Organisatie | Langedijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Langedijk 2014 |
Citeertitel | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Langedijk 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Nieuwe regeling. De regeling vervangt de Telecommunicatieverordening van 6 juli 1999
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2014 | Nieuwe regeling | 07-10-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 61532 | R07102014, GB 2014, nr. 61532 |
De raad van de gemeente Langedijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 september 2014, nummer 73;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229; van de Gemeentewet;
de Algemene Verordening ondergrondse Infrastructuren gemeente Langedijk 2014 vast te stellen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden.
Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden
Artikel 4. Instemmingsvereiste
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college van burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen en/of bovengrondse voorzieningen te plaatsen.
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel r. respectievelijk t. van artikel 1, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 5. Aanvragen en melden
Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, vraagt daarvoor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, aan bij het college van burgemeester en wethouders.
Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college van burgemeester en wethouders teneinde de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Langedijk wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college van burgemeester en wethouders schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). De aanvraag wordt alleen bij (een) positieve uitkomst(en) in behandeling genomen.
Werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel t. van artikel 1, dienen twee (2) werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden.
Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel r. van artikel 1, dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders.
Als werkzaamheden worden verricht in de gebieden die staan aangegeven op een bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, zijn de uitzonderingsbepalingen voor spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 4 tweede lid, niet van toepassing.
Artikel 6. Gegevensverstrekking
Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren en/of registratiesysteem.
naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en het telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
De volgende gegevens dienen daarbij te worden verstrekt:
naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college van burgemeester en wethouders de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een of meerdere vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving is of zijn vereist. Behalve als de beschikking op een aanvraag van de vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) al is gegeven en de in artikelen 6:7 en 6:9 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijnen zijn verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.
Artikel 8. Voorschriften en beperkingen
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
De grondroerder draagt de marktconforme kosten voor herstel (inclusief onderhoudstermijn) die gebaseerd zijn op de vigerende VNG richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom” en de daarbij behorende “Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/of leidingwerken” en van de eventueel door de gemeente ter beschikking gestelde voorzieningen.
Artikel 9. (Mede)gebruik van voorzieningen
Een grondroerder maakt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders bij de aanleg of instandhouding van kabels en/of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen. Indien dit een marktconform aanbod betreft, technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college van burgemeester en wethouders geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 4 Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 17. Naleving voorschriften
Indien een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college van burgemeester en wethouders het instemmingsbesluit intrekken. Het college van burgemeester en wethouders gaat niet over tot intrekking van het instemmingsbesluit voordat het college van burgemeester en wethouders de houder van het instemmingsbesluit heeft gehoord. Aan het besluit tot intrekking van het instemmingsbesluit kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabel(s) te verleggen/verplaatsen of deze te verwijderen.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 20. Overgangsbepalingen
De in stand te houden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.