Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening sollicitatieplicht en outplacement politieke ambtsdragers 2014 |
Citeertitel | Verordening sollicitatieplicht en outplacement politieke ambtsdragers 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2014 | 01-04-2014 | Onbekend | 26-06-2014 Digitaal gemeenteblad, 6-11-2014 | Onbekend |
Verordening sollicitatieplicht en outplacement politieke ambtsdragers 2014
De raad van de gemeente Stein;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 april 2014;
Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
Gelet op de artikelen 130 tot en met 137a van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
Verordening sollicitatieplicht en outplacement politieke ambtsdragers 2014
HOOFDSTUK 2 regels betreffende activiteiten om passende arbeid te vinden
Het college van burgemeester en wethouders wijst een reïntegratiebedrijf aan ten behoeve van het opstellen van het plan van aanpak voor het gericht zoeken naar en verwerven van passende arbeid.
Bij het vaststellen van de mate waarin sollicitatieactiviteiten dienen te worden ondernomen, wordt rekening gehouden met de regionale arbeidsmarktsituatie en het aantal beschikbare vacatures, de mogelijkheden van de belanghebbende en eventueel aanwezige medische beperkingen en het begrip passende arbeid.
Op het reïntegratiebedrijf zijn de krachtens artikel 4.2 van het besluit SUWI gestelde voorwaarden van overeenkomstige toepassing.
Indien in het plan voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, geen begroting is opgenomen, dient de belanghebbende bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in voor een tegemoetkoming in de kosten van die activiteiten, voorafgaand aan de aanvang van die activiteiten. Vergoeding vindt uitsluitend plaats na overlegging van facturen en bewijzen van betaling;
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de vaststelling van het plan of het besluit op de aanvraag de voor een activiteit te vergoeden kosten lager vaststellen dan in het plan op de aanvraag is begroot, indien de begrote kosten niet noodzakelijk zijn voor het verrichten van de activiteit of als de kosten voor een activiteit hoger zijn begroot dan voor de uitvoering noodzakelijk is;
HOOFDSTUK 3 planmatige begeleiding en ondersteuning
1.De belanghebbende dient bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in voor een tegemoetkoming in de kosten van vrijwillige planmatige begeleiding en ondersteuning, voordat met de planmatige begeleiding en ondersteuning een aanvang is gemaakt. Vergoeding vindt uitsluitend plaats na overlegging van facturen en bewijzen van betaling tot ten hoogste het bedrag waarop op grond van de wet aanspraak bestaat; dit wil zeggen dat deze tegemoetkoming ten hoogste 20% bedraagt van de laatstgenoten wedde per jaar als bedoeld in artikel 133 van APPA.
Kosten die niet noodzakelijk zijn voor planmatige begeleiding en ondersteuning, of die niet in redelijke verhouding staan tot geleverde prestaties, worden niet vergoed;
Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het college van burgemeester en wethouders de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning rechtstreeks aan de door belanghebbende aangewezen organisatie die de planmatige begeleiding en ondersteuning uitvoert. Het college van burgemeester en wethouders sluit daartoe een schriftelijke overeenkomst met de organisatie;
De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, vervalt zodra de belanghebbende ophoudt mee te werken aan de planmatige begeleiding en ondersteuning of op andere wijze de oorzaak is dat de planmatige begeleiding en ondersteuning niet of niet langer bijdraagt aan het vinden van passend werk.
Een organisatie die planmatige begeleiding en ondersteuning uitvoert, voldoet aan de volgend eisen;
De organisatie heeft noch rechtstreeks, noch indirect, op enigerlei wijze financiële verbindingen met of geeft financiële bijdragen aan personen, organisaties, bedrijven of daarmee gelieerde natuurlijke of rechtspersonen die direct of indirect invloed hebben op het gunnen van de opdracht tot planmatige begeleiding en ondersteuning.
HOOFDSTUK 4 inhouding van de uitkering
Het college van burgemeester en wethouders legt een inhouding op, indien het constateert dat:
Indien het college van burgemeester en wethouders de belanghebbende een inhouding oplegt binnen twee jaar na de bekendmaking van een inhouding wegens dezelfde grond, worden de percentages, genoemd in artikel 4.2 eerste lid onder a en b, alsmede het minimumbedrag, genoemd in artikel 4,2, tweede lid, met 50% verhoogd.
Belanghebbende is gedurende de periode dat hij een APPA-uitkering ontvangt gehouden aan hetgeen in deze verordening is bepaald.
In de gevallen waarin deze verordening niet of niet in redelijkheid voorziet is het college van burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.
In zeer bijzondere omstandigheden en/of zwaarwegende zakelijke (financiële) belangen is het college van burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van hetgeen bij verordening is bepaald.