Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Procedureregeling Planschadevergoeding 2005 Gemeente Rijswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedureregeling Planschadevergoeding 2005 Gemeente Rijswijk
CiteertitelProcedureregeling Planschadevergoeding 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Procedureverordening planschadevergoeding 2004 is per 1 september 2010 ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de ruimtelijke ordening, art. 49 en 49a

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-200507-12-2010Via een wetswijziging is het college van burgemeester en wethouders het bevoegde orgaan geworden.

16-08-2005

Groot Rijswijk 25-08-2005

b&W Voorstel 050468/DGZ en naar aanleiding van het besluit raadsvoorstel 05-074

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedureregeling Planschadevergoeding 2005 Gemeente Rijswijk

 

 

Procedureregeling Planschadevergoeding 2005 gemeente Rijswijk

 

Artikel 1: Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

  • a.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);

  • b.

    planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel een van de andere in artikel 49, lid 1 WRO genoemde schadeoorzaken;

  • c.

    aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 49 WRO die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt, geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt;

  • f.

    adviseur: een persoon of commissie, door schriftelijke opdracht van het college, belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

  • g.

    aanvraagformulier: een door het college vastgesteld formulier waarmee een aanvraag om vergoeding van planschade, als bedoeld in artikel 49 lid 1 WRO wordt ingediend;

  • h.

    drempelbedrag: het recht als bedoeld in artikel 49, lid 3 WRO.

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1.

    Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.

  • 3.

    In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag binnen acht weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af indien sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag. Van kennelijke ongegrondheid van de aanvraag is sprake indien een eerste onderzoek door het college van de feiten en omstandigheden, waarop de aanvraag betrekking heeft, tot de conclusie leidt dat de aanvrager in redelijkheid niet in een planologisch nadeliger positie is komen te verkeren, dan wel dat aanwezige schade redelijkerwijs ten laste van de aanvrager behoort te blijven.

  • 2.

    De termijn van acht weken, genoemd in lid 1, kan door het college één keer schriftelijk met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking

Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of artikel 4 wijst het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn een adviseur aan en verstrekt schriftelijk een opdracht om ter zake van de aanvraag een advies uit te brengen.

Artikel 6: Werkwijze van de adviseur

  • 1.

    De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1.

    De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2.

    Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur vóór het verstrijken van de termijn het college schriftelijk in kennis met opgaaf van redenen. Uiterlijk binnen vier weken na afloop van het verstrijken van de termijn brengt de adviseur een conceptadvies uit.

  • 3.

    De adviseur zendt een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager en een derde-belanghebbende, en stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het concept-advies schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur te brengen. Deze termijn kan één keer, met ten hoogste vier weken, worden verlengd door de adviseur.

  • 4.

    Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 5.

    Indien niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adviseur binnen twee weken na verloop van deze termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 6.

    De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derde-belanghebbende.

Artikel 8: Beschikking van het college

  • 1.

    Binnen zes weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Het college kan deze termijn één keer met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 3.

    Het college stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 9: Uitbetaling

  • 1.

    Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening binnen drie weken na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

  • 2.

    In geval van gehele of gedeeltelijke toekenning van vergoeding van planschade vindt restitutie van het drempelbedrag plaats.

Artikel 10: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 3 november 2005.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Procedureregeling planschadevergoeding 2005”

     

Vastgesteld op d.d. 25 oktober 2005 door burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk.