Paragraaf 1 Voorbereiding
Artikel 9 Vergaderfrequentie
De commissie vergadert zo dikwijls als de agendacommissie of de raadsvoorzitter dit nodig oordelen.
Artikel 10 Voorlopige agenda en oproep
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep om te vergaderen wordt verzonden, stelt de agendacommissie de agenda van de commissievergadering voorlopig vast.
- 2.
De commissievoorzitter roept ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden op voor de vergadering onder vermelding van de dag, de tijd en de plaats van de vergadering.
- 3.
Bij de oproep worden de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken digitaal beschikbaar gesteld.
Artikel 11 Aanvullende agenda; vaststellen agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden digitaal beschikbaar gesteld.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86 eerste en tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
- 3.
Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
- 2.
Stukken die digitaal beschikbaar zijn, worden via de website van de gemeente beschikbaar gesteld.
- 3.
Stukken waaromtrent geheimhouding geldt, berusten - in afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel - bij de commissiegriffier, die de commissieleden en overige leden van de raad inzage verleent.
Artikel 13 Openbare kennisgeving
Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in één of meerdere huis-aan-huisbladen die het volledige grondgebied van de gemeente bestrijken en door plaatsing op de website van de gemeente.
Paragraaf 2 Ter vergadering
Artikel 14 Presentielijst
- 1.
De commissiegriffier draagt zorgt voor het bijhouden van de presentielijst van de commissievergadering.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke commissievergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 15 Opening vergadering; quorum
- 1.
De vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal fracties is vertegenwoordigd.
- 2.
Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. De nieuwe vergadering wordt gehouden binnen een week na de oorspronkelijke vergaderdatum.
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen, als meer dan de helft van het fracties is vertegenwoordigd.
Artikel 16 Informatie
Voor onderwerpen, die voor een raadsvergadering worden voorbereid, winnen de leden alle informatie in, die van belang is om het debat in de raadsvergadering op hoofdlijnen te kunnen voeren ten behoeve van besluitvorming door de raad.
Artikel 17 Audiovisuele registratie
- 1.
De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van de audiovisuele registratie van de commissievergadering.
- 2.
De audiovisuele registratie:
- a.
omvat de volledige vergadering;
- b.
wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebben gevoerd;
- c.
wordt zo spoedig mogelijk via de website van de gemeente toegankelijk gemaakt.
Artikel 18 Volgorde sprekers; voorstellen van orde
- 1.
Een commissielid voert het woord na het aan de commissievoorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, waneer een commissielid het woord vraagt over de orde van de vergadering.
- 3.
Een voorstel van orde kan door de commissievoorzitter of een commissielid mondeling worden gedaan. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 19 Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen geschiedt in ten hoogste twee termijnen tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.
- 3.
Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 20 Deelname aan beraadslaging door anderen
Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 21 Handhaving orde en schorsing
- 1.
De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.
- 2.
De commissievoorzitter kan de raadscommissie voorstellen een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
- 3.
De commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.
- 4.
De commissievoorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door de commissievoorzitter het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
Artikel 22 Spreekrecht
- 1.
Insprekers kunnen in een commissievergadering gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen. De agendacommissie beslist tijdens welke commissievergadering het woord gevoerd kan worden over niet-geagendeerde onderwerpen.
- 2.
Inspreken kan niet over:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;
- b.
schriftelijke mededelingen van het college aan de raad;
- c.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure loopt of heeft gelopen;
- d.
benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- e.
een klacht tegen het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht;
- f.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam en contactgegevens, en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.
- 4.
De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de totale spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de totale spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en de deelnemers van de vergadering.
- 7.
De commissievoorzitter is bevoegd de inspreker het woord te ontnemen indien de inspreker spreekt over onderwerpen genoemd in lid 2.
- 8.
De commissievoorzitter kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Paragraaf 4 Toehoorders en pers
Artikel 25 Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring op het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
- 3.
De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
- 4.
De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.