Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele studietoeslag Gemeente Gennep 2015 |
Citeertitel | Verordening individuele studietoeslag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de Verordening individuele studietoeslag gemeente Gennep |
Deze verordening is getrokken bij het vaststellen van de Verordening individuele studietoeslag gemeente Gennep
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 04-08-2016 | nieuwe regeling | 13-10-2014 | 17262 |
Verordening individuele studietoeslag Gemeente Gennep 2015
De Raad van de Gemeente Gennep;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, onder c, van de Participatiewet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;
gelezen het advies van de commissie Samenleving en Milieu van 29 september 2014;
overwegende dat het wettelijk verplicht is om bij verordening te regelen in welke gevallen en onder welke voorwaarden in het kader van de Participatiewet aan personen waarvan is vastgesteld dat zij niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag wordt verstrekt;
Een verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.
Artikel 2. Advies over oordeel verdienen wettelijk minimumloon
Het college oordeelt of een persoon met voltijdse arbeid niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie. Het college kan hiertoe een advies inwinnen.
Artikel 3. Eenmaal per periode individuele studietoeslag verlenen
Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van twaalf maandenin aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.
Artikel 4. Hoogte individuele studietoeslag
Het college stelt jaarlijks de hoogte van de individuele studietoeslag vast op basis van de door het rijk beschikbaar gestelde budgettaire ruimte.