Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Stein 2015 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting Stein 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 226 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2014 | 01-01-2016 | Onbekend | 06-11-2014 Digitaal gemeenteblad, 18 november 2014 | Onbekend |
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake hondenbelasting Stein 2015 van 28 oktober 2014;
(Gem. blad Afd. A 2014, no. );
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING STEIN 2015
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
d, die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;;
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Bij de aangifte van de hond wordt, met uitzondering van kennels, door de gemeente een hondenpenning/ kenteken in bruikleen verstrekt. Ingeval van beëindiging van het houden van de hond dient deze hondenpenning bij de gemeente te worden ingeleverd. De belastingplichtige is verplicht ervoor te zorgen dat het door de gemeente verstrekte kenteken door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk zichtbaar en aan de hals wordt gedragen. Het is verboden het kenteken aan anderen te geven of in gebruik te geven, of het te doen dragen door een hond ter zake waarvan de hondenbelasting niet is betaald.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.