Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingsplichtige in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingsplichtige in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belasting en heffingen |
Regels t.a.v. het aanwijzen van een belastingplichige in een keuzesituatie
Artikel 1 van de Verordening Onroerende-zaakbelastingen, Artikel 2 van de Legesverordening, Verordening Precariobelasting, Verordening Havengeld, Verordening Begraafplaatsrechten, Verordening Brandweerrechten, Verordening Rioolrechten, Artikel 3 van de Verordening Marktgelden, Artikel 3 en 10 van de Verordening Reinigingsheffingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-02-2007 | 26-01-2013 | Nieuwe regeling | 13-02-2007 De Peperbus 21/02/2010 | Cb 2007-02.13 |
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastbaar feit. In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag, dan wel mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving (waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur) ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Zwolle een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Onroerende-zaakbelastingen en rioolrecht van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht
1.Indien er meer personen genothebbende zijn, gelden de volgende criteria.
1.1. Allereerst wordt bezien of er verschillende categorieën genothebbenden zijn. Indien dat het geval is, wordt de onderstaande volgorde tussen de categorieën aangehouden:
1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. de gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;
2. Als één categorie uit meer personen bestaat, wordt de onderstaande volgorde tussen de personen aangehouden:
2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Zwolle wonen of gevestigd zijn:
2.1.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.1.2 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
2.1.3 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Zwolle wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:
2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Zwolle in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:
2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.3.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
Rioolrecht grootverbruik en de afvalstoffenheffing
1.Indien er meerdere gebruikers zijn, gelden de volgende criteria.
1.1. degene die naar de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie het langst op het adres staat ingeschreven;
1.2. degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
1.4. bij onzelfstandige wooneenheden met afzonderlijke huisnummers: de eerst gevestigde, of de oudste persoon van het bewoonde deel met het laagste huisnummer.