Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOndermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2014
CiteertitelOndermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2014
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-05-201412-08-2015Nieuwe regeling

20-05-2014

Gemeenteblad 2014, 63917

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2014

Overwegende dat:

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, nr. 123678-123713, door het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    bij besluit van 14 mei 2013, nr. 178994/179015, het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland is gewijzigd.

  • -

    bij besluit van 13 december 2013, nr. 93255-279250, het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland opnieuw is gewijzigd.

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, registratienummer: 2012.0072684 door het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    bij besluit van 11 maart 2014, registratienummer: 2014.0008967, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Haarlemmermeer is gewijzigd.

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, door het college van B&W van de gemeente Zaanstad mandaat isverleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, door het college van B&W en de burgemeester van de gemeente Amsterdam mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    bij besluit van 13 mei 2014, door het college van B&W, nr.: BD2014-004262, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 van de gemeente Amsterdam is gewijzigd en het mandaatbesluit Dienst Milieu en Bouwtoezicht Hoofdinspecteur Noord-Zuidlijn is ingetrokken;

  • -

    in de zojuist genoemde mandaatbesluiten is bepaald dat de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de bevoegdheden in ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging kan opdragen aan ondergeschikten;

     

Gezien artikel 1, aanhef en onder e van de Gemeenschappelijke Regeling OmgevingsdienstNoordzeekanaalgebied;

 

Besluit de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst NZKG:

 

I.ondermandaat te verlenen aan, uitsluitend voor zover het betreffende mandaat hierin voorziet en voor zover het binnen het takenpakket past, de medewerker, aangesteld in de functie van teamhoofd, voor de volgende bevoegdheden:

APV: Algemene Plaatselijke Verordening

Awb: Algemene wet bestuursrecht

Mandaatbesluit: Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013

OD NZKG: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wbb: Wet bodembescherming

Wm: Wet milieubeheer

Wro: Wet ruimtelijke ordening

DVO: Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemenevoorwaarden voor de uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijketaken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied' opgrond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling OmgevingsdienstNoordzeekanaalgebied

 

1

Algemene ondermandaten

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

Voorzover betrekking hebbend op het grondgebied van

de gemeente Haarlemmermeer, gelden de volgende

voorwaarden en beperkingen:

De in dit ondermandaatregister vermelde

ondermandaten betreffen het landelijke

basistakenpakket (versie 2.3, d.d, 25 mei 2011) zoals

nader vermeld in bijlage 1 van het Bedrijfsplan

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (d.d. 6

augustus 2012) en het plustakenpakket zoals aangegeven op pagina 5 van het Bedrijfsplan

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (d.d. 9

oktober 2012).

Verder gelden voor alle ondermandaten de Richtlijnen mandaat vergunningen en dienstverlening d.d. 28 augustus 2012, zoals aan dit ondermandaatregister is gehecht en daarvan onlosmakelijk onderdeel uitmaakt alsmede de voorwaarden zoals vermeld in de

Dienstverleningsovereenkomst.

Van toepassing zijn de beperkingen en voorwaarden zoals afzonderlijk vermeld in dit ondermandaatregister.

1.0

Het uitvoeren van de aan de omgevingsdienst opgedragen wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten op grond van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, zoals opgenomen in de met de gemeente gesloten “Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied op grond van artikel 36 van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied”.

Let op: bepaling 1.0 geldt alleen voor zover het betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer onder de volgende beperking:

Omvat ook het uitvoeren van voorbereidingshandelingen tot het nemen van besluiten en het nemen van besluiten ter uitvoering van wettelijk voorgeschreven voorbereidingsprocedures, alsmede het voeren van correspondentie en het verrichten van de (rechts)handelingen die nodig zijn ter uitvoering van de in de Dienstverleningsovereenkomst bedoelde taken.

Let op: geldt niet voor zover betrekking hebben op het grondgebied van de gemeente Zaanstad of Amsterdam.

1.1

Op grond van het betreffende mandaatbesluit omvatten de bij of krachtens dit ondermandaatbesluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen tevens alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad: voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken zoals opgenomen in het DVO en bevoegdheden zoals opgenomen in dit ondermandaatregister.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam: voor zover ter voorbereiding en uitvoering van taken en bevoegdheden zoals opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.2

Beslissen inzake het geheel of gedeeltelijk - ambtshalve of op verzoek - intrekken, wijzigen, of verlengen van de onder dit mandaatbesluit vallende vergunningen, besluiten, toestemmingen, ontheffingen of verklaringen.

 

 

Gemeentewet

 

1.3

Voeren van bestuursrechtelijke procedures

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.4

Vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester ter zitting in bestuursrechtelijke procedures

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.5

Beslissen of bezwaar zal worden gemaakt tegen een besluit van een bestuursorgaan, daartegen beroep - hoger beroep daaronder begrepen - zal worden ingesteld of een voorlopige voorziening zal worden gevraagd

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.6

Beslissen of hoger beroep wordt ingesteld ter zake van een door de rechtbank gedane uitspraak

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.7

Verzoeken om opheffing of opschorting van een voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke procedure

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.8

Beslissen op verzoeken om schadevergoedingen

Let op: geldt niet voor zover het betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, voor zover het verzoek betrekking heeft op het taakveld van de Omgevingsdienst NZKG.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Algemene wet bestuursrecht

 

1.9

Behandelen van een klacht op grond van titel 9.1 Awb

Het betreft een klacht over de wijze waarop de OD NZKG, dan wel een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de OD, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen bij de uitoefening van een bevoegdheid die is opgenomen in dit mandaatregister.

Let op: Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, geldt hier geen ondermandaat. Er is in de gemeente Haarlemmermeer geen (onder)mandaat t.a.v. klachten m.b.t. de directeur. Klachten gericht aan de burgemeester of die zijn portefeuille betreffen, worden door de burgemeester afgedaan.

1.10

Uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Voor zover betrekking heeft op het grondgebied van de

gemeente Haarlemmermeer, wordt hieromtrent periodiek rapportage aan de gemeente Haarlemmermeer gedaan.

1.11

Het uitoefenen van bevoegdheden als bedoeld in titel 4.4 van de Awb (bestuursrechtelijke geldschulden)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Wet openbaarheid van bestuur

1.12

Beslissen omtrent verzoeken om informatie alsmede het uit eigener beweging of op verzoek verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, als deze betrekking heeft op een in dit ondermandaatregister opgenomen besluit.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer; voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.13

Beslissen inzake verzoeken tot het

opvragen of hergebruiken van

gemeentelijke databanken als bedoeld

in artikel 2 van de

Databankenverordening Amsterdam

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en het

grondgebied van de gemeente Zaanstad

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

1.14

Vragen van advies als bedoeld in artikel 9 van deze wet aan het Bureau bevordering Integriteitsbeoordelingen

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de

gemeente Zaanstad, alleen voor zover ter voorbereiding en uitvoering van taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister en in afstemming met de gemeente

Zaanstad.

2 Toezicht en handhaving

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

2.1

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, wegens overtreding van een verbod op plicht gesteld bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten

alsmede, voor zover

betrekking hebbend op het

grondgebied Amsterdam, de volgende

wetten:

-Wet aanvullende regels veiligheid

wegtunnels

-Huisvestingswet, voor zover dat

verbod of die plicht betrekking heeft op onttrekking, samenvoeging of

omzetting van woonruimte of

woningsplitsing

Omvat tevens beslissen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving.

Let op: Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels en

Huisvestingswet is alleen voor gebieden van Amsterdam die zijn aangewezen als grootstedelijk projectgebied van

toepassing.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of

eigen tankplaats

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

2.2

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb wegens overtreding van een verbod of plicht gesteld bij of krachtens de volgende verordeningen:

-ter plaatse vigerende Bouwverordening;

-artikelen 4.10, 4.11 en 4.12 alsmede artikelen 5.2 en 5.6 Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008;

-Algemene Plaatselijke Verordening Haarlemmermeer;

-Bomenverordening gemeente Amsterdam 2008 en 2010;

-Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam, voor zover dat verbod of die plicht betrekking heeft op reclame of huisnummering en perceelsregistratie;

-Huisvestingsverordening en de

Regionale Huisvestingsverordening

Stadsregio Amsterdam 2010, voor

zover dat verbod of die plicht

betrekking heeft op onttrekking,

samenvoeging of omzetting van

woonruimte of woningsplitsing;

-Garageverordening Amsterdam 2010;

-Brandbeveiligingsverordening

Amsterdam 1995;

-Verordening bodemsanering

Amsterdam 2006.

Let op, voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad geldt in plaats van al het vorenstaande:

Opleggen van een last onder

bestuursdwang op grond van artikel

125 van de Gemeentewet juncto

afdeling 5.3.1 van de Awb, of het

opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb bij of krachtens de volgende verordening:

-Verordening bodemsanering.

Omvat tevens beslissen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving.

2.3

Vaststellen van een kostenbeschikking, als bedoeld in artikel 5:25, zesde lid, nemen van een toepassingsbeschikking, als bedoeld in artikel 5:31a, nemen van een invorderingsbeschikking, als bedoeld in artikel 5:37 en uitvaardigen van dwangbevelen, als bedoeld in artikel 5:10 van de Awb, voor zover dit betrekking heeft op bovengenoemde wet- en regelgeving.

Geen (onder)mandaat t.a.v. beslissingen met betrekking tot deze beschikkingen, welke, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 overschrijden.

Ten aanzien van beslissingen met betrekking tot

deze beschikkingen, welke, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 niet overschrijden, is ondermandaat toegestaan.

2.4

Overige (anders dan hierboven in 2.1 en 2.2 genoemde bevoegdheden) bevoegdheden op grond van titel 5.3 van de Awb en het uitvaardigen van dwangbevelen, als bedoeld in artikel 5:10 van de Awb

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van

Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

2.5

Intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 5.19 Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van

Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Uitsluitend indien en voor zover het betreft:

- Beslissen omtrent intrekken omgevingsvergunning voor bouwen;

- Het intrekken van een beschikking eerste of tweede

fase op grond van artikel 2.5 lid 5 Wabo;

- Het beslissen over aanvragen met betrekking tot het

wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 Wabo

-Intrekken vergunning (milieuzaken)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, alleen voorzover betrekking hebbend op het intrekken van een vergunning milieuzaken.

2.6

Beslissen tot opheffing en opschorting van een last onder dwangsom en tot vermindering van de dwangsom als bedoeld in artikel 5:34 van de Awb, al dan niet op verzoek

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van

Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Geen (onder)mandaat t.a.v. de matiging van dwangsommen, die, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 overschrijden.

Ten aanzien van de matiging van dwangsommen die, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000,- niet overschrijden, is (onder)mandaat toegestaan.

Overigens blijft de bevoegdheid tot opheffing en opschorting van een last onder dwangsom bij de gemeente berusten, hiervoor geldt geen (onder)mandaat aan de directeur van de ODNZKG.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad.

2.7

Feitelijke effectueren van

bestuursdwang

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

2.8

Indienen van een verzoek om handhaving

Voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

2.9

Opleggen van een verplichting als bedoeld in de artikelen 13 tot en met 17 van de Woningwet

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van

Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Uitsluitend indien en voor zover het betreft het beslissen

omtrent aanschrijven om voorzieningen te treffen en/of het aanbrengen van verbeteringen aan een woning, woonkeet of woonwagen, overigens geen mandaat.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

2.10

Doen staken van het gebruik als bepaald in paragraaf 7.2 van de vigerende Bouwverordening van Amsterdam en Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van

Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Toepassen hoofdstuk 6 Bouwverordening met uitzondering van de artikelen 6.1.3 en 6.1.4. Uitgezonderd bezwaar en beroep.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

2.11

Beslissen omtrent het uitbrengen, de toezending daaronder begrepen, van de last als bedoeld in de Verordening op de vastgoedregistratie.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

3

Fysieke leefomgeving

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

 

Wabo en Wro

 

3.1

Beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, 2.2 en 2.6 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.2

Beslissen op aanvragen om een beschikking met betrekking tot de eerste of tweede fase zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.3

Beslissen op verzoeken om goedkeuring of toestemming die benodigd is op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.4

Opleggen van nadere eisen op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.5

Beslissen op aanvragen om een ontheffing van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.6

Beslissen op verzoeken om vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.7

Beslissen over het verlenen van toestemming om de omgevingsvergunning over te dragen zoals bedoeld in artikel 2.25, lid 3, onder b, van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.8

Beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.9

Adviseren van andere bestuursorganen inzake een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo

 

3.10

Verzoeken om intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.11

Indienen van zienswijzen tegen een ontwerp van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

 

3.12

Beslissen geen exploitatieplan vast te stellen zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro, naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12 lid 1, onder a sub 3, van de Wabo, van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.13

Uitoefenen van de bevoegdheid tot jaarlijkse herziening van exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.15, eerste lid, Wro voor zover de herziening uitsluitend betrekking heeft op niet-structurele onderdelen zoals bedoeld in artikel 6.15, derde lid Wro en het eerste exploitatieplan is vastgesteld naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bestemmingsplan is afgeweken

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.14

Verhalen van de kosten zoals bedoeld in artikel 6.17 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.15

Uitoefenen van de bevoegdheid ex artikel 6.21 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.16

Zorgdragen voor de procedure inzake milieu-effectrapportage als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wm, voorzover de procedure van de milieu-effectrapportage moet worden doorlopen ten behoeve van de vergunningverlening op grond van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

 

Coördinatie besluitvorming Wro - Waterwet - Wabo

 

3.17

Zorgdragen voor de procedure met betrekking tot coördinatie van besluitvorming over projecten van gemeentelijk belang als bedoeld in artikelen 3.30, 3.31 en 3.32 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.18

Zorgdragen voor de coördinatie van de voorbereiding van beschikking krachtens de artikel 6.2 van de Waterwet en omgevingsvergunningen zoals bedoeld in paragraaf 3.5 van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens.

 

Wet geluidhinder

 

3.19

Doen van een verzoek tot het

vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.20

Beslissen op verzoeken tot het

vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder, in samenhang

met het besluiten omtrent een

omgevingsvergunning.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.21

Uitvoeren van zonebeheer zoals

bedoeld in artikel 163, het opstellen

van een zonebeheerplan zoals bedoeld in artikel 164 en het verlangen van gegevens zoals bedoeld in 165 van de Wet geluidhinder.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

 

Wet aanvullende regels veiligheid

wegtunnels

 

3.22

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

 

Fysieke leefomgeving - overig

 

3.23

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van de Bouwverordening en het Bouwbesluit 2012.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer geldt de volgende beperking: Indien en voor zover het betreft het beslissen omtrent vrijstelling/ontheffing Bouwbesluit.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad.

3.24

Beslissen op mededelingen/verzoeken om ontheffing voor het aanbrengen van reclame, als bedoeld in artikel 4.10, 4.11 en 4.12 van de APV Amsterdam.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.25

Aanvragen van een verklaring van

geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

Verordening op de

Vastgoedregistratie 2011

 

3.26

Het beslissen inzake het toekennen, wijzigen en het intrekken van een nummering van objecten, als bedoeld in artikelen 4 tot en met 8 van de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam 2011.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

Huisvestingswet

 

3.27

Beslissen op aanvragen om een

vergunning tot onttrekking,

samenvoeging of omzetting van

woonruimte, als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet in samenhang met de Regionale

Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.28

Het beslissen inzake het toekennen, wijzigen en het intrekken van een nummering van objecten, als bedoeld in artikelen 4 tot en met 8 van de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam 2011.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

4 Milieuzaken

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

Wet milieubeheer

 

4.1

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 en 20 en titel 12.3 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de

gemeente Zaanstad, geen ondermandaat betreffende

handhaving Afvalstoffenverordening Zaanstad (hoofdstuk 10), met uitzondering van bedrijfsafval. Tevens geen ondermandaat voorzover het Wet geluidhinder en Wet bodembescherming betreft, waarvan de bevoegdheid tot het nemen van een besluiten niet aan de ODNZKG zijn gemandateerd (hoofdstuk 20).

4.2

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 7 van de Wm gestelde regels voor zover deze besluiten moeten worden genomen in verband met vergunningverlening op grond van de Wabo.

 

APV

 

4.3

Beslissen op een aanvraag om een

vuurwerkvergunning als bedoeld in

artikel 5.2 van de APV Amsterdam en als bedoeld in de geldende APV van de gemeente Haarlemmermeer.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

4.4

Verlenen van geluid- en

lichtontheffingen o.g.v. artikel 5.6 van de APV Amsterdam en als bedoeld in de geldende APV van de gemeente Haarlemmermeer.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

Wet bodembescherming

 

4.5

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente

Haarlemmermeer, uitoefenen van

bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens de

Wbb.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente

Zaanstad en Amsterdam, uitoefenen

van bevoegdheden en het uitvoeren

van taken op grond van bij of

krachtens hoofdstuk III van de Wet

bodembescherming (Wbb) gestelde

regels.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer:

Indien en voor zover het betreft het:

-melden voornemen tot bodemsanering (art. 28 Wbb);

-melden bij Gedeputeerde Staten van de bij de gemeente bekende binnen de gemeentegrenzen gelegen onderzoeksgevallen en gevallen van ernstige bodemverontreiniging (art. 41 Wbb);

-Gedeputeerde Staten verzoeken belast te worden met een onderzoek (art. 53 Wbb).

4.6

De vaststelling op grond van artikel

44, eerste lid, van het Besluit

bodemkwaliteit, van gebiedsspecifiek toetsingskader voor de algemene toepassing van grond en baggerspecie, voor zover het beperkte aanpassingen met een uitvoerend karakter betreft van de op 4 april 2012 door de gemeenteraad Amsterdam vastgestelde nota

bodembeheer.

Het gaat om beperkte aanpassingen met een uitvoerend

karakter van de nota bodembeheer en de bijbehorende

bodemkwaliteitskaart, bijvoorbeeld: het actualiseren van de bodemkwaliteitskaart, uitbreiding van het beheergebied, acceptatie van bodemkwaliteitskaarten van andere gemeenten of het toevoegen van data van nieuwe parameters.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

4.7

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij het Besluit bodemkwaliteit.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.8

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken die voortvloeien uit artikel 88 van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.9

Aan de instemming met een

saneringsplan en/ of de instemming

met een nazorgplan verbinden van

een voorschrift tot het stellen van

financiële zekerheid als bedoeld in

artikel 39f van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.10

Beslissen op aanvragen om subsidie in het kader van de subsidieregeling bodemsanering bedrijven, gebaseerd op artikel 76j van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad en Haarlemmermeer.

5 Overgangsrecht

Let op: voor zover betrekking hebbend op

het grondgebied van de gemeente

Haarlemmermeer, op aangelegenheden die nog niet zijn afgehandeld op de datum van inwerkingtreding van het Mandaatbesluit blijft de tot die datum geldende mandaatregeling van toepassing.

Dit hoofdstuk geldt alleen voor de gemeente Amsterdam.

5.1

Het beslissen op aanvragen om een

bouwvergunning als bedoeld in

hoofdstuk 4, afdeling 1 van de

Woningwet, alsmede het verlenen van de daarvoor noodzakelijke

vrijstellingen/ontheffingen op grond

van de Bouwverordening Amsterdam 2003 en het Bouwbesluit

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.2

Het beslissen op aanvragen om

vrijstelling als bedoeld in:

a.artikel 15 van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

b.artikel 17 juncto artikel 18 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

c artikel 19, eerste lid, juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, met inachtneming van het bepaalde in het delegatiebesluit van 10 mei 2000 (Gemeenteblad 2000, afd. 3, volgnr. 54);

d.artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

e.artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.3

Het beslissen op aanvragen om

ontheffingen dan wel het nemen van een projectbesluit als bedoeld in:

a.artikel 3.6, lid 1, sub c, Wet

ruimtelijke ordening;

b.artikel 3.10 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.11 en 3.12

Wet ruimtelijke ordening;

c artikel 3.22 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.24 Wet

ruimtelijke ordening;

d.artikel 3.23 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.24 Wet

ruimtelijke ordening;

e.artikel 3.38, lid 4, Wet ruimtelijke

ordening;

f.artikel 3.40 wet ruimtelijke

ordening, juncto artikel 3.11 en 3.12

Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.4

Het beslissen op aanvragen om

vrijstelling als bedoeld in:

a.artikel 15 van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

b.artikel 17 juncto artikel 18 van de

Wet op de Ruimtelijke Ordening;

c artikel 19, eerste lid, juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, met inachtneming van het

bepaalde in het delegatiebesluit van

10 mei 2000 (Gemeenteblad 2000,

afd. 3, volgnr. 54);

d.artikel 19, tweede lid, van de Wet

op de Ruimtelijke Ordening juncto

artikel 19a van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

e.artikel 19, derde lid, van de Wet op

de Ruimtelijke Ordening juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.5

het beslissen op aanvragen om

ontheffing/ verzoek om een

projectbesluit te nemen als bedoeld in

artikel 46 lid 3 Woningwet:

a.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.6, lid 1,

sub c, van de Wet ruimtelijke

ordening;

b.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.10 van de

Wet ruimtelijke ordening juncto artikel

3.11 en 3.12 van de Wet ruimtelijke

ordening;

c.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.22 en

3.23 van de Wet ruimtelijke ordening

juncto artikel 3.24 van de Wet

ruimtelijke ordening;

d.artikel 46, lid 3, Wet ruimtelijke

ordening in samenhang met artikel

38, lid 4, Wet ruimtelijke ordening;

e.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.40 van de

Wet ruimtelijke ordening juncto artikel

3.10, 3.11 en 3.12 van de Wet

ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.6

het beslissen op aanvragen om een

sloopmelding/sloopvergunning als

bedoeld in hoofdstuk 8 van de

Bouwverordening Amsterdam 2003,

artikel 3.3 en 3.20 van de Wet

ruimtelijke ordening en artikel 37 van

de Monumentenwet 1988.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.7

het beslissen op aanvragen om of

over intrekking van een

aanlegvergunning als bedoeld in de

artikelen 3.16 tot en met 3.19 van de

Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.8

het beslissen op een aanvraag om

gebruiksvergunning, het opleggen van voorwaarden, en het weigeren,

intrekken of wijzigen van een

gebruiksvergunning als bedoeld in de

artikelen 2.11.2 tot en met 2.11.6 van

het Besluit brandveilig gebruik

bouwwerken.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.9

het beslissen op aanvragen om of

over intrekking van een

aanlegvergunning als bedoeld in de

artikelen 3.16 tot en met 3.19 van de Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.10

het beslissen op aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, en 8.4 van de Wm voor categorieën van inrichtingen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.11

het opleggen van nadere eisen op

grond van de voorschriften

opgenomen in de onder punt 5.10

genoemde vergunningen.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.12

het beslissen op aanvragen om een

ontheffing van de voorschriften

opgenomen in de onder punt 5.10

genoemde vergunningen

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.13

het beslissen op verzoeken om

goedkeuring of toestemming die

benodigd is op grond van de

voorschriften opgenomen in de onder punt 5.10 genoemde vergunningen.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.14

het beslissen op verzoeken om

vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 15.20, eerste en tweede lid van de Wm.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.15

het stellen van nadere eisen, zoals

bedoeld in artikel 12, tweede lid en 15 van het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewater-bescherming.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.16

het opleggen van gedoogverplichtingen, zoals bedoeld in artikel 16 van het Bouwstoffenbesluit

bodem- en oppervlaktewaterbescherming.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

6 Provinciale bevoegdheden

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de (stadsdelen van de) gemeente Amsterdam,

Zaanstad en Haarlemmermeer.

 

 

 

 

Vergunningen

 

6.1

De bevoegdheden met betrekking de omgevingsvergunning voor projecten en activiteiten als genoemd in hoofdstuk 2 van de Wabo, voor zover het omgevingsvergunningen betreft voor BRZO en IPPC inrichtingen.

Het ondermandaat geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland en omvat het nemen van besluiten, inclusief de wijziging en intrekking daarvan.

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, met uitzondering van de voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

Het mandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

6.2

De bevoegdheden met betrekking tot de omgevingsvergunning voor projecten en activiteiten als genoemd in hoofdstuk 2 van de Wabo, betreffende inrichtingen die geen BRZO of IPPC inrichtingen zijn.

Betreft onder meer de zogenaamde OBM inrichtingen.

Het ondermandaat geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst. Omvat het nemen van besluiten.

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, met uitzondering van voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

6.3

Het uitbrengen van advies als bedoeld in artikel 2.26 Wabo en het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2:27 en 1:28 Wabo jo 6.7 van het Bor, voor het milieudeel van vergunningen betreffende inrichtingen waarvoor GS voor inwerking treden van de Wabo bevoegd gezag waren.

Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland voor zover deze geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst. Omvat het nemen van besluiten.

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, met uitzondering van voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

Met uitzondering van besluiten op grond van artikel 6.5.1 jo 6.5.4 en artikel 6.6.1 van het Bor.

Het mandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

6.4

De omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een project van provinciaal ruimtelijk belang waarbij met toepassing van artikel 2.12,°1a3° Wabo, van het bestemmingsplan of beheersverordening wordt afgeweken.

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland, en indien GS bij afzonderlijk besluit hebben besloten dat het project van provinciaal belang is.

Omvat niet de door GS op grond van artikel 6.6.1 van het Bor af te geven vvgb (verklaring van geen bedenkingen voor het afwijken van rechtstreeks werkende bepalingen van de provinciale ruimtelijke verordening).

Heeft geen betrekking op de door PS af te geven verklaring van geen bedenkingen.

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, met uitzondering van voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

6.4.a

Omgevingsvergunningen op grond van artikel 2.1°, onder a, b, c en g van de Wabo en het verlenen van een binnenplanse ontheffing op grond van artikel 3.6°1c Wro indien Provinciale Staten bij de vaststelling van een inpassingsplan hebben besloten dat GS bevoegd gezag zijn.

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

Omvat niet de door GS op grond van artikel 6.6, eerste lid van het Bor af te geven vvgb.

Heeft geen betrekking op een verklaring van geen bedenkingen van PS.

Omvat niet de wijziging van een bestemmingsplan (3.6, °1a Wro); de uitwerking van een bestemmingsplan (artikel 3.6°1b Wro, en het stellen van nadere eisen (3.6, °1d Wro).

6.5

Het verlenen, intrekken of wijzigen van vergunningen ingevolge art.8.1, 8.4, 8,22, 8.23, 8.24. 8.25, 8.26 Wm , en de acceptatie en het niet accepteren van meldingen o.g.v. art. 8.19 Wm.

Inclusief het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland voor zover deze geen deel uitmaken van een andere omgevingsdienst.

6.6

Procedure op grond van 7.2. Wm en 7.16 Wm e.v. (milieueffectrapportage en milieubeoordeling).

Inclusief het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland voor zover deze geen deel uitmaken van een andere omgevingsdienst.

NIET AANGEHAAKTE TOESTEMMINGEN

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven overgedragen (vergunnings)taken.

6.7

a.Het op grond van 8.44 Wm jo het Besluit stortverboden en stortplaatsen afvalstoffen (Bssa) verlenen van een ontheffing van het stortverbod van artikel 1 Bssa, op grond van artikel 4. Lid 3 Bssa bij voorschrift te verbinden aan een omgevingsvergunning;

b.Het op grond van artikel 11 d Bssa bij omgevingsvergunning afwijken van de voorschriften in de bijlage bij de Bssa: voorschriften 1.2, 2.2, en 3.2;

c.Het op grond van artikel 4 lid 1, 2 en 6, 11c, 11 e, 11 g Bssa verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

d.Het op grond van 8.45 Wm van het Stortbesluit bodembescherming (Sb) op grond van artikel 2a t/m 18 Sb verbinden van verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

e.Het op grond van art. 8.45 Wm jo artikel 2 en verder van het Sb en op grond van de Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming (Usb) verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

f.Het op grond van art. 8.40a lid 3 Wm beslissing op aanvraag over een gelijkwaardige maatregel op grond van het Activiteitenbesluit;

g.Het op grond van art. 8.41 Wm in ontvangst nemen en kennis geven meldingen Activiteitenbesluit;

h.Het op grond van art. 8.41a Wm op grond van de afstemming van de meldingsplicht besluiten om de aanvraag voor een omgevingsvergunning niet te behandelen;

i.Het op grond van art. 8.42 Wm aan de omgevingsvergunning verbinden van maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit;

j.Het op grond van art. 8.42a Wm afwijken van algemene regels bij vergunningvoorschrift.

k.Het verlenen van ontheffing van het stortverbod voor het storten buiten inrichtingen van artikel 10.2 Wm op grond van 10.65 Wm.

l.Het afgeven van een vvgb voor ondergrondse opslagafvalstoffen voor inrichtingen die vallen onder artikel 3.3 lid 4a van het Bor, op verzoek van het ministerie van Economische zaken.

m.Het op grond van art. 9f, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 verplicht coördineren en nemen van besluiten, aangewezen op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie als bedoeld in artikel 9e, eerste lid van de Elektriciteitswet.

 

HANDHAVING

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven overgedragen (vergunnings)taken.

6.8

Handhaving en toezicht volgens artikel 5:2 Wabo met betrekking tot BRZO en IPPC inrichtingen waarvoor GS bevoegd gezag zijn.

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland. Omvat ook toezicht en handhaving op gebied van de Wet Bodembescherming.

Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het mandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

6.9

Handhaving en toezicht met betrekking tot niet-BRZO en niet IPPC inrichtingen volgens artikel 5:2 Wabo waarvoor GS bevoegd gezag zijn.

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

Omvat toezicht en handhaving op gebied van de Wet Bodembescherming. Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

6.10

Milieutoezicht en handhaving met betrekking tot activiteiten met stoffen, preparaten en GGO’s die onder een amvb op grond van titel 9.2 Wm vallen of producten en toestellen die onder de Wgh vallen of onder de Wet Luchtverontreiniging titel 9.4 Wm of titel 10.3 Wm vallen en die worden uitgevoerd door de houder van de omgevingsvergunning.

Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

Omvat toezicht en handhaving op gebied van de wet Bodembescherming. Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

6.11

Milieutoezicht en handhaving met betrekking tot niet –omgevingsvergunningplichtige inrichtingen dan wel inrichtingen die OBM-plichtig zijn en deel uitmaken van de in de packagedeal genoemde branches of de daar genoemde activiteit uitoefenen.

Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

6.12

Het milieutoezicht en de handhaving op activiteiten die vallen onder het Besluit bodemkwaliteit, voor zover gericht door bedrijven of instellingen, en voor zover het die activiteiten betreft.

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

6.13

Het milieutoezicht en de handhaving van meldingen en besluiten op grond van of krachtens de Wet bodembescherming, voor de activiteiten bodemonderzoek, bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen, en nazorgmaatregelen, inclusief toezicht en handhaving betreffende gevallen van ernstige verontreiniging en gevallen van verontreiniging die onder de zorgplicht vallen, en betreffende lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering.

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

6.14

Het milieutoezicht en de handhaving met betrekking tot bedrijfsmatige activiteiten met betrekking gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerkopslagen, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om het ketengerichte milieutoezicht.

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

Uitgezonderd handhaving en toezicht op vuurwerkevenementen.

 

AWB - BEZWAAR EN BEROEP

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.15

Het vaststellen/indienen van verweerschriften en zienswijzen in het kader van beroepsprocedures bij de administratieve rechter en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor zover sprake is van eerste aanleg, inclusief de vertegenwoordiging ter zitting.

Vaststellen/indienen verweerschrift bij de Raad van State minimaal op niveau van directeur handhaving of vergunningverlening.

Voor vertegenwoordiging ter zitting kan de directeur medewerkers schriftelijk machtigen.

6.16

Het vaststellen van verweerschriften ten behoeve van de bezwaarschriftenprocedure bij de HAC

 

6.17

Het voorbereiden van beslissingen op bezwaar

Het betreft alleen de voorbereiding, uitgezonderd het horen, GS besluiten zelf.

 

AWB Algemeen

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.18

Beslissen tot het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb.

 

6.19

Het sturen van een ontvangstbevestiging

 

6.20

Stellen van een termijn op grond van art. 4:5 Awb, waarbinnen een aanvraag kan worden aangevuld.

 

6.21

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag op grond van art. 4:5 Awb.

 

6.22

Het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaarschriftprocedure.

 

6.23

Beantwoorden van vragen (schriftelijk).

Met uitzondering van schriftelijke vragen van PS-leden

6.24

Het schriftelijk opvragen van inlichtingen, stukken in het kader van de voorbereiding van besluitvorming ten aanzien van beroepschriften, goedkeuring, etc.

Met uitzondering met bevoegdheden op grond van de Wet Bibob.

6.25

De behandeling van en beslissing over klachten.

Directeur vergunningverlening of handhaving.

 

BZRO en AWB handhaving

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.26

Het besluit tot het zenden van een waarschuwingsbrief voorafgaande aan de last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, en de intrekking (omgevings-vergunning als sanctie.

 

a.4

6.27

Besluiten tot het zenden van het voornemen m.b.t. een besluit inzake gedogen, last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, intrekking (omgevings-)vergunning als sanctie en de weigering op een handhavingsverzoek in te gaan.

voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn

Let op: het weigeren van een gedoogbeschikking is de bevoegdheid van de directeur handhaving

6.28

Het besluit tot het gedogen, het opleggen van de last onder bestuursdwang, het opleggen van een last onder dwangsom, het intrekken van de (omgevings)vergunning als sanctie en het weigeren op een handhavingsverzoek in te gaan.

Let op: het weigeren van een gedoogbeschikking is voorbehouden aan de directeur handhaving

voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn

b.4

6.29

Het zenden van een controlebrief met de strekking dat er geen overtredingen zijn geconstateerd.

 

c.4

6.30

Het besluit omtrent de invordering van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb.

 

6.31

Overleg met voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie-en

opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen

met het OM en de politie.

 

4

6.32

Het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de RUD werkzame BOA’s.

 

6.33

Samenwerking met de landelijk opererende handhavingsorganisaties,

zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD.

 

6.34

Het aanwijzen van zgn. dominobedrijven als bedoeld in artikel 7 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (verder: Brzo).

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met de aanwijzing samenhangen (zoals toezenden afschrift aan ministerie, B&W, veiligheidsregio).

6.35

Besluit dat het veiligheidsrapport geen betrekking behoeft te hebben op een bepaalde stof (besluit ex artikel 10, derde lid, van het Brzo juncto artikel 9 t/m 12 van de Regeling risico’s zware ongevallen 1999).

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met de aanwijzing samenhangen (zoals toezenden afschrift aan ministerie, B&W, veiligheidsregio).

6.36

Het beoordelen en coördineren van een veiligheidsrapport als bedoeld in artikel 15 t/m 19 van het Brzo 1999.

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (dit betreft o.m. het toepassen van Afdeling 3.4 Awb).

6.37

Het vaststellen van een inspectieprogramma ex artikel 24 van het Brzo.

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (zoals doorzenden veiligheidsrapport, vragen advies aan bevoegd gezag Waterwet, verlenging beoordelingstermijn, terinzagelegging, publicatie e.d.)

6.38

Het zorgdragen voor het oplossen van een saneringssituatie ex artikel 17/18 van het Bevi en het opstellen van een saneringsprogramma ex artikel 19 van het Bevi

Het mandaat tevens het daadwerkelijk uitvoeren van de inspectie overeenkomstig het programma alsmede alle procedurele handelingen die met het mandaat samenhangen (zoals opstellen inspectierapport).

 

Wet BIBOB

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.39

Het verzoek aan GS om aanvragen te toetsen aan de hand van de Wet Bibob.

De Bibob toetsing, onderzoek en besluitvorming verlopen geheel via GS.

 

Wob

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.40

Het nemen van besluiten op verzoeken op grond van de Wob.

De bevoegdheid geldt niet voor het afwijzen van Wob verzoeken. In dat geval bereidt omgevingsdienst het besluit voor.

Het weigeren van een Wob verzoek omdat dat elektronisch is ingediend valt niet onder laatstgenoemde uitzondering.

II. te bepalen dat, alvorens de hierboven genoemde bevoegdheden uit te oefenen voor zover betrekking hebbend op bouwen, slopen, aanleggen, monumenten, alsook planologische afwijkingsbesluiten of vrijstellingen, dan wel een activiteit zoals bedoeld in artikel 2.1. lid 1 sub a, b, c, f, g of h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), dan wel artikel 2.2 lid 1 sub a, b, c, van de Wabo, binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam, instemming van het Waboberaad van de gemeente Amsterdam is gegeven;

III. te bepalen, dat het ondermandaat tevens kan worden uitgeoefend door de door de teamhoofden

aangewezen plaatsvervangers, na instemming van de Algemeen directeur, dan wel indien de functie vacant is, een door de Algemeen directeur aangewezen waarnemer;

IV. te bepalen dat, tevens alle bij de desbetreffende taak of bevoegdheid behorende overige taken zoals correspondentie (waaronder ontvangstbevestigingen) en de in het kader van de te volgen

besluitvormingsprocedures te nemen beslissingen, zoals verzoeken om (aanvullende) informatie, verdagen van beslissingen, buiten behandeling laten van aanvragen, doorzending en het voldoen aan publicatieverplichtingen, omvatten;

V.te bepalen dat, het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb, het sturen van

ontvangstbevestigingen, het stellen van een termijn (waar binnen de aanvraag moet worden aangevuld) op grond van 4:5 van de Awb, het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaar en beroepsprocedures, het zenden van een controle brief dat geen overtredingen zijn geconstateerd, door een medewerker kunnen worden uitgeoefend;

VI. te bepalen dat, stukken die in het kader van bezwaar,- en beroepsprocedures aan

bezwaarschriftencommissies, de (Voorzitter van de) Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of de (Voorzieningenrechter van de) Rechtbank worden verzonden kunnen worden ondertekend door de behandelend jurist, met uitzondering van hetgeen onder sub 6.15 t/m 6.17 is gesteld;

VII. te bepalen, dat dit besluit bekend gemaakt wordt conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht en in werking treedt op de dag na publicatie.

De Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst NZKG voornoemd,

Dr. ir. R.D. Woittiez