Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schiermonnikoog

Algemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schiermonnikoog
Officiële naam regelingAlgemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009
CiteertitelAlgemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpAPV 5e versie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-201415-02-2016technische wijziging

21-10-2014

www.officielebekendmakingen.nl

APV 4e wijziging, 5e versie

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009

De raad van de gemeente Schiermonnikoog;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2014;

gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk ECLBR/U201401246 Lbr. 14/054, dd 10 juli 2014;

overwegende dat het tevens gewenst is de Algemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009 op onderdelen te actualiseren;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Schiermonnikoog 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:2, derde lid, wordt na ‘als bedoeld in artikel 2:6’ ingevoegd:, tweede lid, aanhef en onder a.

B

Artikel 2:5 wordt als volgt gewijzigd:

In het vijfde lid, onder b, wordt ‘artikel 5:11’ vervangen door: artikel 5:12.

C

In de artikelen 2:5, zesde lid, 2:6, vierde lid, 2.7 vierde lid, 5.3 derde lid en 5.14 eerst lid wordt ‘de provinciale wegenverordening’ of wel ‘het provinciaal wegenreglement’ vervangen door: de Wegenverordening provincie Fryslân.

D

Artikel 2:7 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:7 Maken, veranderen van een uitweg

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 wordt de vergunning slechts geweigerd:

    • a.

      ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;

    • b.

      indien de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;

    • c.

      indien door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast, of

    • d.

      indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of de Wegenverordening provincie Fryslân.

E

In artikel 2:25, tweede lid, onder b, wordt ‘de minister van Justitie’ vervangen door:

de minister van Veiligheid en Justitie.

F

In artikel 2:29, eerste lid, wordt na ‘Het is’ ingevoegd: voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

G

Artikel 2:33, derde lid, toevoegen:

3.Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

H

In artikel 2:35, tweede lid, vervalt na ‘plaats die’ het woord ‘een’ en wordt na ‘gelegen binnen’ ingevoegd: een.

I

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15, komt als volgt te luiden:

Afdeling 14. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en gebiedsontzegging

J

Na artikel 2:46 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 2:47 Gebiedsontzeggingen

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 2.

    Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 3.

    Een bevel krachtens het tweede lid kan slechts worden gegeven als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling binnen zes maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt.

  • 4.

    De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid gestelde bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.

K

In artikel 3:5, tweede lid, onder c, wordt ‘273a’ vervangen door: 273f.

L

In artikel 3:9, vierde lid, wordt na ‘gedurende’ ingevoegd: een.

M

In artikel 4:2, tweede lid, wordt ‘artikel 4:113, eerste lid’ vervangen door: artikel 3.148, eerste lid.

N

In artikel 5:9, eerste lid, wordt ‘hun’ vervangen door: hen.

O

Artikel 5:10 vervalt.

P

Aan artikel 5:17 wordt een lid toegevoegd luidende:

6.Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na bekendmaking van het besluit.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 oktober 2014.

, voorzitter (J. Stellinga)

, griffier (S.T. van der Zwaag)

Toelichting bij Raadsbesluit wijziging van de APV Schiermonnikoog 2009

NB Voor een goed beeld dient allereerst de bijbehorende ledenbrief gelezen te worden.

Algemeen deel

De wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Schiermonnikoog 2009 betreffen grotendeels technische verbeteringen, correcties en actualiseringen. In een aantal artikelen zijn ook inhoudelijk zaken veranderd. Enkel deze artikelen worden in de artikelsgewijze toelichting behandeld.

Artikelsgewijze toelichting

A 1:2 Toelichting:

Hier is preciezer aangegeven naar welk deel van artikel 2:11 wordt verwezen.

B 2:5 Toelichting:

Wetstechnisch is het duidelijker om te verwijzen naar het artikel waarin de vergunning voor standplaatsen wordt geregeld.

C 2:5, 2:6, 2:7, 5.3 en 5.14 Toelichting:

Het gaat inhoudelijk om dezelfde provinciale verordening, maar de naam verschilt van provincie tot provincie. Gemeenten waar nu de verkeerde aanduiding in de APV staat, kunnen deze bepaling gebruiken om dat te herstellen.

D 2:7 Toelichting:

Bij de deregulering van 2007 is de vergunningplicht voor de aanleg van een uitrit in de Model-APV vervangen door een meldingsplicht. De gedachte daarbij is dat het vrij zeldzaam is dat een uitweg daadwerkelijk problemen of verkeersgevaar kan opleveren en dat de gemeente vaak met degene die de uitweg aanlegt ook nog tot een privaatrechtelijke afspraak moet komen omdat de uitrit over gemeentegrond komt te lopen.

Desondanks blijkt in de praktijk dat de gemeentelijke organisatie moeite heeft met de figuur van de melding. Vanwege de vele verzoeken is dit alternatief opgenomen, waarbij voor de uitrit een vergunningplicht geldt.

De rechtspraak van de Raad van State laat er geen twijfel over bestaan dat een grondeigenaar in beginsel in staat moet worden gesteld om vanaf zijn perceel met een voertuig de openbare weg te bereiken. Alleen om zwaarwegende redenen kan de overheid daaraan in de weg staan. Om dat duidelijk te laten uitkomen is het aantal weigeringsgronden beperkt.

E 2.25 Toelichting:

Hier werd nog de oude naam van het ministerie gebruikt.

F 2:29 Toelichting

Met de wijziging van de Drank- en Horecawet is het voor jongeren onder de 18 sowieso verboden. Om te voorkomen dat een ‘dubbel’ verbod ontstaat, waardoor deze bepaling mogelijk zelfs onverbindend zou kunnen blijken, is nu ingevoegd dat het verbod in de APV slechts geldt voor mensen boven de 18.

G 2:33 Toelichting

Bij navraag bleek er geen reden te zijn waarom iemand die een hulphond opleidt eventuele uitwerpselen niet zou kunnen opruimen.

H 2.35 Toelichting

Verschrijving gecorrigeerd.

I en J 2:47 Toelichting

In het geval van (ernstige vrees voor) een openbare ordeverstoring of overlastgevend gedrag, kan een burgemeester een gebiedsontzegging opleggen. Op verzoek van verscheidene gemeenten is deze bepaling toegevoegd.

K 3:5 Toelichting

Verouderde verwijzing gecorrigeerd.

L 3:9 Toelichting

Verschrijving gecorrigeerd.

M 4:2 Toelichting

Verouderde verwijzing gecorrigeerd.

N 5:9 Toelichting

Verschrijving gecorrigeerd.

O 5:10 Toelichting

Het venten van meningsuitingen wordt beschermd door artikel 7 van de Grondwet, daarom is daarvoor een aparte regeling opgenomen. Artikel 5:10 kan daarmee vervallen.

P 5:17 Toelichting

Hier was per abuis geen bepaling opgenomen over de lex silencio positivo. Dat is nu alsnog gedaan. Een vergunning van rechtswege lijkt hier gezien het milieu- en veiligheidsbelang niet bijzonder wenselijk.