Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening meedoen gemeente Assen 2013 |
Citeertitel | Verordening meedoen gemeente Assen 2013 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | werk en inkomen |
De uitvoering van deze verordening ligt bij de WPDA
NVT
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2017 | 01-01-2016 | Wijziging van technische aard | 22-12-2016 | R00635 | |
04-10-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 19-09-2013 | R00344 |
§ 2 Meedoen regeling schoolgaande kinderen
Artikel 2.3 Meedoenpremie ICT voorziening
Indien de ouder(s) in aanmerking komt(en)t voor de meedoenpremie wordt eenmalig een personal computer of een laptop of een tablet verstrekt, alsmede een printer verstrekt, als:
a. in het huishouden geen computer, laptop, tablet of printer aanwezig is of
b. de aanwezige computer, laptop, tablet of printer ouder is dan vijf jaar.
Tot de doelgroep voor de witgoedregeling behoort de inwoner die onafgebroken 36 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm en/of een vermogen bezit dat niet hoger is dan het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand.:
Het dagelijks bestuur van de WPDA kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien zij van mening is dat de aanvrager in bijzondere omstandigheden verkeert waardoor toepassing van deze verordening niet tot het beoogde of gewenste doel leidt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2013.
De raad voornoemd,
mw. C. Abbenhues, voorzitter
mw. P. Lambeck, griffier
Toelichting Verordening meedoen gemeente Assen
Deze verordening vindt haar basis in het raadsbesluit meedoenpremies 2011-2014 van 16 december 2010. Het raadsbesluit borduurt voort op de Nota “Meedoen Mogelijk Maken in de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo”. De belangrijkste doelstelling van het Meedoenbeleid in Assen blijft het voorkomen van sociale uitsluiting. Het gaat om inwoners met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Daarbij wordt de hoogste prioriteit gelegd bij het meedoen van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.
Het kabinet heeft besloten om een aantal wijzigingen in de Wet werk en bijstand met ingang van 1 januari 2012 ongedaan te maken. De belangrijkste wijziging is de intrekking van de huishoudinkomenstoets per 1 januari 2012. Dit betekent dat voor de vaststelling van het recht niet langer wordt uitgegaan van de financiële middelen van alle meerderjarige familieleden die op een adres woonachtig zijn maar van de middelen van de gehuwden. In feite wordt de situatie hersteld zoals deze was voor 1 januari 2012 en wordt bij de bepaling van het recht op voorzieningen uitgegaan van 3 situaties: de alleenstaande, de alleenstaande ouders en de gehuwde(n).Deze verordening wordt met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd voor zover het de gevolgen van het intrekken van de huishoudinkomenstoets betreft. De wijziging vindt plaats per 1 januari 2013 omdat het kalenderjaar 2012 gold als een overgangsjaar. Er was een overgangsrecht vastgesteld tot 1 januari 2013 voor die groep die voordeel ontving vanwege de ingevoerde huishoudtoets.
Meedoenregeling schoolgaande kinderen
De hoogte van de meedoenregeling wordt jaarlijks vastgesteld bij de begroting. Daarnaast maakt het college jaarlijks de hoogte van bedrag van de meedoenpremie bekend in de Berichten van de Brink. Dit bedrag stond voorheen in deze Verordening maar omdat kleine wijzigingen in de bedragen dan steeds leiden tot een aanpassing van de verordening is dit niet langer in de verordening opgenomen.
Vanaf 2012 is het onderscheid in bedragen voor brugklassers en de daarop volgende middelbare schooljaren vervallen. De meedoen premies worden in natura verstrekt dat betekent dat als de meedoenpremie wordt toegekend de rechthebbende op een webshop (via de WPDA) de betreffende producten of diensten kan afnemen. De “pc-regeling” is aangepast, de voorwaarden zijn duidelijker geformuleerd.
Kinderen in gezinnen met een inkomen tot de bijstandsnorm hebben het moeilijk om mee te doen met hun leeftijdsgenoten. Hierbij kan het gaan om activiteiten op school, sport, hobby en buurt. Ouders van kinderen die naar de basisschool gaan krijgen met directe en indirecte kosten van de schoolverplichtingen te maken; De kinderen moeten in staat worden gesteld om hieraan volwaardig mee te doen. Kosten waarvoor de premie bedoeld is zijn bijvoorbeeld de kosten van een rekenmachine, gymkleding, de huur van een schoolkluisje, schoolreisjes, excursies en vervoer. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen lid kunnen worden van verenigingen.
Naast bovengenoemde kosten dienen kinderen op het voortgezet onderwijs te beschikken over een computer en internetaansluiting. Veel lesmateriaal wordt op CD-ROM verstrekt en leerlingen dienen regelmatig werkstukken te maken. Om die reden wordt aan kinderen die starten op het voortgezet onderwijs een personal computer verstrekt. Onder de voorwaarde dat er nog geen computer in het gezin aanwezig is of de aanwezige computer is ouder dan 5 jaar. Omdat de afschrijving van een personal computer ongeveer vijf jaar bedraagt, kan eens in de vijf jaar een beroep worden gedaan op deze regeling. Ook een internet aansluiting is mogelijk indien er nog geen aansluiting aanwezig is. Ook daarvoor geldt dat er een termijn aan verbonden kan worden. De installatie wordt volledig voor de belanghebbende geregeld, inclusief aansluiting. Een laptop is niet mogelijk, tenzij op basis van het schoolprogramma een laptop verplicht is gesteld. Dit moet dan wel blijken uit de studiegids of een verklaring van de school.
Voorheen was de witgoedregeling een aparte regeling. Vanwege de samenhang met het meedoen beleid is de witgoedregeling nu opgenomen in deze verordening. Bij de witgoedregeling gaat het om de vergoeding van de kosten voor reparatie van een koelkast, een wasmachine, een kookplaat of een stofzuiger. Om de kosten van de reparatie vast te kunnen stellen of vast te stellen dat een nieuw apparaat nodig is wordt het apparaat beoordeeld door een reparateur die door de WPDA is aangewezen. Als een er een nieuw apparaat moet komen dat stelt de WPDA het apparaat beschikbaar. Dat betekent dat de aanvrager geen daadwerkelijk geldbedrag ontvangt maar het benodigde apparaat.
Om het meedoen beleid nog effectiever te maken worden de premies in natura verstrekt. Hiermee worden de toegekende middelen gebruikt voor het doel: meedoen!
De nadruk ligt op culturele, sportieve en maatschappelijk zinvolle activiteiten. Er wordt een ruim aanbod aan activiteiten en voorzieningen beschikbaar gesteld. Hierbij kan gedacht worden aan deelname aan een sportvereniging, muziek dans en theater, sportkleding, schoolkosten, vakanties of de reparatie dan wel vervanging van een aantal duurzame gebruiksgoederen.
De aanvraagprocedure is zo eenvoudig mogelijk gehouden. De WPDA kent voor de ouders van schoolgaande kinderen van wie de inkomensgegevens bekend zijn bij de WPDA de voorzieningen ambtshalve toe, er hoeft dan geen aanvraag meer te worden ingediend. De inwoners waarvan de inkomensgegevens niet bij de WPDA bekend zijn zullen wel een aanvraag moeten indienen. Hierbij worden zo min mogelijk gegevens opgevraagd. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van E-dienstverlening. Nadat het meedoenbudget beschikbaar is gesteld kan via een webshop worden gekozen voor de activiteit of voorziening. Na de keuze krijgt de klant de beschikking over hetgeen gevraagd is.
Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten
De meedoenpremie wordt vanaf 1 januari 2012 voor deze doelgroepen niet meer uitgekeerd. Voor deze doelgroepen bleek, na de evaluatie van het Meedoen beleid in 2010, dat de meedoen premie niet (langer) het juiste instrument is om deze doelgroep te bedienen. In 2011 is er een overgangperiode geweest.