Overheidsorganisatie | Gemeente Drechterland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Drechterland 2006 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Drechterland 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
financiën en economie
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-11-2009 | 01-01-2011 | artikel 3 | 27-10-2008 de Middenstander, 04-11-2009 | 2009-45a | |
11-12-2008 | 01-01-2011 | artikel 3 | 27-10-2008 de Middenstander, 03-12-2008 | 2008-50 | |
12-01-2006 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-01-2006 de Middenstander, 11-01-2006 | 5.1 | |
12-01-2006 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-01-2006 de Middenstander, 11-01-2006 | 5.1 | |
12-01-2006 | 01-01-2011 | nieuwe regeling, wijziging artikel 3 | 02-01-2006 de Middenstander, 11-01-2006 | 5.1; 2008-50; 2009-45a | |
12-01-2006 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-01-2006 de Middenstander, 11-01-2006 | 5.1 |
De raad van de gemeente Drechterland
Vaststelling diverse verordeningen en beleidsnota's
Gelezen het voorstel van de stuurgroep op 15 november 2005
Gezien het advies van de klankbordgroep van 30 november 2005
Gelet op de artikelen 15.33 van de Wet milieubeheer en de artikelen 216, 217, 219 en 230 tot en met 257 van de Gemeentewet
besluit:
1. vervallen te verklaren:
a. de Verordening afvalstoffenheffing 2002 en alle daarin aangebrachte wijzigingen van de voormalige gemeente Drechterland, zoals vastgesteld door de raad op 8 november 2001
b. de Verordening afvalstoffenheffing 2002 alle daarin aangebrachte wijzigingen van de voormalige gemeente Venhuizen, zoals vastgesteld door de raad op 29 november 2001
2. vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Drechterland 2006
1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijke gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens
eigendom, bezit, of beperkt of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:
één persoon € 211,00;
meer personen € 301,00.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de
belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat
aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
1. De aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.
2. De datum van ingang van de heffing is de datum van inwerkingtreding.
3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing Drechterland 2006.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 2 januari 2006.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,