Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement naamgeving en nummering |
Citeertitel | Reglement naamgeving en nummering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Administratieve- en technische uitvoeringsvoorschriften voor naamgeving van openbare ruimte en nummering van bedrijfsobjecten (beleidsregel)
Verordening naamgeving en nummering 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-09-2010 | 01-06-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 25-08-2009 de Peperbus, 23-09-2009 | cb 2009-8.25 |
REGLEMENT NAAMGEVING EN NUMMERING
Dit reglement is een aanvulling op de “Verordening naamgeving en nummering” en bevat administratieve- en technische uitvoeringsvoorschriften voor naamgeving van de openbare ruimte en nummering van verblijfsobjecten.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen artikel 1
Hoofdstuk 2 Naamgeving artikelen 2 t/m 5
Hoofdstuk 3 Nummering artikelen 6 t/m 28
Hoofdstuk 4 Ingangsdatum, openbaarmaking, registratie en bekendmaking van toegekende namen en nummers artikelen 29 t/m 33
Hoofdstuk 5 Wijziging van namen en nummers artikelen 34 t/m 37
Hoofdstuk 6 Naamdragers artikelen 38 t/m 41
Hoofdstuk 7 Nummerdragers artiklen 42 en 43
Hoofdstuk 8 Slot- en overgangsbepalingen artikelen 44 t/m 46
In dit reglement wordt verstaan onder:
Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle
Gemeentelijke sectie Burgerzaken van de eenheid Publiekszaken
Gemeentelijke eenheid Wijkzaken
Verordening naamgeving en nummering
6.Gemeentelijk objectenhandboek:
Interne schriftelijke richtlijnen voor het afbakenen van panden en verblijfsobjecten
Basisregistraties Adressen en Gebouwen; een registratie van authentieke gegevens voor adressen en gebouwen
Register met authentieke gegevens van adressen en gebouwen
De Landelijke Voorziening van de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen
Gebaseerd op rechtsgronden, waarvan een brondocument bestaat dat geregistreerd is in een systeem dat door het college onderhouden wordt.
Adres dat alleen voor interne doeleinden wordt geregistreerd in het BAG-register maar niet in de Landelijke Voorziening.
De kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige
eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De kleinste binnen één of meerdere gebouwen gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige-of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.
Een deel van het openbaar water – en in een aantal gevallen grond dat door het college is bestemd of aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark.
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn, die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.
Een verblijfsobject, ligplaats of standplaats.
Een ligplaats, standplaats of verblijfsobject, niet zijnde een serie garagebox, garage of bedrijfspand aan of bij woning of authentiek gebouw voor openbaar nut zijnde.
18.Later geplaatst hoofdgebouw bij woning:
Een hoofdgebouw dat wordt gebouwd op een terrein waar één of meer hoofdgebouwen staan die op een eerdere datum vergunt en gebouwd zijn.
19.Garage of bedrijfspand aan woning:
Een verblijfsobject met de functie ‘garage’ of een bedrijfsmatige functie die op hetzelfde perceel staat als de woning.
20.Later geplaatst bedrijfspand of garage bij woning:
Een bedrijfspand of garage die op een later tijdstip wordt vergund en gebouwd dan de woning of woningen welke op hetzelfde terrein staat of staan, waarbij het bedrijfspand of de garage ten dienste van de woning functioneert.
Een verblijfsobject met de functie ‘garage’, dat onderdeel uitmaakt van een reeks aaneengesloten garages die functioneel ten dienste staan van meerdere hoofdgebouwen.
Bord waarop een toegekende naam is aangebracht, bijvoorbeeld een straatnaambord.
Bord waarop een toegekend nummer is aangebracht, bijvoorbeeld een huisnummerbord.
Een Arabisch nummer of alfabetische letter die numeriek of alfabetisch volgt op respectievelijk het nummer of de letter van het naastliggende authentieke huisnummer met dezelfde naam voor aanliggend openbaar gebied.
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op
het moment van vaststelling van dit uitvoeringsbesluit.
Voor de overige begrippen, voorzover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de begripsom-schrijvingen uit de Verordening naamgeving en nummering van 2009.
Artikel 5 Richtlijnen voor het consulteren van de bevolking bij naamgeving
Bij het het toekennen van namen aan sportparken, gemeentelijke gebouwen en bossen of thema’s voor straatnamen kan het college besluiten de bevolking te consulteren.
Elk verzoek om de bevolking te consulteren wordt ingediend bij de commissie naamgeving.
Als het verzoek de benoeming van een ander deel van de openbare ruimte betreft dan bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de commissie of het verzoek zich leent voor consultatie en adviseert het college hierover.
Artikel 10 Nummeren van meergezinsgebouwen (met meerdere bouwlagen)
Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn met één gezamenlijk trappenhuis - de zogenoemde portiekwoningen - geschiedt de nummering verticaal. Daarbij wordt eerst de linkerzijde van het portiek van beneden naar boven genummerd en vervolgens de rechterzijde van beneden naar boven.
Als er op de begane grond van een gebouw als bedoeld in het tweede lid, andere objecten zijn gelegen die genummerd worden, is van belang waar de toegang tot de galerijflat is gelegen ten opzichte van de toegang van die andere objecten. Ligt de toegang van dat object vóór de toegang tot de galerijflat dan wordt eerst dat object genummerd en vervolgens de woningen van de er achter liggende galerijflat. Ligt de toegang van dat object ná de toegang tot de galerijflat dan worden eerst de woningen van de galerijflat genummerd en vervolgens het er achter gelegen object.
Artikel 12 Toe te kennen authentiek nummer aan specifieke objecten
De wijze van nummering zoals bedoeld in de artikelen 13 tot en met 26 vindt niet op de daar beschreven wijze plaats als dat gelet op de vindbaarheid niet logisch is. In dat geval wordt het nummer niet ontleend aan het dichtst bij gelegen authentieke nummer.
Artikel 13 Toe te kennen authentiek nummer parkeergarage
Het authentieke nummer voor een serie garagebox bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter A, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45A-1).
Artikel 14 Toe te kennen authentiek nummer berging, waarvan niet vaststaat bij welk verblijfsobject het hoort
Het authentieke nummer voor een berging, waarvan niet vaststaat bij welk verblijfsobject het hoort, bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter B, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45B-1).
Artikel 15 Toe te kennen authentiek nummer telefooncentrale
Het authentieke nummer voor een telefooncentrale bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter C, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45C-1).
Artikel 16 Toe te kennen authentiek nummer gas- of waterdistributiestation
Het authentieke nummer voor een gasregelstation of gasdistribtiestation bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter D, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45D-1).
Artikel 17 Toe te kennen authentiek nummer serie garagebox
Het authentieke nummer voor een serie garagebox bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter G, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45G-1).
Artikel 18 Toe te kennen authentiek nummer kiosk
Het authentieke nummer voor een kiosk bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter K, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45K-1).
Artikel 19 Toe te kennen authentiek nummer loods
Het authentieke nummer voor een loods bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - waarna een koppelteken volgt, gevolgd door de hoofdletter L en aansluitend twee getallen een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45L-1).
Artikel 20 Toe te kennen authentiek nummer nutsvoorziening
Het authentieke nummer voor een gebouw voor nutsvoorzieningen bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter N, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45N-1).
Artikel 21 Toe te kennen authentiek nummer pinautomaat
Het authentieke nummer voor een pinautomaat bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter P, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45P-1).
Artikel 22 Toe te kennen authentiek nummer rioolgemaal of onderbemaling
Het authentieke nummer voor een rioolgemaal bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter R, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45R-1).
Artikel 23 Toe te kennen authentiek nummer stook- of ketelruimte
Het authentieke nummer voor een stook- of ketelruimte bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter S, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45S-1).
Artikel 24 Toe te kennen authentiek nummer transformatorhuisje
Het authentieke nummer voor een transformatorhuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter T, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45T-1).
Artikel 25 Toe te kennen authentiek nummer vakantie- of recreatiehuisje
Het authentieke nummer voor een vakantie- of recreatiehuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter V, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45V-1).
Artikel 26 Toe te kennen authentiek nummer brugwachtershuisje
Het authentieke nummer voor een brugwachtershuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer - alleen bestaand uit een cijfer - gevolgd door de hoofdletter W, vervolgens een koppelteken en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45W-1).
Artikel 27 Toe te kennen authentiek huisnummer garage of bedrijfspand aan woning
Het authentieke nummer voor een garage of bedrijfspand aan een woning, waarbij de garage valt aan te merken als een afzonderlijk verblijfsobject, bestaat uit het authentieke nummer van de woning waaraan een opvolgende letter wordt toegevoegd.
Artikel 28 Toe te kennen authentiek huisnummer later geplaatst hoofdgebouw, bedrijfspand of garage bij woning
Het authentieke nummer voor een later geplaatst hoofdgebouw, garage of bedrijfspand bij een
woning bestaat uit de cijfers van het authentieke huisnummer van de genoemde woning waaraan een opvolgende letter wordt toegevoegd.
Ingangsdatum, registratie, openbaarmaking en bekendmaking van toegekende namen en nummers
Artikel 29 Ingangsdatum van namen
Toegekende namen gaan in op de datum dat het college hiertoe besluit of op de datum die in het besluit is vermeld.
Artikel 30 Ingangsdatum van nummers
Een toegekend nummer gaat in op de datum waarop het in het “besluit naamgeving en nummering” is vastgesteld of op de datum die voor dat nummer in het dat besluit vermeld.
Artikel 31 Registratie van namen en nummers
Toegekende namen voor de openbare ruimte en authentiek nummers voor verblijfsobjecten worden in het BAG-register vastgelegd en gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Als een bedrijf in alle redelijkheid kan aantonen meer kosten te hebben voor het wijzigen dan het onder lid 2 vastgestelde bedrag - wordt na een opgave van de totaal geleden schade -100 % vergoed van het deel tot € 500,00; 75 % van het deel tussen € 500,00 en € 1.000,00 en 50 % van het deel dat hoger is dan € 1.000,00.
Artikel 43 Specifieke eisen nummerdragers
Een alternatieve nummerdrager dan die, bedoeld in het voorgaande lid, is alleen toegestaan als die in elk geval voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid en vijfde lid van artikel 42 of als naast die nummerdrager de oorspronkelijke - door of vanwege de gemeente aangebrachte - nummerdrager gehandhaafd blijft.
Toelichting bij reglement naamgeving en nummering
Het huidige “Reglement naamgeving en nummering” is op 1 april 2004 in werking getreden. Op 1 juli 2009 wordt de Wet basisregistratie”s adressen en gebouwen” van kracht. Deze wet is onderdeel van een programma van de rijksoverheid waarbij meerdere basisregistraties tot stand komen.
Een basisregistratie heeft als doel om een bepaalde soort gegevens op een eenduidige manier eenmalig vast te leggen en binnen de overheid meervoudig te gebruiken. Daarnaast worden basisregistraties ingericht om de kans op fraude terug te dringen.
Gelet op de nieuw te implementeren regelgeving voldoet het huidige reglement niet meer. Er is gekozen voor het invoeren van een nieuw reglement en het daarbij intrekken van het reglement uit 2004.
Elke gemeente is verplicht om voor haar grondgebied tenminste één woonplaats vast te stellen. Dit is om aan te sluiten bij het postcoderegime, waarbij de postcode is gekoppeld aan een straat en een woonplaats (niet een gemeentenaam).
De gemeente Zwolle heeft bij het verdelen van het grondgebied in stadsdelen, wijken en buurten voor het gehele grondgebied de woonplaats Zwolle vastgesteld. Dit betekent dat kernen en buurtschappen niet van een afzonderlijke woonplaatsnaam zijn of worden voorzien. Een en ander betekent ook dat elke postcode in Zwolle begint met 80.
De verdeling in stadsdelen, wijken en buurten geeft een geografische verdeling die steeds verfijnder wordt. Een stadsdeel is de grootste eenheid, een buurt de kleinste. Deze delen worden met cijfers en namen aangeduid.
Overigens is de woonplaatsnaam eerder vastgesteld in artikel 2, lid 1 van het “Reglement naamgeving en nummering 2004”. Dat artikel blijft van kracht en wordt in het nieuwe reglement feitelijk herhaald.
Onder veldnamen wordt verstaan: Namen van stukjes land die in de herinnering zijn blijven bestaan.
Voor de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) geldt een maximum aantal karakters van 80 voor een naam voor de openbare ruimte. De Wet BAG schrijft voor dat alle andere overheden de officiële BAG-schrijfwijze moeten volgen. Daar waar mogelijk wordt vanwege de lengte van de naamdragers toch zoveel mogelijk geprobeerd een naam te beperken tot 24 karakters.
Ook wordt geadviseerd om bij toekennen van namen geen voornamen, voorletters, adellijke titels of predikaten op te nemen. Elke naam dient met een hoofdletter te beginnen, ook als de naam met een voorvoegsel begint.
Voor wijken, buurten of te onderscheiden delen daarvan worden thema’s of subthema’s bedacht. Binnen dat (sub)thema worden namen verzameld die op een zogenoemde groslijst worden opgenomen en beheerd door de secretaris van de commissie. Het thema zelf wordt door het college vastgesteld.
Voor de uiteindelijke toekenning van namen wordt de door de commissie vastgestelde groslijst gebruikt. Burgerzaken kiest uit die lijst het aantal benodigde namen. Die namen worden vervolgens aan het college voorgesteld voor uiteindelijke toekenning.
Als een bestaande groslijst is uitgeput dient deze te worden aangevuld met namen die binnen dat thema passen. Hiervoor kunnen verschillende bronnen worden gebruikt zoals het archief van het Historisch Centrum Overijssel, scholen, bibliotheken, internet enzovoorts.
Verklarende onderteksten die door het college bij een straatnaam worden vastgesteld dienen niet meer dan 60 karakters te bevatten om de grootte van een bord te beperken.
De voorbereiding van besluiten tot het toekennen van namen is aan de secretaris van de commissie toegewezen die in het voorstel aan het college het advies van de commissie verwoordt.
In het verleden is een aantal malen ad-hoc de bevolking geconsulteerd voor naamgeving. Hiervoor waren in het vorige reglement geen vaste richtlijnen opgesteld. In dit artikel wordt aangegeven in welke gevallen de bevolking geconsulteerd kan worden.
In de BAG-regelgeving is bepaald dat een bij het verlenen van een bouwvergunning het adres wordt vastgesteld. En opzichte van het vorige reglement is het moment van toekenning van een nummer dus naar voren geschoven in het proces.
Bij het nummeren van een object wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een Arabisch cijfer, eventueel gevolgd door een letter. Alleen als dit niet mogelijk is, wordt gebruik gemaakt van een toevoeging .
Voor objecten, zoals beschreven in de artikelen 13 t/m 26 gelden specifieke regels.
De BAG-wetgeving schrijft voor wat er van een authentiek adres moet worden voorzien. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeentelijke organisatie ook behoefte heeft aan het nummeren van andere objecten. Zo’n object wordt dan van een niet-authentiek adres voorzien. Een niet authentiek adres wordt alleen intern gebruikt door de gemeente en niet gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Toelichting op artikelen 10 t/m 28
Deze artikelen spreken voor zich.
Toelichting op artikelen 29 en 30
Een naam of nummer heeft een bepaalde ingangsdatum. Voor een (straat)naam is dit de datum van het collegebesluit waarin het (deel van de) openbare ruimte is benoemd. In sommigen gevallen staat in het collegebesluit zelf een specifieke ingangsdatum. Dan geldt die datum.
Een nummer gaat officieel in op de datum van het “besluit (straat)naamgeving en (huis)nummering”, waarin dat nummer is opgenomen. Ook hier geldt dat in dat besluit een afzonderlijke ingangsdatum van een specifiek nummer kan staan. In dat geval geldt die ingangsdatum.
Namen voor (delen van) de openbare ruimte en nummers voor objecten worden geregistreerd in het gemeentelijk BAG-register. Het BAG-register is de bron van authentieke adresgegevens. Andere binnengemeentelijke applicaties zijn afnemer van het BAG-register en zijn verplicht deze adresgegevens te hanteren.
Authentieke adresgegevens die in het BAG-register worden opgenomen worden door de applicatie gemeld aan de Landelijke Voorziening. Buitengemeentelijke afnemers zijn verplicht de adresgegevens uit de Landelijke Voorziening te gebruiken.
Toelichting op artikelen 32 en 33
Nadat het college een naam heeft toegekend valt het besluit onder de Wet Openbaar Bestuur en is het een openbaar besluit. Gebruikelijk is dat een genomen besluit via het perscontact openbaar wordt gemaakt.
Bij toekenning van een naam zijn er over het algemeen geen direct belanghebbenden aan wie het besluit bekend gemaakt kan worden. Bij wijziging van een bestaande naam is dit uiteraard wel het geval.
In gevallen dat belanghebbende(n) eerst moet worden geïnformeerd omdat een besluit hen specifiek betreft wordt een besluit onder embargo genomen. Dit betekent dat dit besluit niet via het perscontact in de openbaarheid wordt gebracht omdat de belangen van belanghebbende(n) hier mogelijk door zou(den) kunnen worden geschaad.
Bekendmaking aan bijvoorbeeld interne- en externe afnemers is van belang om de diverse administraties van bijvoorbeeld huursubsidie, belastingen, kadaster, waterschap, ministerie enzovoorts te voorzien van actuele gegevens. Die gegevens zijn voor hen van belang voor een goede uitvoering van de aan hen opgedragen (wettelijke) taken.
Besluiten over naamgeving worden bij een “besluit (straat)naamgeving en (huis)nummering” gevoegd en vervolgens ter inzage gelegd bij het gemeentelijk informatiecentrum. Elk “besluit (straat)naamgeving en (huis)nummering wordt afgekondigd op de gemeentepagina van de Peperbus.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een (straat)naam gewijzigd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot wijziging van een (straat)naam, ook wel “vernaming” genoemd. Dit ter beoordeling van het college en na advies hierover van de commissie naamgeving.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een (huis)nummer gewijzigd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot wijziging vaan een (huis)nummer, ook wel “vernummering” genoemd.
Dit artikel bevat een aantal zorgvuldigheidsnormen die in acht worden gehouden bij een vernaming of vernummering. Vernaming en/of vernummering vindt alleen plaats als dit noodzakelijk is. Bij nummering wordt eerst beoordeeld of het toevoegen van een letter of toevoeging aan het (huis)nummer tot een logische nummering kan leiden, waardoor vernummering achterwege kan blijven.
Als een vernaming en/of vernummering noodzakelijk blijkt wordt een eerste plan daarvoor eerst met direct belanghebbenden besproken, de zogenoemde beginspraak. Aan de hand van deze beginspraak wordt een voornemen opgesteld en aan direct belanghebbenden voorgelegd. Zij worden daarbij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen.
Bij grote(re) vernamingen en vernummeringen wordt de wijkwethouder, de wijkbeheerder en eventueel de wijkmanager geïnformeerd.
Na het beoordelen van de zienswijze(n) wordt een besluit opgesteld en aan direct belanghebbende voorgelegd. Hiertegen staat bezwaar open bij het college.
Als tijdens een inspraakbijeenkomst blijkt dat er overeenstemming is met de meerderheid van de direct belanghebbenden, kan een voornemen achterwege blijven.
Er worden minimale overgangstermijnen gehanteerd voor particulieren en bedrijven. Als deze termijn - om welke reden dan ook - korter is, wordt een standaardvergoeding verstrekt. Als bedrijf in alle redelijk aantoont meer kosten te hebben, kan het college besluiten een aanvullende vergoeding te verstrekken.
Buiten de schadeloosstelling, zoals bedoeld in het 2e en 4e lid, ontvangen particulieren altijd 30 adreswijzigingskaarten, die gemeente frankeert en verzendt. Aan bedrijven wordt op verzoek een adresstempel beschikbaar gesteld.
Dit artikel spreekt voor zich.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor een naamdrager. Deze NEN-normen zijn om praktische redenen opgenomen in een afzonderlijke bijlage die als nadere “werkinstructie” gelden bij de uitvoering van het reglement. Hierdoor is het mogelijk de bijlage te actualiseren zonder dat het noodzakelijk is een formele wijziging op het reglement aan het college voor te leggen.
In lid 2 is bepaald dat door of namens Wijkzaken de naamdrager wordt aangebracht. In eerste instantie is Wijkzaken hiervoor verantwoordelijk. In de praktijk wordt het plaatsen echter regelmatig uitbesteed aan bijvoorbeeld de aannemer of opdrachtgever van een bouwproject. Wijkzaken ziet er in die gevallen op toe dat de naamdrager en de plaatsing ervan voldoet aan de daarvoor vastgestelde NEN-normen.
In het voormalige Zwollerkerspel werden groene borden gebruikt met geel opschrift. Sinds de gemeente Zwollerkerspel is opgeheven in 1967, komen er dus twee soorten kleurcombinaties voor op de straatnaamborden.
De thans voorgeschreven borden zijn blauw met wit opschrift. Deze dienen te worden gebruikt bij nieuwe toegekende straatnamen en bij vervanging van bestaande borden. De oude groen / gele zijn toegestaan tot vervanging nodig is. Een nieuw bord voldoet dan aan de kleurcombinatie blauw / wit.
In het vierde lid is bepaald dat straatnaamborden aan de ringwegen en op belangrijke kruisingen of splitsingen op een andere wijze mogen worden geplaatst dan in de NEN-norm is voorgeschreven. Het is sinds een aantal jaren gebruikelijk dat in die gevallen borden worden aangebracht op ongeveer 1 meter boven maaihoogte. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat deze manier van plaatsing de leesbaarheid van het straatnaambord in die gevallen verbetert.
Zogenoemde naamverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een deel van de openbare ruimte, zoals een straat. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 38 zijn opgenomen.
Naamverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een andere naamdrager aangebracht worden.
Borden met wijk- of buurtnaam, dan wel wijk- of buurtnummer worden geïntegreerd in of onder een naamdrager opgenomen.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven aanduidingen van wijk of buurt - die opgenomen worden in of onder een straatnaambord - alleen opgenomen te worden op straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
Een verklarende tekst bij een straatnaam kan zowel geïntegreerd in het straatnaambord als met een afzonderlijk onderbord worden aangebracht.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven verklarende teksten alleen opgenomen te worden op of onder straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor nummerdragers. Deze NEN-normen zijn om praktische redenen opgenomen in een afzonderlijke bijlage die als nadere “werkinstructie” gelden bij de uitvoering van het reglement. Hierdoor is het mogelijk de bijlage te actualiseren zonder dat het noodzakelijk is een formele wijziging op het reglement aan het college voor te leggen.
In lid 2 is bepaald dat door of namens Wijkzaken de nummerdrager wordt aangebracht. In eerste instantie is Wijkzaken hiervoor verantwoordelijk. In de praktijk wordt het plaatsen echter regelmatig uitbesteed aan bijvoorbeeld de aannemer of opdrachtgever van een bouwproject. Wijkzaken ziet er in die gevallen op toe dat de nummerdrager en de plaatsing ervan voldoet aan de daarvoor vastgestelde NEN-normen.
De voorgeschreven nummerdrager is wit met zwart opschrift. Aan woningen worden echter vaak kunstzinniger of sierlijker nummers aangebracht door de eigenaar of huurder. Deze alternatieve nummeraanduiding is toegestaan als die voldoet aan de voorwaarden van artikel 42, vijfde en zesde lid. Een alternatieve nummerdrager is ook toegestaan als daarnaast de oorspronkelijk door of vanwege de gemeente aangebrachte nummerdrager gehandhaafd blijft. Die nummerdrager moet daarbij bovendien blijven voldoen aan de voorwaarden van leesbaarheid.
In lid 3 is de mogelijkheid geopend om een tweede nummerdrager te gebruiken. Vooral in het buitengebied komt het regelmatig voor dat bijvoorbeeld een woning zo ver van de openbare weg is gelegen dat de oorspronkelijke - door of vanwege de gemeente aangebrachte - nummerdrager niet (goed) leesbaar is. In die gevallen kan ervoor worden gekozen om direct aan de openbare weg een al dan niet reflecterende bermpaal te plaatsen waarop het nummer - eventueel aan beide zijden - is aangebracht. De gemeente Zwolle heeft - na een eenmalige actie in 2002 - besloten dat dit de verantwoordelijkheid is van de betrokkene eigenaar. Bij vermissing of beschadiging van een reflecterende bermpaal, wordt deze vervangend door Wijkzaken.
Zogenoemde nummerverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een object, zoals een huis of bedrijf. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 42 zijn opgenomen.
Nummerverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een naamdrager of nummerdrager aangebracht worden.
In artikel 2, lid 1 van het “Reglement naamgeving en nummering 2004” is de woonplaatsnaam Zwolle vastgesteld voor het gehele gemeentelijk grondgebied. In het kader van de BAG-wetgeving is dat het brondocument van het toekennen van de woonplaatsnaam. Het intrekken van dit (oude) reglement geldt dus niet ten aanzien van artikel 2, lid 1. Dat blijft onverlet van kracht en is voor de duidelijkheid ook in het nieuwe reglement weer opgenomen.
Bij dit reglement horen 3 interne werkinstructies die gebruikt kunnen worden bij de uitvoering van dit reglement.
Werkinstructie 1 is een overzicht van de NEN-normen die gelden voor naamdrager, nummerdrager en de wijze van plaatsing ervan.
Werkinstructie 2 bevat richtlijnen om te kunnen vaststellen wat een tot bewoning bestemd gebouw is.
Werkinstructie 3 bevat aanvullende richtlijnen en hulpmiddelen bij het afbakenen van objecten.