Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Convenant Veelplegers |
Citeertitel | Convenant Veelplegers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | Vervallen | 01-01-2012 N.v.t. | Onbekend | |
17-07-2010 | 01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 01-12-2008 De Lantaarn, 17-07-2010 | Onbekend |
In de regio Brabant Zuid-Oost is een relatief kleine groep veelplegers bekend en actief. Deze groep is verantwoordelijk voor een flink aandeel van de gepleegde delicten. Het gaat om volwassen veelplegers, overlastgevende verslaafden, de harde kern van criminele en overlastgevende jongeren.
De aanpak van overlast en criminaliteit en het terugdringen van recidive vraagt niet alleen inzet van de politie en het openbaar ministerie. Vastgesteld is dat de traditionele strafrechtelijke aanpak van veelplegers onvoldoende effectief is. Dit is mede een reden afspraken te maken over een meer effectieve, consequente en samenhangende aanpak. Noodzakelijk is een vergaande samenwerking met en tussen de justitiële organisaties, zoals (jeugd)reclasseringsinstellingen, de Raad voor de Kinderbescherming, Dienst Justitiële Inrichtingen, alsook de verslavingszorg en de gemeenten. Om de inspanningen van deze organisaties en instellingen op elkaar aan te laten sluiten, is een goed geregisseerde ketensamenwerking een vereiste.
Daartoe is in 2003 in de regio Brabant Zuid-Oost de aanpak van veelplegers ontwikkeld. De regie voor deze aanpak ligt bij het Openbaar Ministerie. De ingestelde Stuurgroep Veelplegers draagt zorg voor de ontwikkeling, uitwerking en afstemming met betrekking tot het beleid. In deze stuurgroep participeren de convenantpartners.
In 2007 is gebleken dat het wenselijk is dat meer partijen bij de aanpak van veelplegers betrokken worden. Een uitbreiding van het convenant met daarin de toevoeging van meer betrokken partijen is daarvan het gevolg. Bestaande en gehanteerde werkwijze in de ketenaanpak dienen nog meer in een aaneengesloten lopend mechanisme te worden gerealiseerd. De stuurgroep vindt het belangrijk dat bureaucratische ketenbelemmeringen (b.v. wachtlijsten) opgeheven worden.
Middels dit convenant committeren betrokken partijen zich aan de geformuleerde visie en aanpak van veelplegers. Tevens regelt dit convenant de gegevensuitwisseling tussen de betrokken partijen.
Ten aanzien van de veelplegers aanpak in de regio Brabant Zuid-Oost komen de volgende partijen
overeen om, gelet op hun taken
Ad 1) de opsporing en vervolging van strafbare feiten en toezicht op de uitvoering van strafvonnissen;
Ad 2) de opsporing van strafbare feiten, handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan hen die dit behoeven;
Ad 3) de handhaving van de openbare orde en uitvoering van nazorg waarin ondermeer wordt voorzien in huisvesting, arbeid en dagbesteding van de betrokkene;
Ad 4 en 5) de begeleiding en toezicht van, het verrichten van onderzoek naar en geven van voorlichting over een betrokkene, de voorbereiding en begeleiding van taakstraffen van een betrokkene;
Ad 6) de begeleiding en toezicht van, het verrichten van onderzoek naar en geven van voorlichting en het uitbrengen van rapportages over een betrokkene, de voorbereiding en begeleiding van taakstraffen van een betrokkene, alsmede de het beperken van de individuele en maatschappelijke schade veroorzaakt door delicten die samenhangen met middelengebruik, verslaving, psychiatrische en/of andere problematiek;
Ad 7) het onderzoeken en adviseren naar aanleiding van een melding strafbaar feit omtrent de persoon van de jongere en het pedagogisch element in de strafafdoening, alsmede de voorbereiding en coördinatie van taakstraffen;
Ad 8) de uitvoering van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen, alsmede de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen;
Ad9) het voorbereiden en begeleiden van de aan hun zorg toevertrouwde personen van de intramurale naar de extramurale fase;
Ad 10) Eindevaluatie van het doorlopen ISD-traject ( teneinde vast te stellen wat er wel of niet is onderzocht bij betrokkene. Tevens wordt daarin opgenomen het hulpverleningsaanbod dat betrokkene heeft gekregen bij afloop traject en of hij daar op is ingegaan).
en met in achtneming van de in het bijzonder op hen van toepassing zijnde privacywet en -regelgeving
2.3 Privacywet en -regelgeving
Ad 1) Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens met de daarbij behorende Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden;
Ad 2) Wet politiegegevens met het daarbij behorende Besluit politiegegevens;
Ad 3) Wet bescherming persoonsgegevens;
Ad 4 en 5) Reclasseringsregeling 1995 en eventueel een bij de organisatie aanwezig privacyreglement;
Ad 6) Reclasseringsregeling 1995 en eventueel een bij de organisatie aanwezig privacyreglement, alsmede Wet inzake de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst en de handreiking “Omgaan met persoonsgegevens in het kader van bemoeizorg” van GGZ Nederland;
Ad 7) Wet bescherming persoonsgegevens;
Ad 8) Penitentiaire beginselenwet met de daarbij behorende Penitentiaire Maatregel
samen te werken bij de persoonsgerichte aanpak van veelplegers in de regio Brabant Zuid-Oost. Partijen onderschrijven daartoe gezamenlijk de visie, het doel de resultaten en de organisatie.
Het gezamenlijk geografische grondgebied van de deelnemende gemeenten
Een veelpleger is een persoon, verblijvend in de regio Brabant Zuid-Oost, die over een periode van 5 jaren, 15 keer of meer als verdachte in BVH wordt genoemd, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. Deze regionale definitie is een aanvulling op de landelijke definitie van de minister van justitie (nadruk op criminaliteit):
Een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden meer dan 10 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar.
Een veelpleger is een persoon in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, verblijvend in de regio Brabant Zuid-Oost, die over een periode van 5 jaar, als verdachte in BVH wordt genoemd, waarvan tenminste 1 in het peiljaar,
12 jaar: 3 keer of meer als verdachte in BVH
13 jaar: 4 keer of meer als verdachte in BVH
14 jaar: 5 keer of meer als verdachte in BVH
15 jaar: 6 keer of meer als verdachte in BVH
16 jaar: 7 keer of meer als verdachte in BVH
17 jaar: 8 keer of meer als verdachte in BVH
Deze regionale definitie is een aanvulling op de landelijke definitie van de minister van justitie (nadruk op criminaliteit):
Een jongere in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar die in het gehele criminele verleden meer dan 5 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar.
Daarnaast worden landelijk tot de veelplegers gerekend:
Een jongere in de leeftijd van 12 t/m 24 jaar, die in het peiljaar twee zware delicten heeft gepleegd en bovendien in de jaren daarvoor drie antecedenten heeft en een jongere die in het peiljaar tenminste drie zware delicten heeft gepleegd.
Lijst met personen die voldoen aan de definitie “veelpleger”.
Lijst geprioriteerde veelplegers:
Selectie uit de masterlijst van met prioriteit aan te pakken veelplegers.
Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoonsgegevens;
Iedere natuurlijke persoon die door een of meer van de partijen wordt aangemeld voor bespreking in het Overleg;
het overleg tussen de partijen met betrekking tot betrokkenen.
Binnen de regio is een visie op de aanpak van Veelplegers ontwikkeld welke samengevat kan worden met de navolgende stellingen:
Bij volwassen Veelplegers ligt de nadruk zeker op straffen, maar wordt altijd bezien in hoeverre hulpverlening en preventieve maatregelen toekomstige terugval kunnen voorkomen. Bij jeugdige Veelplegers ligt de nadruk op hulpverlening en preventieve maatregelen tenzij deze niet zullen leiden tot de gewenste effecten: dan is straffen het laatste redmiddel.
Uitgangspunt is dat de veelpleger iets te verliezen, maar ook iets te winnen heeft. Naast de regie op het proces van de veelplegersaanpak, wordt ook regie vanuit die aanpak op het leven van de veelpleger gevoerd. Het is de bedoeling dat een geprioriteerde veelpleger voortdurend in beeld is en op zijn gedrag aangesproken wordt. Hiervoor is het noodzakelijk dat gezamenlijk nieuwe instrumenten worden ontwikkeld.
De stuurgroep veelplegers wordt gevormd door vertegenwoordigers van de volgende partijen:
De stuurgroep veelplegers volgt en evalueert de uitvoering van het convenant en kan gedurende de looptijd van het convenant verbeteringen in de afspraken en procedures tot stand te brengen.
Zij wordt daartoe gevoed door de deelnemers in de hieronder nader genoemde casusoverleggen veelplegers.
De stuurgroep veelplegers informeert tweemaal per jaar het Arrondissementaal Justitieel Beraad en het Regionaal College. Daarnaast stelt de stuurgroep periodiek "de lijst geprioriteerde veelplegers" in geactualiseerde vorm vast.
De masterlijst veelplegers wordt jaarlijks door de politie (Bureau Veelplegers) opgesteld en bevat de totale populatie veelplegers van de regio. Selectie vindt plaats op basis van justitiële gegevens opgenomen in de veelplegers definities. Deze lijst dient als uitgangspunt voor de te prioriteren veelplegers.
In aanvulling op de masterlijst is het mogelijk om iemand aan te dragen voor prioritering (en een persoonsgebonden aanpak) op basis van niet-justitiële gegevens. Het betreft dan vaak zorgwekkende gevallen die in aanraking komen met zorgverleners. Ook kan een gerechtelijke uitspraak (opdracht voor deelnemende instantie) aanleiding vormen voor behandeling in het casusoverleg.
De deelnemende partijen aan de ketenaanpak veelplegers kunnen in het casusoverleg een verzoek indienen om dossier te prioriteren waardoor extra aandacht en inzet van middelen ten behoeve van de betrokkene beschikbaar komen.
Wanneer een dossier is aangedragen ter prioritering wordt door de politie getoetst of betrokkene voldoet aan de regionale definities veelplegers. Wanneer dit niet het geval is wordt het dossier doorverwezen naar een andere schakel in het netwerk van justitiële en zorgpartners.
Partners ontvangen van de politie een informatieverzoek. Het betreft een gestandaardiseerd verzoek met een vijftal vragen:
Afgevaardigden van de partners gaan op zoek naar relevante informatie rondom betrokkene en retourneren bevindingen naar de politie. De politie stelt vervolgens de volledige informatie gebundeld ter beschikking aan betrokken partners.
Binnen de regio vindt op twee locaties casusoverleg plaats. De geprioriteerde veelplegers worden elke twee weken besproken in Eindhoven en Helmond. In Eindhoven wordt de agenda gevormd door veelplegers uit de gemeente Eindhoven en de overige gemeenten uit de Kempen. In Helmond staan de veelplegers uit deze gemeente centraal, aangevuld met de veelplegers uit de gemeenten in de Peel. Voor de minderjarige veelplegers wordt afzonderlijk op beide locaties een casusoverleg gehouden.
Aan het casusoverleg veelplegers nemen de volgende partijen deel:
Aan het casusoverleg minderjarige veelplegers nemen de volgende partijen deel:
De voorzitter van het casusoverleg bedeelt afhankelijk van de problematiek van betrokkene toe aan één van de deelnemers van het casusoverleg. Betreffende instantie schrijft een concept plan van aanpak op basis van de beschikbare informatie en specifieke expertise met problematiek van betrokkene. In de PGA dienen te worden opgenomen de doelstelling van het traject, inzet van middelen, tijdspad en casusverantwoordelijke. De concept PGA wordt in het casusoverleg besproken. Indien blijkt dat de problematiek voornamelijk elders thuis hoort kan het dossier worden overgedragen bv. Naar het Forensisch Psychiatrisch Netwerk. Indien akkoord, wordt de prioritering een feit en gaat de geformuleerde PGA gelden als leidraad. De geplande activiteiten van de PGA worden in de praktijk gebracht. Veelal betreft het activiteiten van verschillende instanties die een gezamenlijk effect voor ogen hebben. Toetsing van voortgang en resultaten is van groot belang. Indien nodig kunnen aanpassingen in het programma worden gemaakt en afgestemd.
Na verloop van tijd dient uitstroom plaats te vinden. Er zijn drie mogelijkheden waarlangs uitstroom plaatsvindt. De betrokkene verdwijnt dan van de agenda van het casusoverleg en komt niet meer in aanmerking voor de additionele aandacht en middelen.
Indien betrokkene niet meer voldoet aan de regionale definities van veelplegers dient deze uit te stromen uit het casusoverleg om ruimte vrij te maken voor gevallen die wel aan de normen voldoen.
Het kan voorkomen dat een betrokkene (tijdelijk) van de geprioriteerdenlijst wordt afgevoerd om ruimte te scheppen voor een meer schrijnend geval. Deze gang van zaken heeft niet de voorkeur maar is soms noodzakelijk i.v.m. beschikbare capaciteit en middelen.
Indien betrokkene in een ISD traject is opgenomen vervalt de noodzaak voor bespreking in het casusoverleg en dient voorbereiding op terugkeer in de maatschappij prioriteit te krijgen. Daarom wordt het dossier overgedragen naar het Resocialisatieoverleg.
Dit betekent dat er in het geval van geprioriteerde veelplegers geen sprake meer zal zijn van ´lopende´ vonnissen.
Het Arrondissementsparket 's-Hertogenbosch zal voor deze groep veelplegers een aangepast requireerbeleid formuleren/hanteren.
Indien het casusoverleg veelplegers om een onderzoek geestvermogens verzoekt, wordt door de weekdienst bij de voorgeleiding een consult van de NIFP gevraagd.
Plaatsing in Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD)
Jeugdige geprioriteerde veelplegers (minimaal 1 per afdeling)
Niet-geprioriteerde veelplegers
De gemeenten dragen zorg voor een beleidsmatige inbedding van de veelplegersaanpak in het lokale integrale veiligheidsbeleid. Daarbij wordt zorg gedragen voor:
Gemeenten ontwikkelen en zetten bestuurlijke instrumenten in ter ondersteuning van de scenario’s zoals afgesproken in het casusoverleg. Bijvoorbeeld:
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het nazorgtraject en realiseren in dat kader samen met reclasseringinstellingen en JI Vught de faciliteiten ten behoeve van de periode na detentie: Resocialisatie. De gemeenten garanderen 100% aanbieden van resocialisatietrajecten, met waar noodzakelijk of nodig:
4.4 Inspanningen reclasseringsinstellingen / instelling voor verslavingszorg
De reclasseringsinstellingen / instelling voor verslavingszorg:
Inspanning verslavingszorg Novadic-Kentron
4.8 Inspanningen maatschappelijke opvang door het Leger des Heils
Het toegankelijk maken van de voorzieningen Domus en Vast & Verder voor deze doelgroep en het ontwikkelen van de door de Gemeente gevraagde voorziening voor veelplegers (20 bedden).
5.1 Voornemen tot gegevensuitwisseling
Partijen zijn allen betrokken bij het veelplegersbeleid in de regio. Partijen streven ernaar de werkzaamheden van de organisaties betrokken bij het veelplegersbeleid in de regio op efficiënte en effectieve wijze op elkaar aan te laten sluiten. Daarvoor is het nodig en gewenst onderling gegevens uit te wisselen. Als bijlage van dit convenant is opgenomen de (concept) WBP-melding t.b.v. het College Bescherming Persoonsgegevens.
Bij de gegevensverwerking van de partijen wordt uitgegaan van een gezamenlijke verwerking (en opslag) van gegevens onder de privacytechnische eindverantwoordelijkheid - namens de partijen - van het parket. Het parket draagt - via de regionale privacy functionaris van de politie - zorg voor aanmelding van deze verwerking bij het College bescherming persoonsgegevens in Den Haag conform bijgevoegde concept-aanmelding, en de ondermeer daarin vermelde:
De fysieke opslag vindt plaats bij de politie welke ook zorgdraagt voor het dagelijkse beheer en de beveiliging van de gegevens. Hiertoe worden – al dan niet in opdracht van de verantwoordelijke – de nodige passende technische en organisatorische maatregelen getroffen.
De overige partners treden zowel op als leveranciers en als ontvanger van de gegevens.
Partijen zijn zich ervan bewust dat zij bij het uitwisselen van gegevens gehouden zijn aan wet- en regelgeving met betrekking tot onder meer privacy en het beroepsgeheim en aan verplichtingen die voortvloeien uit beroepscodes; zij realiseren zich dat gezocht moet worden naar een evenwicht tussen het belang bij gegevensuitwisseling en het belang van de betrokkene bij zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Bij het invullen van de samenwerking en de gegevensuitwisseling in het kader van het veelplegersbeleid hebben partijen met al deze belangen rekening gehouden.
Naast de gemeenschappelijke verwerking van gegevens staat het de individuele partijen vrij om de gegevens uit deze gemeenschappelijke verwerking verder te verwerken met inachtneming van het volgende:
De deelnemers wisselen in het Overleg gegevens over Betrokkenen uit. Zij handelen daarbij conform de bepalingen van dit convenant.
De persoonsgegevens worden niet langer opgeslagen of anderszins verwerkt dan noodzakelijk voor de doelen van de verwerking. Uitsluitend voor statistische of wetenschappelijke doeleinden kunnen de gegevens langer worden verwerkt. Hierover beslist de verantwoordelijke.
Aan de betrokkene komen ten aanzien van de eigen persoonsgegevens in de hiervoor genoemde verwerkingen de normale rechten toe zoals vermeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, ten aanzien van:
Betrokkenen kunnen zich met verzoeken ten aanzien van bovengenoemde punten richten tot de verantwoordelijke voor de verwerking: het parket.
5.9 Wijzigingen en aanvullingen van het Convenant
Wijzigingen in de doeleinden van de verwerkingen als bedoeld in dit convenant en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens, leiden tot wijziging dan wel aanvulling van dit convenant.
Wijzigingen en aanvullingen van dit convenant behoeven de instemming van de meerderheid van de partijen. De wijzigingen treden één maand na de vaststelling van de wijziging in werking.