplan of een
voorbereidingsbesluit, als bedoeld in de onderdelen
2.3.3. en 2.3.4., intrekt terwijl deze reeds in
behandeling is genomen door de gemeente, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de
leges. | |
| | |
2.4.2.1. | Indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in
behandeling nemen ervan doch vóór het verlenen van
de vergunning, wordt op verzoek teruggaaf van 50%
van de op grond van de onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges
verleend. | |
2.4.2.2. | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend,
wordt op verzoek teruggaaf van 40% van de
verschuldigde leges verleend ,met een minimaal
verschuldigd bedrag van : | |
| | |
2.4.2.2.1. | Voor aanvragen ingevolge hoofdstuk 2.3., onderdelen
2.3.3.1. t/m 2.3.3.8. en 2.3.4.1. t/m 2.3.4.8.
: | € 190,15 |
| | |
2.4.3. | Indien een aanvraag om een vergunning wel in
behandeling is | |
| genomen, maar de vergunning van rechtswege is
verleend zijn | |
| de betreffende leges eveneens verschuldigd. | |
| Wel wordt op verzoek teruggaaf verleend voor de
werkzaam- | |
| heden die niet zijn uitgevoerd. | |
| | |
Titel 2 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van
wijziging | Tarieven |
Hoofdstuk 5 | object | 2015 |
| | |
2.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een | |
| aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning
als gevolg | |
| van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging | |
| in het project, anders dan bedoeld in onderdeel
2.3.1.2 | € 190,15 |
| | |
| | |
Titel 2 | Bestemmingswijzigingen zonder
activiteiten | Tarieven |
Hoofdstuk 6 | | 2015 |
| | |
2.6. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot: | |
| | |
2.6.1. | een partiële herziening van het bestemmingsplan of
| |
| uitwerkingsplan wordt een bedrag geheven gelijk aan
2,5% van | |
| de bouwkosten van het te realiseren bouwplan: | |
| | |
2.6.1.1. | met een minimum van | € 1.643,50 |
2.6.1.2 | en een maximum van | € 16.445,70 |
| | |
Titel 2 | Uitingen van reclame aan een
bouwwerk | Tarieven |
Hoofdstuk 7 | | 2015 |
| | |
2.8. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een | |
| aanvraag tot het verstrekken van een vergunning ten
behoeve | |
| van een handelsreclame, als bedoeld in artikel 2.2.,
eerste lid | |
| onder h en i van de Wabo | € 276,30 |
| | |
Titel 2 | In deze titel niet benoemde
beschikkingen | Tarieven |
Hoofdstuk 8 | | 2015 |
| | |
2.9. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een | |
| aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een
ontheffing, | |
| een vrijstelling of een andere beschikking, voor
zover niet in deze titel elders genoemd | € 100,75 |
| | |