Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 |
Citeertitel | Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-11-2023 | art. 2, 3 | 21-12-2022 | DM1911426 | ||
25-04-2014 | 11-11-2023 | nieuwe regeling | 26-03-2014 Wsb 2014, 2361 | 789043, 778790 |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014; op voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 28 januari 2014, dm 789043 en d.d. 4 februari 2014, dm 778790; gelet op het bepaalde in artikel 83 Waterschapswet en afdeling 10.1.2. Algemene wet bestuursrecht;
de hierna opgenomen Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 vast te stellen:
De volgende bevoegdheden met betrekking tot eigendommen zijn gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden:
De volgende bevoegdheden met betrekking tot het voeren van rechtsgedingen zijn gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden:
De bevoegdheid tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.
Artikel 5 Ontwerp-begroting gemeenschappelijke regeling
De bevoegdheid tot het indienen van een zienswijze naar aanleiding van een ontwerp-begroting van een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de artikelen 50g en 68 Wet gemeenschappelijke regelingen, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 26 maart 2014
Voorzitter, P.J.M. Poelmann
Secretaris, J. Goedhart
In deze Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 zijn de bepalingen van de oude Delegatieregeling vastgesteld d.d. 21 februari 2001, laatst gewijzigd d.d. 19 december 2012, geheel opgenomen. Een aantal oude bepalingen zijn vernummerd en nieuwe bepalingen zijn toegevoegd. De toelichting is op gelijke wijze aangepast.
Wanneer een bevoegdheid wordt gedelegeerd, is dat voor het geheel zoals opgenomen in de juridische omschrijving van het delegatiebesluit. Het algemeen bestuur kan daarbij beleidsregels meegeven aan het college voor de toepassing van de gedelegeerde bevoegdheid.
Het college kan bij de voorgenomen toepassing van een - al dan niet gedelegeerde - bevoegdheid in een politiek-bestuurlijk gevoelige zaak vooraf met het algemeen bestuur politieke afstemming zoeken over de toepassing van de college-bevoegdheid in zo’n bijzondere situatie, of – wanneer dat niet lukt – het algemeen bestuur er achteraf z.s.m. over informeren. Er mag echter in dit verband nooit onzekerheid bestaan over de juridische geldigheid van een eenmaal genomen besluit op basis van de uitgeoefende bevoegdheid, ook niet als het om een gedelegeerde bevoegdheid gaat. Het college is daarop wel te allen tijde politiek aanspreekbaar - dus ook op het oordeel of iets al dan niet politiek-bestuurlijk gevoelig is - zoals ook wettelijk is vastgelegd in art. 89 van de Waterschapswet.
In deze bepaling is het oude delegatiebesluit eigendommen opgenomen. Ten aanzien van de bedragen is een wijziging opgetreden. De richtlijn zoals eerder bepaald in het AB-besluit d.d. 15 december 1999, nr. AIZ/99.140, inzake verkoop van (voormalige)dienstwoningen, ondergaat in dit verband géén wijziging, zowel t.a.v. verkoopbesluiten van het DB als van het AB.
In deze bepaling worden alle bevoegdheden die het algemeen bestuur heeft voor het voeren van een rechtsgeding gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden. Het college krijgt zo de volle bevoegdheid om rechtsgedingen te voeren.
In artikel 86 eerste lid Waterschapswet krijgt het college van dijkgraaf en hoogheemraden alleen de bevoegdheid alle conservatoire maatregelen te treffen teneinde het verlies van recht te voorkomen. Het algemeen bestuur zou dan nog steeds moeten besluiten tot het voeren van een rechtsgeding, deze bevoegdheid is hier gedelegeerd.
Het algemeen bestuur kan op grond van artikel 86 tweede lid Waterschapswet besluiten deze bevoegdheid aan zich te houden. Delegatie van deze gehele bevoegdheid aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden maakt deze bevoegdheid onomstreden.
Artikel 86 derde lid Waterschapswet geeft een bevoegdheid aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden om vooruitlopend op een bevestiging daarvan door het algemeen bestuur bezwaar of beroep in te stellen of een schorsing of een voorlopige voorziening te verzoeken. Door ook deze bevoegdheid in zijn geheel te delegeren is de bevestiging door het algemeen bestuur niet meer vereist. Het vereiste van bekrachtiging als bedoeld in artikel 86 vierde lid Waterschapswet komt door delegatie van de gehele bevoegdheid als vanzelf te vervallen.
Verwezen wordt hier naar artikel 16 van het Reglement. Op basis van dit artikel kan het algemeen bestuur de ingestelde bezwaren of beroepen slechts intrekken als zij daartoe beslist. Hierdoor worden de negatieve gevolgen van artikel 86 vierde lid Waterschapswet, op basis waarvan intrekking van rechtswege plaatsvindt indien het algemeen bestuur het ingestelde bezwaar of beroep niet tijdig bekrachtigt, beperkt.
Zou hier deze delegatiebepaling niet zijn opgenomen dan blijft de bevoegdheid om het bezwaar of beroep in te trekken bij het algemeen bestuur. Gelet op de delegatie van de grotere bevoegdheid (het instellen van bezwaar of beroep) ligt delegatie van het mindere (het intrekken van bezwaar of beroep) voor de hand.
In deze bepaling is in lid één het vaststellen en wijzigen van rechtspositieregelingen van medewerkers gedelegeerd. De achtergrond hiervan is dat deze rechtspositieregelingen in het zogenaamde LAWA, het landelijk arbeidsvoorwaarden overleg voor de waterschappen, zijn vastgesteld en niet meer gewijzigd kunnen worden door de eigen organisatie. In die zin zijn het feitelijk altijd hamerstukken geworden.
In het tweede lid wordt de bevoegdheid tot het verlenen van eervol ontslag aan medewerkers ingevolge 8.1.8 SAW (onverenigbaarheid van karakters) gedelegeerd. De gevolgen van een dergelijk ontslag worden bepaald door de SAW en zijn in beginsel gelijk aan de voorzieningen op grond van de Werkloosheidswet, die op deze grond sec niet van toepassing is.
De bevoegdheid tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet wordt nu in zijn geheel gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden. De eerdere beperking tot projectplannen minder dan één miljoen euro wordt losgelaten. De financiën zelf blijven ongewijzigd, voor de uitvoering van grotere plannen -met een bedrag groter dan één miljoen euro moet het algemeen bestuur het krediet beschikbaar stellen.
Bij deelname aan een gemeenschappelijke regeling krijgt het algemeen bestuur ieder jaar de gelegenheid een zienswijze in te dienen bij een ontwerp-begroting van de gemeenschappelijke regeling, de termijn die daarvoor staat is zes weken. Dit is zeer kort om het normale aanleverproces van de stukken voor het algemeen bestuur te kunnen volgen. De reactie wordt t.k.n. aangeboden aan de commissie. De beslissing om tegen de vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijk regeling een zienswijze bij het college van gedeputeerde staten in te dienen blijft wel bij het algemeen bestuur.
Deze bepaling is de juridische vertaling, van het eerdere delegatiebesluit instemmingsbevoegdheid waterakkoorden (d.d. 2 oktober 2013, dm 648429), met name t.a.v. het bepaalde onder 8 en 9 uit de notitie “Delegatie instemmingsbevoegdheid waterakkoorden”. Deze notitie blijft onverkort van kracht en bevat daarmee de door het algemeen bestuur meegegeven beleidsregels voor de toepassing door het college van de gedelegeerde bevoegdheid.
De uitzonderingen worden gemaakt ten aanzien van de waterakkoorden KWA vanwege de relatie met het Deltaprogramma, en voor het waterakkoord Sluis Bodegraven vanwege de gevoeligheid financiële aspecten. Intrekking van waterakkoorden blijft een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur.
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden informeert de leden van de commissies/het algemeen bestuur door het plaatsen van de besluitenlijsten van het college op extranet, zie ook artikel 5 in de toelichting. Het algemeen bestuur kan zo zijn controlerende taak uitoefenen. Indien de commissie meent dat het college van dijkgraaf en hoogheemraden de gedelegeerde bevoegdheid onjuist uitoefent, dan kan zij het algemeen bestuur adviseren deze bevoegdheid weer in te trekken.
Met de vaststelling van deze regeling wordt bij afzonderlijk besluit de Delegatieregeling uit 2001 ingetrokken.