Subsidieregeling Volwasseneneducatie

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

• 1.

  Het (doen) aanbieden van een educatief basispakket aan Edese burgers voor hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie, vooral gericht op deelname aan de arbeidsmarkt.

• 2.

  Het onafhankelijk informeren en adviseren van Edese burgers over het aanbod van volwasseneneducatie.

• 3.

  Het (doen) aanbieden van een op de lokale behoeften afgestemd geheel van voorzieningen voor vorming en ontwikkeling van volwassenen ten behoeve van hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.

• 4.

  De via avondonderwijs (buiten schoolverband) in cursorisch verband geboden begeleiding, voortgezette educatie en nazorg voor oud-leerlingen van het speciaal onderwijs (SVO en VSO-ZMLK) die geen ander onderwijs volgen. Voor deze, onder dit punt 4. genoemde, activiteiten gelden de volgende specifieke voorschriften:

  • a.

    Subsidiabel cursusaanbod Gesubsidieerd wordt op basis van een vooraf beschreven lesaanbod dat invulling geeft aan het 2 x 50 minuten wekelijks lesgeven gedurende het schoolseizoen voor oud-leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs (SVO en VSO-ZMLK). Het lesaanbod dient bij te dragen aan het op peil houden dan wel verbeteren van het kennis- en vaardigheidsniveau van de deelnemers. Indien gewenst kan één cursusgroep gestart worden die wekelijks 4 x 50 minuten les krijgt. Hierbij wordt sterker de nadruk gelegd op verbetering van het kennis- en vaardigheidsniveau van de deelnemers.

  • b.

    Deelnemers De subsidiabele activiteiten worden uitgevoerd voor niet (partieel-)leerplichtigen in de leeftijd van 14 jaar en ouder.

  • c.

    Groepsgrootte en aantal cursussen A. Een cursus voor oud-leerlingen van het SVO komt voor subsidiëring in aanmerking als zich tenminste 10 deelnemers hebben opgegeven. Voor oud-leerlingen van ZML-scholen van tenminste 8 leerlingen die zich voor deelname hebben opgegeven. Voor bepaling van het aantal groepen wordt het aantal deelnemers gedeeld door 10 (SVO) of 8 (ZML). De uitkomst van de deling wordt voor de bepaling van het aantal groepen afgerond naar beneden. B. Op verzoek van de subsidieaanvrager kunnen aparte dames- en herengroepen gevormd worden. Het aantal groepen na deze splitsing mag niet groter zijn dan het aantal groepen dat voor de splitsing gevormd zou kunnen worden op grond van het onder a. genoemde. C. Wanneer op grond van het deelnemersaantal een extra groep gevormd kan worden, dan dient vooraf een subsidieaanvraag voor die groep gedaan te worden.

  • d.

    Normbedrag per groep

    • 1.

      Er wordt een subsidiebedrag verleend per groep. Dat bedrag is afhankelijk van het aantal groepen per schoolbestuur. Bij uitvoering van deze regel wordt gekeken naar het totaal aantal groepen per schoolbestuur.

    • 2.

      Voor het subsidiebedrag per groep wordt een onderscheid gemaakt tussen: - de eerste vier groepen; - de vijfde en volgende groepen.

  • e.

    Eigen bijdrageVan de leerlingen wordt een eigen bijdrage gevraagd.

Artikel 3. Wijze van verdeling

• 1.

  Het in de gemeentebegroting voor jaarlijkse subsidiëring van het Avondonderwijs opgenomen bedrag (stelpost) geldt als subsidieplafond. Als het subsidieplafond bereikt is en het onderwijskundig niet verantwoord is het aantal deelnemers per groep te vergroten, dan neemt het schoolbestuur maatregelen. Het schoolbestuur kan kiezen voor een wachtlijst of voor het formuleren van extra voorwaarden waaraan leerlingen moeten voldoen om toegelaten te kunnen worden. Het bestuur van de school meldt in voorkomende gevallen welke maatregel(en) zij getroffen heeft.

• 2.

  Als het subsidieplafond is bereikt, wordt in overleg met de subsidieaanvragers voorafgaand aan de subsidieverlening bepaald voor welke activiteiten en tot welk niveau een gemeentelijk subsidie kan worden verstrekt. Als op basis van dat overleg niet tot overeenstemming wordt gekomen, besluit het college tot (gedeeltelijke) weigering van de subsidieaanvraag.

Artikel 4. Slotbepalingen

• 1.

  Deze regeling treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Wijzigingsverordening Algemene subsidieverordening gemeente Ede.

• 2.

  De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Volwasseneneducatie