Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vught

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vught
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015
CiteertitelHandhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

nvt

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 8b Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2018artikel 8a en artikel 12

18-12-2014

GVOP

Nieuwe versie
01-11-201001-01-2015Onbekend

14-10-2010

't Klaverblad, 27-10-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet werk en bijstand dan wel de IOAW of IOAZ eraan toekent.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: de Wet werk en bijstand (WWB; Stb. 2003, 375);

    • b.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

    • e.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Vught;

    • f.

      bijstand: algemene en bijzondere bijstand zoals genoemd in artikel 5 sub a van de Wet werk en bijstand;

    • g.

      Uitkering: de uitkering, bedoeld in artikel 5, eerste lid IOAW/IOAZ;

    • h.

      Uitkeringsgerechtigde: persoon van 27 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar die een uitkering ingevolge de WWB ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan ontvangt, dan wel een uitkering ontvangt op grond van de IOAW of de IOAZ;

    • i.

      inlichtingenverplichting: de verplichtingen genoemd in artikel 17 eerste, tweede en vierde lid van de Wet werk en bijstand en de artikelen 28, tweede lid en 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen alsmede in artikel 13 IOAW/IOAZ;

    • j.

      plicht tot arbeidsinschakeling: de verplichtingen genoemd in artikel 9 eerste lid onder a en b van de Wet werk en bijstand of die verplichtingen die zijn genoemd in artikel 37, eerste lid IOAW /IOAZ;

    • k.

      Maatregel: het verlagen van de uitkeringsnorm op grond van artikel 18, tweede lid WWB in samenhang met de Afstemmingsverordening WWB als bedoeld in artikel 8, eerste lid, sub b WWB dan wel op grond van artikel 20, tweede lid IOAW en artikel 20, eerste lid IOAZ in samenhang met de Maatregelverordening IOAW en IOAZ als bedoeld in artikel 35, eerste lid sub b IOAW/IOAZ alsmede het opleggen van een maatregel van onbepaalde duur op grond van artikel 20, eerste lid IOAW en artikel 20, tweede lid IOAZ, overeenkomstig de genoemde Maatregelverordening IOAW en IOAZ;

    • l.

      afstemmingsverordening WWB: de verordening die is gebaseerd op artikel 8 eerste lid sub b en artikel 18 tweede lid WWB

    • m.

      maatregelverordening: de verordening die is gebaseerd op artikel 35, eerste lid sub b IOAW/IOAZ;

    • n.

      hoogwaardige handhaving: het stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van oneigenlijk gebruik of misbruik van bijstand en voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling tezamen met het beleid over de gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand.

Hoofdstuk 2. Fraudepreventie

Artikel 2. Activiteiten hoogwaardige handhaving

  • 1. In het WWB-activiteitenplan geeft het college in verband met het hoogwaardig handhavingsbeleid specifiek aan op welke wijze het komende jaar wordt voorzien in preventieve en repressieve maatregelen ter voorkoming en bestrijding van oneigenlijk en misbruik van bijstand op basis van het beschikbare budget.

  • 2. Dit plan is eveneens van toepassing op het handhavingsbeleid dat is gebaseerd op de IOAW en de IOAZ.

Hoofdstuk 3. Controle

Artikel 3. Het Controleplan

  • 1. Het college draagt zorg voor de totstandkoming van een Controleplan. 

  • 2. In het Controleplan wordt vastgelegd hoe de gemeente omgaat met controle aan de poort van de bijstand, de controle van de verplichtingen van een belanghebbende verbonden aan de bijstand en de bijbehorende gegevenscontrole. Het doel van de controle is het vaststellen van de rechtmatigheid van de bijstand.

  • 3. Dit plan is eveneens van toepassing op het controlebeleid dat is gebaseerd op de IOAW en de IOAZ.

Artikel 4. Het Verificatie- en Validatieplan

  • 1. In verband met de gegevenscontrole als bedoeld in artikel 3 tweede lid van deze verordening stelt het college een Verificatie- en Validatieplan vast.

  • 2. In het Verificatie- en Validatieplan wordt vastgelegd hoe de gemeente omgaat met gegevenscontrole bij de beoordeling van de geldigheid en de inhoudelijke juistheid van de overgelegde documenten en gegevens.

  • 3. Dit plan is eveneens van toepassing op het verificatie- en validatiebeleid dat is gebaseerd op de IOAW en de IOAZ.

Hoofdstuk 4. Gevolgen van fraude

Artikel 5. Maatregeloplegging

  • 1. De verwijtbare niet-nakoming van de plicht tot arbeidsinschakeling, de inlichtingenplicht en overige verplichtingen als bedoeld in artikel 55 WWB door de belanghebbende alsmede tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, leiden tot maatregeloplegging overeenkomstig de regels van de Afstemmingsverordening WWB.

  • 2. De verwijtbare niet-nakoming van de plicht tot arbeidsinschakeling, de inlichtingenplicht en overige verplichtingen op grond van de IOAW/IOAZ door de belanghebbende, leiden tot maatregeloplegging overeenkomstig de regels van de Maatregelverordening IOAW en IOAZ.

Artikel 6. Terugvordering

  • 1. Op grond van het gestelde in artikel 58, eerste lid WWB is het college bevoegd om in beleidsregels de voorwaarden vast te leggen op grond waarvan ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand van de belanghebbende, al dan niet als gevolg van de verwijtbare niet-nakoming van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 WWB, wordt teruggevorderd, voor zover hierin niet reeds is voorzien in paragraaf 6.4 Wet werk en bijstand.

  • 2. Op grond van het gestelde in artikel 58 eerste lid WWB is het college bevoegd om in beleidsregels de voorwaarden vast te leggen op grond waarvan het tijdelijk, dan wel geheel of gedeeltelijk kan afzien van terugvordering.

  • 3. Op grond van het gestelde in artikel 60 tweede lid WWB is het college bevoegd om in beleidsregels de voorwaarden vast te leggen ten aanzien van de invordering van kosten van bijstand, voor zover hierin niet reeds is voorzien in de bepalingen van titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht over bestuursrechtelijke geldschulden.

  • 4. Het gestelde in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheden van het college zoals die zijn beschreven in de artikelen 25 tot en met 32 IOAW/IOAZ.

Artikel 7. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Onverminderd de bevoegdheid van het college tot terugvordering van kosten van bijstand, IOAW of IOAZ maakt het college proces-verbaal op en doet het aangifte bij het Openbaar Ministerie, indien het niet, niet juist of niet volledig nakomen van de inlichtingenverplichting door de belanghebbende leidt tot een benadelingsbedrag dat in overeenstemming is met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde  uitgangspunten, zoals beschreven in Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (stcrt. 2008, 187, p. 2)

Artikel 8. Verhaal

  • 1. Op grond van het gestelde in artikel 61 WWB is het college bevoegd om in beleidsregels de voorwaarden vast te leggen op grond waarvan verhaal van kosten van bijstand plaats vindt, voor zover hierin niet reeds is voorzien in paragraaf 6.5 WWB.

  • 2. Op grond van het gestelde in artikel 61 WWB is het college bevoegd om in beleidsregels de voorwaarden vast te leggen op grond waarvan het tijdelijk, dan wel geheel of gedeeltelijk kan afzien van verhaal van kosten van bijstand.

Hoofdstuk 5. Beleidsvaststelling en verantwoording

Artikel 9. Beleidsvaststelling en verantwoording

  • 1. De gemeenteraad stelt iedere vier jaar een meerjarig fraudebeleidsplan Hoogwaardig Handhaving vast.

  • 2. Bij de uitwerking van het WWB-activiteitenplan als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, licht het college voorts de samenhang toe met de beleidsdoelstellingen en uitgangspunten, zoals die zijn in de het meerjarig fraudebeleidsplan als bedoeld in het eerste lid van dit artikel en de kaders zoals beschreven in artikel 4 van de Re-integratieverordening WWB.

  • 3. De beleidsverantwoording van het college vindt plaats op de wijze zoals beschreven in artikel 4, vierde en vijfde lid van de Re-integratieverordening WWB.

  • 4. Het meerjarig fraudebeleidsplan Hoogwaardige Handhaving als bedoeld in het eerste lid is eveneens van toepassing op het fraudebeleidsplan dat is gebaseerd op de IOAW en de IOAZ.

  • 5. De beleidsverantwoording van het college in verband met de uitvoering van de IOAW en IOAZ zal zoveel als mogelijk worden ingepast in de bestaande beleidsverantwoording zoals die is beschreven in het vierde lid van dit artikel.

Hoofdstuk 6. Overige bepalingen

Artikel 10. Overgangsrecht

  • 1. Activiteiten en beleids- en uitvoeringsplannen in het kader van hoogwaardige handhaving zoals die zijn vastgesteld onder het regiem van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Vught en die dateren van vóór 01 januari 2009, worden vanaf 01 januari 2009 geacht activiteiten en beleids- en uitvoeringsplannen te zijn in het kader van de Handhavingsverordening WWB.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ vervalt de Handhavingsverordening WWB, met uitzondering van de rechtswerking van laatstgenoemde verordening in verband met de Verordening Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren.

Artikel 11. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Van deze beslissingen brengt het college de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte in het kader van de periodieke informatie aan de raad in verband met het WWB-activiteitenplan.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015’.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 01 november 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Vught van 14 oktober 2010.

de griffier,

drs. H.C. de Visch Eijbergen

de voorzitter,

R.J. van de Mortel