Organisatie | Horst aan de Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling gemeente Horst aan de Maas |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling gemeente Horst aan de Maas |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 3:1 CAR-UWO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2014 | Nieuwe regeling | 01-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 27-11-2014 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
passende functie: functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau die de medewerker redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde niveau als de oude functie maar kan ook van een hoger niveau zijn of maximaal een niveau lager dan de oude functie. Onder persoonlijkheid, vooruitzichten en omstandigheden kunnen ondermeer worden verstaan: interesse, capaciteiten, ervaring, scholing en salarispositie.
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Artikel 4 Onvolledige betrekking
Het salaris van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de medewerkers van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschaal zoals opgenomen in bijlage Ila van de CAR-UWO.
De ambtenaar die is aangesteld in het ontwikkelingsniveau wordt bevorderd naar het functieniveau nadat uit een vastgestelde beoordeling is gebleken dat hij de functie volledig en normaal goed vervult. Deze beoordeling vindt normaal gesproken aan het eind van het eerste jaar plaats. Bevordering naar de functieschaal vindt onder normale omstandigheden uiterlijk na 2 jaren plaats. Bijzondere omstandigheden om hiervan af te wijken kunnen o.a. zijn: langdurige ziekte, maatwerktrajecten, etc.
Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris
De periodieke verhogingen worden toegekend aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens per 1 januari van het volgende jaar.
Artikel 9 Geen periodieke verhoging
Als er in de beoordelingsperiode (maximaal 1 jaar) een periode van 6 maanden geen arbeid is verricht kan de manager bepalen dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van voldoende functioneren. Redenen van afwezigheid kunnen zijn: arbeidsongeschiktheid (art. 7:8:2 CAR), onbetaald verlof, deelname levensloopregeling, etc.
Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer voor de medewerker een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in de oude schaal zou hebben genoten. Indien deze plaatsing in een hogere salarisschaal tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de plaatsing in de hogere salarisschaal plaats en wordt vervolgens de periodieke verhoging toegepast.
Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het nieuwe salaris met één periodiek verhoogd, indien het naast hoger gelegen salaris in de nieuwe schaal een groei van minder dan 75% van het salarisverschil bedraagt, welke de medewerker zou hebben ontvangen indien hij in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen.
III. Instrumenten van flexibel belonen
Artikel 12 Arbeidsmarkttoelage
Aan de medewerker kan om redenen van werving en behoud een toelage worden toegekend. De hoogte van deze toelage bedraagt maximaal 10% van het bruto maandsalaris. De toelage kan worden toegekend gedurende een tijdelijke periode (bijvoorbeeld drie jaren). Indien de arbeidsmarktsituatie na deze periode niet gewijzigd is kan de toelage verlengd worden.
IV. Overige toelagen en vergoedingen
Artikel 14 Overwerk en Buitendagvenstervergoeding
Het recht op een overwerkvergoeding geldt alleen voor de ambtenaar ingedeeld in een salarisschaal lager dan schaal 11 en voor wie de bijzondere regeling van de werktijden van toepassing is. De bijzondere regeling van de werktijden staat in de artikelen 4:3 tot en met 4:7 van de CAR-UWO en is nader uitgewerkt in de Werktijdenregeling gemeente Horst aan de Maas. In geval van overwerk wordt een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR-UWO.
Artikel 15 Toelage onregelmatige dienst
Aan de medewerker, ingedeeld in een salarisschaal lager dan schaal 11 en voor wie op grond van een vast rooster werktijden zijn vastgesteld op maandag t/m vrijdag vóór 8.00 uur of na 18.00 uur, op zaterdag, op zondag of op feestdagen, wordt een toelage onregelmatige dienst toegekend. De berekening van de toelage vindt plaats over het uurloon van de medewerker, echter ten hoogste over het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 7. De betaling van de toelage onregelmatige dienst vindt maandelijks plaats.
Artikel 16 Toelage bereikbaarheid- en beschikbaarheiddienst
De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het bruto salaris per uur dat hoort bij het maximum salaris van schaal 7, en wel:
a 5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 22.00 uur en 10% voor de uren op die dagen tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;
b 5% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 18.00 uur en 10% voor de uren op die dag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur;
c 10% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR / UWO.
De hoogte van de vergoeding wordt berekend tot een vast bedrag en maandelijks uitbetaald. Afhankelijk van het aantal medewerkers met wie deze dienst wordt gedraaid wordt toelage naar rato betaald.
Beschikbaarheid voor gladheidbestrijding:
Medewerkers die zich in de maanden november tot en met maart beschikbaar dienen te houden voor de gladheidbestrijding ontvangen hiervoor een vergoeding ter hoogte van € 150,- bruto per maand. Dit op basis van inroostering bij 1 x per 2 weken dienst. Indien de medewerker zich ook beschikbaar houdt op grond van een beschikbaarheiddienst geldt alleen de hiervoor geldende toelage. Betaling vindt maandelijks plaats gedurende de periode van inroostering.
Aan de medewerkers wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 13, 14 (met uitzondering van de vergoeding voor beschikbaarheid bij gladheidbestrijding) en 15, een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende toelage toegekend indien de achteruitgang meer dan 3% van het brutosalaris bedraagt.
De afbouw is niet van toepassing indien de medewerker de leeftijd van 60 jaar of ouder heeft bereikt en de toelage voorafgaand minimaal 10 jaren heeft genoten zonder wezenlijke onderbreking (= > 2 maanden). In die situaties wordt de toelage omgezet naar een vaste vergoeding tot aan de datum van ontslag.
Artikel 20 Bezoldiging bij ziekte
Het bedrag van de bezoldiging bedoeld in artikel 7:3 van de CAR wordt vastgesteld door het salaris te vermeerderen met het bedrag dat de medewerker gemiddeld over een periode van 3 maanden voorafgaand aan de eerste ziektedag heeft ontvangen aan toelagen heeft ontvangen. Van de periode van 3 maanden kan worden afgeweken wanneer deze periode een afwijkend beeld geeft van het gemiddelde.