Organisatie | Boxtel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Boxtel 2014 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Boxtel 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-09-2014 | 01-01-2017 | Onbekend | 23-09-2014 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
De begroting en jaarverslag hebben een bestaande programma-indeling. Op verzoek van de raad kan de indeling gewijzigd worden.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de programmalasten en programmabaten per product weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde programmalasten en programmabaten per product weergegeven. De apparaatslasten, kapitaallasten en mutaties reserves via resultaatbestemming worden per programma weergegeven, niet per product.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet, reeds gerealiseerde uitgaven en de te ramen investeringsuitgaven in het lopende en de komende 4 jaren weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in het jaarverslag wordt voor de investeringen een overzicht verstrekt van de geautoriseerde investeringskredieten, reeds gerealiseerde uitgaven en de te ramen investeringsuitgaven in het lopende en de komende 4 jaren.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de programmabaten en de programmalasten per beleidsproduct en de apparaatslasten, kapitaallasten en mutaties reserves via resultaatbestemming per programma. 2. Met het vaststellen van de financiële begroting worden de daar gepresenteerde aanpassingen bestaand beleid, autonome ontwikkelingen, ombuigingen, nieuw beleid en nieuwe investeringen of voorstel tot faseren bestaande investeringen geautoriseerd.
Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden met daarbij een voorstel voor wijziging van het budget en/of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een voorstel aan de raad voor ter vaststelling van een investeringskrediet. Bedoeld voorstel geeft tevens aan de voorgestelde dekking.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
In de tussenrapportages worden afwijkingen op de ramingen van de baten en de lasten van producten en investeringskredieten in de begroting toegelicht en worden voorstellen gedaan voor aanpassingen (>€ 10.000) van budgetten en van investeringskredieten. Aanpassingen kleiner dan € 10.000 vallen in het jaarrekeningresultaat. Ook de voorgestelde dekking van de aanpassingen wordt weergegeven.
Uitzondering op het in het vorige lid genoemde zijn de aan- en verkoop van (onroerende) goederen, werken en diensten groter dan € 1,0 mln. binnen een door de raad goedgekeurde grondexploitatieopzet of binnen een door de raad gevoteerd investeringskrediet of binnen een door de raad geautoriseerd baten- of lastenbudget conform artikel 5 lid 1.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van reserves resp. voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW).
Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en andere leges.
Artikel 14. Financieringsfunctie
De belangrijkste randvoorwaarden voor het treasurybeleid zijn:
uitzettingen moeten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Aan het einde van de looptijd moet de hoofdsom gegarandeerd zijn, alleen in vastrentende waarden mag belegd worden. Er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden. Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen of bij financiële instellingen met ten minste een AA-rating van twee van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA en gevestigd in landen die voldoen aan de vereisten van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden(Ruddo);
Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het college zekerheden (zo mogelijk recht van eerste hypotheek). Verder gelden bij het verstrekken van leningen en garanties de volgende voorwaarden:
De partij aan wie een lening of garantie is verstrekt, dient jaarlijks een jaarrekening met goedkeurende accountantsverklaring te overleggen aan de gemeente. Uitzondering hierop zijn de in de algemene subsidieverordening van de gemeente Boxtel opgenomen bepalingen over ontheffingen om jaarlijks een jaarrekening met accountantsverslag in te dienen.
Een besluit tot de oprichting van en de deelneming in het publiek belang dienende stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen kan niet eerder worden genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 17. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad tenminste eens in de 4 jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast. Onderhoudsplannen voor onderwijsgebouwen en sportaccommodaties kunnen apart worden aangeboden.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 20. Verbonden partijen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
Hoofdstuk 5. Financiele organisatie en financieel beheer
Artikel 23. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.