Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Reglement, regelende de taak bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Culturele Raad Borsele

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement, regelende de taak bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Culturele Raad Borsele
CiteertitelReglement Culturele Raad Borsele
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art 83 en 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-2014nieuwe regeling

22-07-2014

Gemeenteblad dd. 06-11-2014, nr. 62895

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement, regelende de taak bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Culturele Raad Borsele

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele;

 

Gelet op de artikelen 83, 84 en 165 van de Gemeentewet;

 

Overwegende dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 2 oktober 2003 geen wensen of bedenkingen kenbaar heeft gemaakt, naar aanleiding van het concept- besluit;

 

Besluit;

  • 1.

    in te stellen een commissie, als bedoeld in artikel 83 en 84 van de Gemeentewet, genaamd Culturele Raad te Borsele;

  • 2.

    vast te stellen het navolgende reglement, regelende de taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Culturele Raad Borsele.  

Artikel 1. Taak en bevoegdheden

  • 1.

    De culturele Raad heeft tot taak:

    • a.

      het bevorderen van een actief kunst- en cultuurleven in de gemeente Borsele;

    • b.

      het behartigen van belangen voor allen die betrokken zijn bij kunst en cultuur. 

  • 2.

    De Culturele Raad verricht deze taak onder meer door:

    • a.

      Het verstrekken van adviezen - gevraagd of ongevraagd - aan het college van burgemeester en wethouders over de hoofdlijnen van het te voeren gemeentelijk kunst – en cultuurbeleid;

    • b.

      Het verlenen van subsidies ten behoeve van kunst- en culturele evenementen;

    • c.

      Het bevorderen, coördineren en organiseren van en het deelnemen of verlenen van medewerking aan activiteiten, uitvoeringen, exposities en podiumkunsten, zulks met inachtneming van de zelfstandigheid van de op de betrokken terreinen in de gemeente werkzaam zijnde organisaties,instellingen, groeperingen en personen;

    • d.

      Het geven van voorlichting op kunst- en cultureel terrein;

    • e.

      Het bevorderen van overleg en samenwerking tussen organisaties, instellingen, groeperingen, en personen die in de gemeente op kunst- en cultureel terrein werkzaam zijn;

    • f.

      Het leggen en onderhouden van contacten met organisaties, instellingen, en groeperingen en personen die buiten de gemeente werkzaam zijn op kunsten cultureel terrein.  

Artikel 2. Samenstelling

  • 1.

    De Culturele Raad bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste negen leden, die op grond van belangstelling voor kunst en/of cultuur of deskundigheid op enig gebied daarvan, bekwaam kunnen worden geacht om uitvoering te geven aan de taak van de Culturele Raad.

  • 2.

    De Culturele Raad is als volgt samengesteld:

    • a.

      Ten minste een en ten hoogste twee leden door het college van burgemeester en wethouders te benoemen op voordracht van de Werkgroep Culturele Raad;

    • b.

      Vier leden op persoonlijke titel door het college van burgemeester en wethouders te benoemen op voordracht van de Culturele Raad, welke deskundig zijn en/of interesse hebben voor de werkvelden amateurkunst, bibliotheekwerk, jongerencultuur en cultureel erfgoed.

    • c.

      één onafhankelijk voorzitter door he college van burgemeester en wethouders te benoemen op voordracht van de Culturele Raad Borsele.

  • 3.

    De Culturele Raad kiest uit zijn midden een plaatsvervangende voorzitter.

  • 4.

    De leden van de Culturele Raad dienen bij voorkeur inwoner van de gemeente Borsele te zijn.

  • 5.

    De Culturele Raad kan personen uitnodigen als adviseur op te treden.

Artikel 3. Zittingduur

  • 1.

    De benoeming van de leden, genoemd in artikel 2, lid 2 onder a. en b., geschiedt telkens bij aanvang van de zittingsperiode van het college van burgemeester en wethouders, eveneens voor de duur van die periode.

  • 2.

    Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar, dit voor maximaal 2 zittingsperiodes. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien de continuïteit en de aanwezigheid van voldoende deskundigheid in het gedrang komt.

  • 3.

    Bij tussentijdse vacatures geschiedt benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode.

Artikel 4.

Het lidmaatschap van de Culturele Raad eindigt:

  • a.

    door het aflopen van de zittingsperiode;

  • b.

    door overlijden;

  • c.

    door het nemen van ontslag;

  • d.

    door verlies van hoedanigheid waarin werd benoemd.

Het college van burgemeester en wethouders kan op aanbeveling van de Culturele Raad een lid van het lidmaatschap vervallen verklaren, indien dit lid drie achtereenvolgende vergaderingen zonder geldige redenen verzuimt.

In tussentijdse vacatures wordt zo mogelijk binnen drie maanden voorzien.

Artikel 5. De secretaris

  • 1.

    Als secretaris van de Culturele Raad treedt op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen beleidsmedewerker.

  • 2.

    De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 3.

    De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden, die uit de taak van de raad voortvloeien.

Artikel 6. Vergaderingen

  • 1.

    De culturele Raad vergadert tenminste viermaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee andere leden het nodig oordelen, dit onder opgave van redenen. In dit laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen twee weken na de datum van het daartoe strekkende verzoek.

  • 2.

    De vergaderingen worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste tien werkdagen van te voren aan de leden per convocatie bekend gemaakt.

  • 3.

    De convocatie bevat de agenda, alsmede dag, uur en plaats der vergadering. De secretaris draagt zorg voor de oproep als bedoeld in lid 2.

  • 4.

    Vergaderingen vinden geen doorgang indien blijkens de presentatielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 5.

    Indien een vergadering krachtens het bepaalde in lid 4 geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd. Tussen de eerste en tweede vergadering moet een tijdvak van tenminste één week liggen. In deze tweede vergadering kunnen besluiten genomen worden, ongeacht het aantal aanwezige leden, doch alleen over onderwerpen in de oproeping tot de vergadering vermeld.

Artikel 7. Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de Culturele Raad zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer tenminste drie van de aanwezigen leden het vordert of de voorzitter het nodig acht.

  • 3.

    De Culturele Raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van de tweederde van de aanwezige leden.

  • 4.

    De voorzitter kan ten aanzien van de inhoud van de stukken de leden geheimhouding opleggen tot de eerstvolgende vergadering.

  • 5.

    Plaats, datum en aanvangsuur worden ter openbare kennis gebracht.

Artikel 8. Inspraak

Het publiek krijgt voor aanvang van de vergadering gedurende maximaal een half uur de gelegenheid hun mening kenbaar te maken over de onderwerpen voorkomende op de agenda van de vergadering. Het publiek neemt daarbij de aanwijzingen van de voorzitter in acht.

Artikel 9. Besluitvorming

 

Artikel 9. Besluitvorming

  • 1.

    De besluiten van de Culturele Raad worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Over alle zaken wordt mondeling bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen bij gesloten en ongetekende briefjes. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de aanwezige leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Ingeval over een zaak de stemmen staken, in een niet voltallige vergadering, wordt de zaak in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. In deze, en evenzo in een voltallige vergadering, wordt bij staking van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 4.

    Wanneer bij stemmen over personen bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij tussenstemming uitgemaakt over welke personen de derde stemming zal lopen. Indien, hetzij bij deze tussen stemming, hetzij bij de derde stemming, de stemmen staken, beslist het lot.

  • 5.

    De leden onthouden zich van medestemmen inzake keuzen, voordrachten of aanbevelingen die hen persoonlijk aangaan.

Artikel 10. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de Culturele Raad zien af van de vergoeding, overeenkomstig het bepaalde in artikel 96 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De leden van de Culturele Raad en werkgroep, zoals genoemd in artikel 13, ontvangen een reis- en onkostenvergoeding.

Artikel 11. Werkplan en verantwoording

  • 1.

    De Culturele Raad stelt jaarlijks een werkplan samen, waarin de hoofdlijnen vermeld worden van het te voeren gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. Het werkplan bevat ook een financiële paragraaf voor het betreffende jaar.

  • 2.

    Op basis van het werkplan, wat door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld, wordt jaarlijks aan de Culturele Raad een budget toegekend.

  • 3.

    De Culturele Raad legt jaarlijks verantwoording af van het gevoerde beleid. Deze verantwoording wordt ter goedkeuring voorgelegd aan heet college van burgemeester en wethouders.

Artikel 12. De werkgroep

  • 1.

    Ter ondersteuning van de werkzaamheden en onder verantwoordelijkheid van de Culturele Raad bestaat de werkgroep Culturele Raad. 

  • 2.

    De werkgroep adviseert de Culturele Raad over de deelterreinen podiumkunsten en beeldende kunsten en voert de in de Culturele raad genomen besluiten uit. 

Artikel 13

Tot de taken van de werkgroep Culturele Raad behoren onder meer:

  • a.

    het adviseren over het te voeren beleid op het gebied van beeldende kunst;

  • b.

    Het adviseren over het te voeren podiumkunstenbeleid;

  • c.

    Het opzetten en uitvoeren van een expositiebeleid;

  • d.

    Het opzetten en uitvoeren van een aanvullend podiumkunstenprogramma.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1.

    De Culturele Raad en de werkgroepen verstrekken aan het college van burgemeester en wethouders alle gewenste inlichtingen over hun werkzaamheden.

  • 2.

    Opheffing van de Culturele Raad of van de werkgroepen kan slechts geschieden bij besluit van het college van burgemeester en wethouders, de Culturele Raad c.q. de betreffende werkgroep gehoord.

  • 3.

    Aanvullingen en wijzigingen van dit reglement worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, de Culturele Raad gehoord.

Artikel 15. Naamgeving en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement Culturele Raad Borsele”.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op 12/09/2014.

Sluiting

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 22/07/2014

de secretaris,

de burgemeester,