Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Verordening Kinderopvang op sociaal medische indicatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kinderopvang op sociaal medische indicatie
CiteertitelVerordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpKinderopvang

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, vastgesteld op 27-9-2011.

De regeling treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014.

Art. 14 bevat een hardheidsclausule.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-201401-01-2014nieuwe regeling

21-10-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 13-11-2014

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening K inderopvang op sociaal medische indicatie

De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 16 september 2014, programma Opgroeien & Ontwikkelen, BV 1400159111,

 

gelet op art. 149 van de Gemeentewet,

 

overwegende dat het wenselijk is om bij verordening de gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie te regelen, aangezien art. 1.23 en art. 1.6 lid 1 onder k en l van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen nog niet in werking zijn getreden:

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de

 

Verordening ‘Kinderopvang op sociaalmedische indicatie’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    eigen bijdrage: een door het college vast te stellen en op te leggen bijdrage, die betaald moet worden en waarop de regels van de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst van toepassing zijn;

  • -

    fiscale partner: degene die valt onder de door de belastingdienst gehanteerde definitie;

  • -

    gesprek: het contact na aanmelding waarin met de ouder/verzorger de gehele situatie wordt geïnventariseerd met betrekking tot de beperkingen en de gevolgen daarvan voor de opvang van de kinderen, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden door hulp van de op een ander adres wonende andere ouder/verzorger, van een meerderjarige huisgenoot of van iemand uit het sociale netwerk dan wel via voorliggende voorzieningen;

  • -

    meerderjarige huisgenoot: iedere persoon van 18 jaar en ouder met wie de ouder/ verzorger duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont, anders dan in een commerciële huurders- of kostgangersrelatie;

  • -

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • -

    ouder: degene die het gezag uitoefent over het kind, als bedoeld in art. 1:251 BW;

  • -

    verzorger: degene die benoemd is als voogd, als bedoeld in art. 1:280 BW of degene die optreedt als pleegouder, als bedoeld in art. 1 Wet op de Jeugdzorg.

Artikel 2 Bevoegdheid college

Het college besluit met inachtneming van deze verordening op aanvragen.

Artikel 3 Doelgroep

Deze verordening is van toepassing op een ouder/verzorger :

  • a.

    die volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig is in de gemeente Enschede en;

  • b.

    die behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke ofpsychische beperking en;

  • c.

    voor wie het college heeft vastgesteld dat deze ouder/verzorger op grond van eensociaal medische indicatie kinderopvang nodig heeft en;

  • d.

    die de kinderopvang laat plaatsvinden in een kindercentrum of bij een gastouder geregistreerd in het Landelijk register kinderopvang, met dien verstande dat gastouderopvang slechts mogelijk is na toestemming van de gemeente en;

  • e.

    die geen gebruik kan maken van opvang door de op een ander adres wonende andere ouder/verzorger, een meerderjarige huisgenoot, iemand uit het sociale netwerk of van een voorliggende voorziening die passend en toereikend is;

  • f.

    die niet reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kanontvangen.

Artikel 4 Recht op tegemoetkoming

Een ouder/verzorger heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang als bedoeld in artikel 5 indien de gezinssituatie van de ouder/verzorger bestaat uit:

  • a.

    een tweeoudergezin waarvan de ene ouder/verzorger werkt/studeert en de andere ouder/verzorger behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 3 of;

  • b.

    een eenoudergezin waarvan de ouder/verzorger tot de doelgroep als bedoeld inartikel 3 behoort of een tweeoudergezin waarvan beide ouders/verzorgers tot de doelgroep als bedoeld in artikel 3 behoren.

Artikel 5 Omvang en hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    In de gezinssituatie als bedoeld in artikel 4 onder a bedraagt de tegemoetkomingmaximaal het aantal dagdelen dat de ouder/verzorger werkt/studeert en maximaalzoveel tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang als de werkende ouder/verzorger bruto verdient, met dien verstande dat de tegemoetkoming slechts geldt voor kinderen tot en met twaalf jaar;

  • 2.

    In de gezinssituatie als bedoeld in artikel 4 onder b wordt enkel voor kinderen tot vier jaar een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang toegekend.

Artikel 6 Eigen bijdrage

  • 1.

    Bij het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is de ouder/verzorger een eigen bijdrage verschuldigd.

  • 2.

    De hoogte van deze eigen bijdrage is afgestemd op de hoogte van het inkomen van de ouder/verzorger dan wel het gezamenlijk inkomen van de ouder/verzorger en zijn/haar fiscale partner.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert het recht op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang vast te stellen indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op kosten die de ouder/verzorger voorafgaand aan de aanvraag of de beschikking heeft gemaakt;

  • b.

    de ouder/verzorger onvoldoende medewerking heeft verleend om de noodzaak van kinderopvang vast te stellen.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door dan wel namens het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag tot een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, geboortedatum, sofi-nummer en adres van de aanvragende ouder/verzorger;

    • b.

      indien van toepassing naam, geboortedatum en sofi-nummer van de andere ouder/verzorger en indien deze ouder/verzorger op een ander adres woont dan de aanvragende ouder/verzorger ook het adres;

    • c.

      naam, geboortedatum en sofinummer van meerderjarige huisgenoten;

    • d.

      naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • e.

      een plan van aanpak waarin de ouder/verzorger aangeeft op welke wijze en op welke termijn de ouder/verzorger weer in staat is zelf voor het kind/de kinderen te zorgen;

    • f.

      schriftelijke informatie van een onafhankelijk deskundige, waaruit blijkt dat de ouder/verzorger één of meer beperkingen heeft, als genoemd in art. 3 sub b.

      Onder onafhankelijk deskundige wordt verstaan een:

      • 1.

        huisarts;

      • 2.

        behandelend specialist;

      • 3.

        maatschappelijk werker;

      • 4.

        JGZ-verpleegkundige;

      • 5.

        thuiszorgverpleegkundige;

      • 6.

        psychiatrisch verpleegkundige;

      • 7.

        gezinsvoogd;

      • 8.

        begeleider van instelling voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening;

      • 9.

        begeleider van instelling voor mensen met een verstandelijke beperking.

Artikel 9 Onderzoek

Het college is bevoegd om:

  • a.

    de ouder(s)/verzorger(s) en volwassen huisgenoten op te roepen te verschijnen op een aangegeven plaats en tijdstip en te bevragen;

  • b.

    op een aangegeven plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en onderzoeken.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van een complete aanvraag en ontvangst van alle benodigde gegevens.

Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder/verzorger hiervan vooraf schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang en tot tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • b.

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

  • c.

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • d.

    de naam en adres van het kinderdagverblijf of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt:

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de hoogte van de eigen bijdrage;

  • I.

    de verplichtingen van de ouder/verzorger.

Artikel 12 Heronderzoek

Het college is bevoegd, na de toekenning van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van deze verordening, een heronderzoek uit te voeren om vast te kunnen stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot de toekenning gewijzigd zijn.

Artikel 13 Intrekking en wijziging

Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken of ten nadele van een ouder/verzorger wijzigen als:

  • a.

    niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden of verplichtingen zoals opgenomen bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    gebleken is dat gegevens op grond waarvan beschikt is zodanig onjuist waren, dat waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • c.

    relevante wijzigingen niet onmiddellijk bij het college zijn gemeld;

  • d.

    de financiële tegemoetkoming ten onrechte is verstrekt en de ouder/verzorger dit wist en redelijkerwijs heeft kunnen weten.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.

Artikel 16 Intrekking

De verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, vastgesteld op 27 september 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 oktober 2014

De Griffier, De Voorzitter,