Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent toegang en toeleiding jeugdhulp (Verordening jeugdhulp gemeente Veenendaal) |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Veenendaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2020 | 01-06-2021 | 2e wijziging Verordening toegang en toeleiding jeugdhulp Veenendaal | 23-01-2020 | ||
28-02-2017 | 01-01-2016 | 01-02-2020 | artikel 6, 11 | 21-12-2016 - | |
01-01-2015 | 01-02-2020 | Nieuwe verordening | 30-10-2014 Gemeenteblad | 2014.00065 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Ondersteuningsvraag
Artikel 5 Ontvangstbevestiging en vooronderzoek
Het college verzamelt alle voor het onderzoek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk een afspraak voor een gesprek met de jeugdige of zijn ouders Hierbij brengt het college de de jeugdige of zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid:
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. Hiertoe behoort in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Hoofdstuk 3 Verstrekken individuele voorziening
Artikel 9 Verstrekking individuele voorziening
Het college verstrekt een individuele voorziening als een verwijzing zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, is afgegeven en de jeugdhulpaanbieder na een onderzoek overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, eerste lid onder a. tot en met h van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is;
4. Het college kan afwijken van het oordeel van de jeugdhulpaanbieder als bedoeld in lid 3, indien dit oordeel niet voldoet aan het bepaalde in het derde lid of de professionele standaard.
Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.
a. wordt vastgesteld aan de hand van een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld budgetplan waarin in ieder geval uiteen is gezet:
b. wordt berekend op basis van een tarief of prijs:
i: op 85% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare individuele voorziening in natura of zoveel meer, tot ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare individuele voorziening in natura, als het noodzakelijk is om:
ii: waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in het vierde lid gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de jeugdige of zijn ouders de mogelijkheid heeft om de betreffende jeugdhulp te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.
3. Indien voor een bepaalde voorziening geen adequate individuele voorziening in natura is ingekocht wordt ter bepaling van de hoogte van de kostprijs:
a. een of meerdere offertes opgevraagd;
b. eventueel een nader gesprek gevoerd met de jeugdhulpaanbieder.
4. De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het eigen sociale netwerk:
a. het tarief of de prijs voor de jeugdhulp, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 2, bedraagt voor jeugdhulp verleend door een derde, het wettelijke minimumloon;
b. deze persoon heeft aangegeven dat het leveren van de jeugdhulp voor hem niet tot overbelasting leidt; en,
c. de persoon treedt niet tevens op als tussenpersonen of belangbehartiger inzake het beheer van het pgb.
5. Wanneer na zorgvuldige analyse van de situatie de conclusie wordt getrokken dat het mogelijk en wenselijk is om een aanbieder in te zetten die niet volgens de voor jeugdhulp gebruikelijke kwaliteitsstandaarden werkt maar wel voldoet aan het gestelde in artikel 12, lid 2, sub b. van de verordening, bedraagt het pgb niet meer dan 63,75% van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.
Artikel 13 Opschorting betaling uit het pgb
1. Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van de persoon aan wie het pgb is verstrekt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d of e, van de Jeugdwet.
2. Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname als sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 16, derde lid, onder d.
3. Het college stelt de pgb-houder schriftelijk op de hoogte van het verzoek op grond van het eerste en tweede lid.
Artikel 14 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet
Het college informeert de jeugdige en zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
2. Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening of pgb.
Indien het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 16 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Artikel 17 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.